We verkennen nieuwe thema's via de Antwerpse Burgerbegroting

Commons Lab heeft heel veel te danken aan de Burgerbegroting van het district Antwerpen. We hebben zeker in onze beginjaren heel wat kunnen experimenteren en leren. Commons experimenten die daarna ook in Vlaanderen werden opgeschaald. Wat vaak als heel kleinschalig en tijdelijk begon, heeft later structurele positieve impact gehad. Denken we onder andere maar aan de Tuinstraten, de samenaankoop regentonnen,... Via de burgerbegroting experimenteren we dus graag met nieuwe thema's en oplossingen. Voor de editie van 2025 hebben we twee projecten bedacht die gelinkt zijn aan de thema's zorgzaamheid, stilte en rust.

Ten eerste willen we met 'Zorgtuinen van A' graag drie zorgtuinen in het district Antwerpen mee opstarten en ondersteunen. Een zorgtuin is een samentuin die sociale ondersteuning biedt of versterkt én die zorg ondersteunt. Commons Lab ziet in de samentuinen mogelijkheden om zorgbehoevende, kwetsbare buren intergenerationeel mee te laten werken met de huidige vrijwilligers. 

Als tweede diende we een voorstel in op een rondreizende stiltecocon te ontwikkelen. Fysieke en mentale rust zijn meer dan ooit ver zoek. Vaak merken mensen dit pas als ze overprikkeld afhaken. Hoog tijd dus om voldoende rust te creëren. Dit project wil een mobiele stiltecocon laten rondreizen in district Antwerpen om samen met bewoners op verkenning  te gaan naar waardevolle luwteplekken in hun buurt.

Hoe mee beslissen?

Inwoners van het district Antwerpen kunnen mee beslissen over welke projecten gerealiseerd mogen worden. Er zijn twee manieren om mee te beslissen. Je mag aan beide vormen meedoen:

We vragen aan al onze sympathisanten woonachtig in het district om mee reclame te maken en om op zondag 22 september mee te komen stemmen. We hebben dit jaar twee nieuwe commonsexperimenten voorbereid binnen twee voor ons nieuwe thema’s: zorg en luwte/stilte. Hier meer info over onze twee projectvoorstellen:

Gemene grond gezocht & gevonden!

In de groententuin van het Abtshof.

Op 31 juli brachten we interessante commoners uit 6 initiatieven samen in de prachtige accommodatie van wooncoöperatie ‘Het Abtshof’ in Borlo-Gingelom. De rode draad tussen al deze initiatieven: ze zijn elk op hun eigen manier in groep bezig met het thema ‘grond’ voor bijvoorbeeld voor voedselproductie, landbouw, wonen,... En dat in alle uithoeken van Vlaanderen! Maar zijn er nog meer dingen die hen verbinden? We zochten samen uit welke uitdagingen overal terug komen, wisselden best practices uit én luisterden naar de dromen die ze koesteren!

Stel je wil als gemeenschap een stuk grond, eventueel met gebouwen op, als collectief trachten aan te kopen voor gemeenschappelijk gebruik, hoe organiseer je zoiets? De aanwezige initiatieven volgen we als Commons Lab allemaal al een hele tijd met veel bewondering. We kregen regelmatig ook al individuele vragen vanuit de collectieven of hadden al contact. Het leek ons interessant om iedereen eens bij elkaar te brengen om eens meer peer to peer en collectief aan de slag te gaan om o.a. ervaring, info, kennis uit te wisselen. Om elkaar te inspireren. En wie weet wel om samen te werken.

Na een boeiende rondleiding op de site van het Abtshof en een maaltijd vol verse groenten uit de tuin met de bewoners, was het tijd om in gesprek te gaan met elkaar. In de ‘common-room’ installeerden we ons met de deelnemers rond de tafel waarna de verschillende initiatieven dieper ingingen op wat ze precies doen, waar ze van dromen en waarop ze botsen. Onderaan deze pagina ontdek je welke figuurlijke ‘gemene grond’ we samen vonden.

Het Abtshof is een oude vierkantshoeve die bewoners collectief beheren en momenteel verbouwen.

Het Abtshof cv

Het Abtshof was de gastlocatie van de avond. In een oude vierkantshoeve is een project voor collectief wonen gehuisvest. In 2017 werd er een coöperatieve vennootschap (cv), opgericht. De coöperatie is eigenaar van de gehele site. De bewoners en gebruikers zijn aandeelhouders. Ze kiezen doelbewust voor een coöperatieve structuur om de site met bijhorende gronden, 2,5ha in totaal, als geheel te bewaren. Het Abtshof is meer dan wonen alleen, het is samen (be)leven en ontwikkelen, een co-creatief vorm geven van een bruisende toekomst waarin ‘wij’ even belangrijk is als ‘ik’. De zeer gastvrije bewoners lieten ons tijdens een rondleiding zien hoe ze eigenlijke alles buiten de woonunits gebruiken als gemeenschappelijke ruimte. Dankzij het grote achterliggende landbouwperceel is er de mogelijkheid voor de gemeenschap om grotendeels zelfvoorzienend te zijn op vlak van voedsel. De bewoners bepalen op basis van consent mee de verdere stappen van het project, ze maken samen afspraken en verdelen de taken.

De droom: een fijne woongemeenschap zijn, in connectie met het dorp, zelfvoorzienend, ecologisch en sociaal.

De grootste uitdaging voor het abtshof is om het project samen met alle aandeelhouders verder te ontwikkelen. Met gelijkwaardigheid van alle leden. Ook het betaalbaar houden van het project is een blijvende uitdaging, net als het vinden van een verdienmodel en financiering voor de plannen die nog niet gefinancierd zijn.

De inspirerende site van het Abtshof staat ter beschikking voor andere initiatieven als locatie.

Meer over het Abtshof: website - Instagram - Facebook

Dhage - vzw De Weij

In het West-Vlaamse dorp Reningelst (Poperingen) ligt een eeuwenoude weide van 2ha in het middel van de dorpskern. Dhage is een coöperatie die deze mooie, groene plek wil vrijwaren van bouwpromoteren. Samen met vzw De Weij, die de werking opf de weide organiseert, wil de coöperatie de weide stukje per stukje vrijkopen. Zo hopen ze dat de unieke open ruimte kan blijven bestaan én bouwen ze collectief een nieuwe ontmoetingsplek voor jong en oud.

De grote droom is om effectief volledig eigenaar te worden van de weide. Om dat de realiseren zoekt Dhage nog naar nieuwe coöperanten. Ook via activiteiten van vzw De Wei halen de commoners geld op om de aankoop van stukken grond mogelijk te maken. Daarin zit meteen ook de grootste uitdaging voor dit initiatief: de financiering rond krijgen om hun dromen waar te maken.

Dhage wil de weide graag met anderen delen voor (verbindende) evenementen, iedereen is welkom

Meer over Dhage: website - LinkedIn - Facebook - Instagram vzw De Weij

Daarom Wel! cvso - De Welenhoeck

Daarom Wel! is een coöperatie die stukken grond en gebouwen uit de economie wil halen om ze gemeenschappelijk goed te maken. Hierdoor verliezen deze plekken hun economische waarde en zijn ze geen handelswaar meer. De intrinsieke waarde is wat we er zelf van maken. Hun motto? 'Onverdeeld Is De Aarde Van Iedereen.' Het doel is om commons te creëren. Commons zijn voor Daarom Wel! gemeenschappelijke plekken die door een groep worden beheerd. Er dient altijd naar een oplossing gezocht te worden die gedragen is door de groep van verantwoordelijken. In de visie van deze coöperatie wordt er zoveel mogelijk naar consensus gestreefd en wordt het principe van sociocratie toegepast. (iedere stem wordt gehoord). Het vrijkopen van ‘gemeenschapsplekken’ helpt ook om tegemoet te komen aan zelfvoorzienende basisbehoeften van gemeenschappen die ze gebruiken.

Daarom Wel! droomt ervan om met haar manier van werken ook de weg vrij te maken naar kunnen leven zonder dat geld op zich het belangrijkste is. Dit door overal gemeenschapsplekken te creëren waar commoning als lerende praktijk zich, als evidentie, installeert. Tegelijk beseffen ze dat mensen nog niet genoeg vertrouwd zijn met het ‘vrijkopen-verhaal’. Een bijkomende uitdaging is de wetgeving in ons land die het moeilijk maakt om een verdien model op te zetten voor dit soort projecten. Ook administratieve zaken als herstelvorderingen en bouwvergunningen zorgen voor extra druk op de coöperatie.

Daarom Wel! heeft intussen een structuur kunnen uitbouwen die ze graag ook delen met anderen. Het Zwaluweveld dat hierna aan bod komt startte geen nieuwe eigen coöperatie op maar kon gebruik maken van de reeds bestaande coöperatie van Daarom Wel! Ook andere structurele oplossingen om moeilijkheden te voorkomen wisselen ze graag uit met gelijkaardige initiatieven.

Meer over het Abtshof: website - Instagram - Facebook

Het Zwaluweveld / De Nieuwe Aarde vzw - Zichem

Het Zwaluweveld is een gemeenschappelijk permacultuur project, voedselbos en gemeenschapsplek in ontwikkeling te Zichem. Momenteel loopt een crowdfunding om de aankoop van de grond verder te financieren. Ze maken gebruik van de bestaande coöperatieve structuur van Daarom Wel CV-SO om de aankoop, of vrijkoop, mogelijk te maken. De vzw die de dagdagelijkse werking momenteel organiseert is De Nieuwe Aarde vzw. Een gemeenschap van vrijwilligers zal de gedeelde grond gemeenschappelijk beheren en vormgeven. Samen planten, Samen Oogsten en Samen zijn!

De droom: een helende plek creëren waar mensen in hun krachten kunnen komen, zichzelf en elkaar ontdekken. Een plek waar ze het leven kunnen vieren in ‘overvloed’. Tegelijk wil het project de biodiversiteit bevorderen en de aarde helen.

Een grote uitdaging is het verkrijgen van de nodige vergunningen, een project zoals het Zwaluweveld is vaak nog een grijze zone in wetgevingen en dergelijke waardoor procedures vastlopen. Tegelijk lijkt er voor ‘alles’ een vergunning nodig te zijn. Daarnaast trachten ze bij het Zwaluweveld een (semi-)professionele werking en lange termijnplanning op te zetten, wat niet altijd gemakkelijk is omdat er in het ‘nu’ ook al veel acties nodig zijn. Tijd vrijmaken om nieuwe structuren, planning en om verder te professionaliseren is niet altijd gemakkelijk.

Het Zwaluweveld heeft intussen wel heel wat ervaring opgebouwd, bijvoorbeeld in het opstarten van een initiatief en het sparren over doelstellingen van initiatieven. Mensen die gelijkaardige plekken willen ontwikkelen kunnen in Zichem zeker veel inspiratie opdoen, ook wat betreft het ontwerpen van een voedselboslandschap.

Meer over het Zwaluweveld: Website - Instagram - Facebook - Commons Portret


”Common Land op het Hombeeks Plateau” - Klimaan & Scherpen Horinck

In het westen van Mechelen strekt zich het Hombeeks Plateau uit over de deelgemeenten Hombeek, Leest en Heffen. Wie voorbij de lintbebouwing heen kijkt ziet vooral veel landbouwgronden in deze regio. In totaal gaat het om een gebied van 2.000 hectare landbouwgrond rond de stad. Mechelse Burgerbeweging Klimaan wil samen met vzw De Scherpen Horinck een visie ontwikkelen voor dit gebied om ervoor te zorgen dat dit landbouwgebied kan blijven met de focus op herstellende landbouw.

De commoners uit Mechelen dromen van duurzame (herstellende) landbouw op heel het Hombeeks plateau mét burgerbetrokkenheid. Om deze ambitieuze droom mogelijk te maken willen ze graag een ‘Commons Land Trust’ oprichten. Dat is een structuur, de effectieve juridische structuur is nog te bepalen, waarin vrijgekochte gronden in ondergebracht kunnen worden om ze vervolgens te kunnen verpachten aan boeren die er aan herstellende landbouw willen doen. De initiatiefnemers willen vrijwillige burgers in beweging krijgen voor goed beheer van de landbouwgrond rond de stad als ‘common’.
De grootste uitdaging is nu om een breed team te mobiliseren die achter deze visie staan en die ook willen uitdragen om zo daadkrachtig dit project te kunnen realiseren.

In november (datum nog te bepalen) zullen de iniatiefnemers een inspiratiedag organiseren in Mechelen rond herstellende landbouw. Andere commoners die hier ervaring mee hebben zijn zeer welkom om die te komen delen. Ze hopen die dag niet alleen zelf veel kennis op te doen over herstellende landbouw om zo tot een onderbouwde en concrete visie hierover voor Mechelen te komen, ze willen alle kennis ook graag delen met iedereen die hiermee aan de slag wil.

Meer over het project: Artikel Stad Mechelen - Klimaan - Facebook Klimaan - Facebook Scherpen Horinck

BelgEco / Gen Belgium

Als laatste was ook BelgEco aanwezig tijdens de uitwisseling. BelgEco is een netwerkorganisatie voor eco-gemeenschappen in België. De organisatie is opgericht door Samenhuizen vzw en de Franstalige tegenhanger: Habitat de participation en maakt deel uit van het Global Ecovillage Network. Een eco-gemeenschap ontstaat wanneer mensen ervoor kiezen om samen te leven met een gedeelde visie en doel op een manier die respectvol is voor elkaar, hun lokale omgeving en de rest van de wereld. Het hoeft geen letterlijk ‘dorp’ te zijn, overal waar mensen samenkomen in deze spirit zou je kunnen spreken van een eco-gemeenschap.

BelgEco droomt ervan om eco-gemeenschappen verspreid over het hele land op te starten die autonoom op zich zijn maar verbonden in een netwerk. Dit kan vervolgens kan dit de start zijn van een evolutie naar een “nieuwe” cultuur van meer delen, zelfbeheer, samenwerken, zorg voor milieu en klimaat enzovoorts. Het zal wel een uitdaging zijn om de gangbare cultuur, in termen van bijvoorbeeld commercialisering, commodificatie, speculatie, concurrentie en uitsluiting een andere richting te geven.

Een bijkomende uitdaging is ook voor BelgEco de wet-en regelgeving in België die bepaalde innoverende praktijken bemoeilijken.

Iedereen die wil kan deel worden van het netwerk en ook informatie inwinnen over netwerkopbouw. Wie meer wil weten over BelgEco kan terecht op de volgende website

Onze Gemene grond?

Wat moeten we onthouden of meenemen uit deze uitwisseling? Welke dromen, bezorgdheden of drempels komen regelmatig terug:

  1. We zaten allemaal snel op dezelfde golflengte wat betreft het ‘commonsverhaal’. De meenste deelnemers kennen de typische terminologie en sommige gebruiken begrippen als ‘commoner’, ‘de common’ enzovoorts ook in hun initiatief.

  2. Alle initiatieven hebben een sterke groep van warme trekkers en vrijwilligers, er is wel ook altijd ruimte voor nieuwe mensen.

  3. Een ‘moeilijkheid’ of drempel die vaak terugkomt is de administratieve last of complexiteit die komt kijken bij het opzetten en beheren van de common.

  4. Qua organisatiestructuur gebruiken de meeste initiatieven een combinatie van een vzw voor de dagdagelijkse werking en een coöperatie die (voorlopig) eigenaar is van de grond. Daarom Wel! cvso laat ook andere initiatieven zoals Het Zwaluweveld gebruik maken van de coöperatieve structuur waardoor er een stukje administratie minder is. We besluiten ook dat er geen ideale officiële organisatiestructuur bestaat voor een common die de vzw en coöperatieve structuren overbodig maakt: iets om voor te pleiten?


Bedankt aan alle deelnemende initiatieven voor de boeiende avond en ook aan Jeroen van Gemeengoed die aanwezig was en zijn expertise deelde. Merci aan het Abtshof voor de gastvrijheid, de rondleiding en de warme ontvangst! 👏

Coopsday 2024: een geslaagde namiddag coöperatief fietsen

Naar aanleiding van de internationale dag van de coöperatie organiseerden Commons Lab en Coop Centraal op 6 juli een fietstocht langs verschillende coöperatieve projecten in Antwerpen. Dat gold als een eerste project in het kader van Vliegwiel, dat coöperaties bekender wil maken bij het brede publiek.

Om 14u verzamelden een dertigtal mensen zich in de kelder van De Groene Waterman, een literaire, progressieve (en uiteraard coöperatieve) boekenwinkel in hartje Antwerpen. Katrien Merckx vertelde er over de rijke geschiedenis van De Groene Waterman, dat dankzij haar coöperanten heel wat tegenslagen kon overwinnen en al zo’n vijftig jaar actief is in een toch wel sterk veranderde sector. Katrien vertelde ons dat de boekhandel in de komende jaren (nog meer dan ze nu al is) een plek voor ontmoeting en discussie wil worden. 

Meer weten? Je kan De Groene Waterman volgen op instagram, facebook of via hun kalender

An Baert en Valérie Carrette vertelden ons nadien over Vliegwiel, een samenwerking tussen een heleboel belangenvertegenwoordigers in de coöperatieve wereld. Vliegwiel bundelt de krachten van al die organisaties en de coöperaties die ze vertegenwoordigen vanuit het geloof dat coöperaties een betere wereld creëren en dat het beste doen wanneer ze samenwerken. Coöperaties maken deel uit van een creatieve pioniersbeweging, een die werk maakt van een andere, coöperatieve economie en daarmee ook een weerbare democratie. Vliegwiel probeert nu in verschillende steden coalities tot stand te brengen.

Meer weten over Vliegwiel? Dat kan via hun website. Op 25 augustus kunnen geïnteresseerden meer te weten komen over de Leuvense coöperatieve scène.

De tweede tussenstop was de Sint-Amanduskerk in Antwerpen-Noord, de nieuwe thuisbasis van Commons Lab. De gigantische kelder is ook het hoofdkwartier van Coop 2060. Coop 2060 is een samenwerking van enkele kleinschalige voedselproducenten uit de wijk 2060 in Antwerpen, die onder andere honing, kombucha en vlierbloesemsiroop verkopen. Door de krachten te bundelen willen ze een (hyper)lokaal en solidair voedselsysteem promoten, stimuleren en versterken. Alle inkomsten worden eerlijk verdeeld en opnieuw geïnvesteerd in lokale voedselproductie in de wijk. De deelnemers stellen vragen over o.a. voedselveiligheid, verzekeringen… Coop 2060 is momenteel een feitelijke vereniging die werkt volgens de principes van een coöperatie. Door de beperkte schaal zijn de risico’s beperkt. Er wordt onder de producenten wel allerhande kennis en ervaring gedeeld. 

Producten kopen van Coop 2060? Dat kan via hun website of je kan hen volgen op facebook.

Van 2060 fietste de groep door naar de gloednieuwe taproom van microbrouwerij Cabardouche in de Borgerhoutse centers (onder het treinspoor). Cabardouche koos voor het coöperatieve model omdat ze hun coöpeeranten als de beste ambassadeurs voor hun bier. Dankzij hun coöperanten konden zij het nodige kapitaal ophalen om de brouwerij en de taproom te kunnen realiseren. Het liefst van al zouden de brouwers hun bier gratis weggeven, het coöperatieve model laat hun toe daar zo dicht mogelijk bij in de buurt te komen. 

Je kan van donderdag tot zaterdag de biertjes van Cabardouche proeven in hun taproom in de Engelselei 254. Je kan hen volgen via instagram, facebook of hun website.

Even pauze bij microbrouwerij Cabardouche

Op bezoek in de kantoren van Q-Bus, Coopfabrik & ZuidtrAnt

De fietsers stopten vervolgens aan de Grotesteenweg in Berchem, waar een aantal coöperaties co-worken in een kantorencomplex. Annemie en Nico lichten toe waarom het coöperatieve boekhoudkantoor Q-bus zo nuttig is voor coöperaties, bij veel boekhouders een onbekende en grotendeels duistere ondernemingsvorm.  Q-bus streef intern naar een zo groot mogelijke betrokkenheid en gelijkwaardigheid van alle medewerkers, door te werken met een vlakke, horizontale structuur. Ze hechten groot belang aan duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen en vinden onderwijs, kunst en cultuur belangrijk. Q-bus is ook een van de oprichters van Coopfabrik, dat nieuwe en bestaande bedrijven wil begeleiden in het oprichten van een coöperatie.

Q-bus is op zoek naar accountants die zich bij hen willen aansluiten. Er is immers veel vraag naar coöperatieve accountants. Stuur eventuele geïnteresseerden zeker door naar hun website. Wie zelf coöperatieve plannen heeft kan dan weer terecht bij Coopfabrik. Je kan hen ook volgen op instagram of facebook.

Net boven Coopfabrik kan je de kantoren van ZuidtrAnt vinden. ZuidtrAnt is een lokale Rescoop (energiecoöperatie in handen van burgers) die in de Antwerpse Zuidrand gezinnen van groene stroom wil voorzien. Naast traditionele vormen van groene energie zoals zonnepanelen en windmolens willen ze met een tweede coöperatie (ZuidtrAnt-W) een warmtenet aanleggen die de restwarmte van de Agfa-Gevaertfabriek in Mortsel wil gebruiken om huizen en gebouwen fossielvrij te verwarmen.

Je kan coöperant worden van ZuidtrAnt via hun website. Afgelopen jaar konden ze een dividend van 4% uitgeven, bijna het maximum dat een coöperatie kan uitkeren. Volg hen via instagram of facebook.

Op enkele straten van ZuidtrAnt en Q-bus ligt het gebouw van het voormalige drukkerscollectief De Wrikker. De Wrikker was decennialang een begrip in de Antwerpse progressieve wereld, maar vorig jaar moesten ze ermee ophouden. De coöperatieve spirit heeft het gebouw echter niet verlaten. Sinds vorig jaar huisvest het de ateliers van Overdruk, de spirituele opvolger van de kunstenaars van Onderstroom.

In de winkel bij Coop Centraal

Aan de voorkant van het gebouw zit nu een nieuwe coöperatie. Coop Centraal is een democratische supermarkt, waarbij de leden samen kopen, samen beslissen en samen werken. Coop Centraal is het project van een aantal voormalige klimaatbetogers die het beu waren steeds geconfronteerd te worden met teleurstellingen en dus zelf het goede voorbeeld willen tonen. Coop Centraal wil tonen hoe een project dat ecologie hoog in het vaandel draagt ook concrete materialistische voordelen kan hebben voor de mensen die eraan deelnemen.  De klimaatcrisis kan volgens hen niet opgelost worden door de samenleving op dezelfde manier te organiseren zonder CO2, maar alleen door de manier waarop we dingen organiseren drastisch te veranderen. Coop Centraal toont hoe dat in ieders voordeel kan zijn en denkt dat het coöperatieve model daar de beste methode voor is.

Je kan Coop Centraal steunen door voor €25 lid te worden van het project, of je kan op woensdag, vrijdag of zaterdag eens langs komen in de winkel in de Patriottenstraat 27. Je kan meer lezen op hun website of hen volgen op instagram en facebook.

Special guest bij De Wrikker was Bob Dockx, één van de grote pioniers van de coöperatieve beweging in Vlaanderen. Bob vertelde ons over zijn ervaringen in het begin van de jaren ’70 bij garagecollectief De Krikker. Bob vertelde hoe hun insteek vooral begon bij het opleiden van hun klanten. Zo gaf De Krikker verschillende opleidingen waarbij ze op een laagdrempelige manier uitlegden wat bijvoorbeeld een carburateur doet.

De voorlaatste stop was het grootschalige cohousingproject De Wasserij van Wooncoop. Peter woont al heel lang samen met andere gezinnen in de Haringrokerij, een van de eerste cohousing project in België in het Antwerpse Zuid. Omdat hun kinderen ondertussen al een lange tijd het huis uit en ze zelf een dagje ouder worden, willen ze verhuizen om hun oude dag goed voorbereiden. Daarom gingen ze op zoek naar een nieuwe woonst. Die vonden ze op de oude locatie van Extra City. Sinds enkele jaren is De Haringrokerij een deel van het patrimonium van Wooncoop en ook dit nieuwe project wordt door hen beheerd. Wooncoop wil als coöperatie de voordelen van kopen en huren combineren onder het motto ‘huur bij jezelf’. In het nieuwe project in Berchem komt een gedeelde ruimte en zal ook een gezin op de vlucht gehuisvest worden.

De Wasserij

Wil je gezinnen in kwetsbare situaties helpen? Dan kan je solidaire aandelen kopen bij Wooncoop. Door je geld vijf jaar bij Wooncoop te parkeren en afstand te doen van rendement kan je kwalitatieve woningen helpen bouwen en garanderen dat zulke gezinnen een dak boven hun hoofd hebben. Ben je zelf op zoek naar een woning? Dan kan je eens kijken in het aanbod van wooncoop. Volg hen op instagram of facebook.

Afsluiten gebeurde met een heerlijke gezamenlijke maaltijd in De Beek, een voedselbewegingscollectief vlak naast Het Groen Kwartier. Iedere zaterdag kan je er voor €10-€15 (pay what you want) voedseloverschotten komen eten. De Beek verbaast altijd met interessante combinaties: de fietsers aten er onder andere venkelsteak met gefrituurde bonen en krulandijvie. 

Je kan iedere zaterdag in De Beek eten vanaf 18u30 na te reserveren via hun website of je kan hen volgen via instagram of facebook.

Alle deelnemers waren heel enthousiast over de fietstocht. Tijdens het slotdiner werden er nieuwe plannen en coalities gesmeed. Ideeën, feedback en tips zijn altijd welkom! Wordt vervolgd!

Eten en napraten bij voedselcollectief De Beek

Verslag learning journey ‘Commons & Civic Engagement in Urban Development'

AP Hogeschool organiseert binnen haar bacheloropleiding Vastgoed een International Class Real Estate. Dit semester voor Erasmusstudenten omvat een reeks wandelingen in Antwerpen. Commons Lab werd uitgenodigd om op 14 mei een learning journey ‘Civic Engagement in Urban Development’ te organiseren om studenten te laten nadenken over burgerengagementen in een context van stedelijke ontwikkeling. Commons Lab vrijwilliger Els Verstraete stelde deze Engelstalige wandeling samen. Daarbij liet ze de studenten proeven van diverse commons-initiatieven in Antwerpen-Noord, en belichtte ze de samenwerking van burgerbewegingen binnen het Toekomstverbond en de Grote Verbinding.


In tuinstraat De Pretstraat vertelde bewoner Astrid het verhaal van de gezamenlijke vergroening en verblauwing van de straat sinds 2017, met dank aan de burgerbegroting voor de geveltonnen.

De Verborgen Kloostertuin verraste de studenten met de gedeelde zorg van bewoners voor de kippenren, de composthoop, de samentuin met serre en waterreservoir.




Aan de Sint-Amanduskerk stond stagiair Seppe van het Commons Lab de groep enthousiast te woord over de buurtinitiatieven van Fundament 2060 in de kelders en de hoven van de kerk, waar ook een bijenkolonie onderdak krijgt. Al deze voorbeelden maakten het begrip ‘commons’ stap voor stap helder.

De wandeling liep verder door Park Spoor Noord via de wijk Den Dam langs de Slachthuissite, waar projectontwikkelaars in de schaduw van de werken rond de Oosterweelverbinding een nieuwe residentiële bestemming geven aan plekken die voorheen gedeeld werden door allerlei sportieve, sociale en creatieve buurtinitiatieven, zoals Buurman en het kunstenaarscollectief Archipel. De vroegere baas van het slachthuis bracht de oorspronkelijke werking van deze site nog even tot leven.

Aan de oevers van het Lobroekdok en met uitzicht op de drukke ring op de brug van Merksem gaf Els uitleg bij het toekomstige ontwerp voor de sleuf van de Oosterweelverbinding en het aanpalende Ringpark Lobroekdok. Uiteraard kwam ook het belangrijk aandeel van de burgercollectieven Ademloos, StRaten-Generaal en Ringland in het Toekomstverbond aan bod, waarbij samenwerking met overheden en experten via werkbanken een nieuw coöperatief model van sociale interactie in grootschalige infrastructuurprojecten laat zien. Vanop de fietsbrug over de IJzerlaan waren de werken voor de geplande tijdelijke bypass ondertussen volop aan de gang.

Na 3 uur wandelen was de (k)ring rond en hadden de studenten inzicht gekregen in allerlei engagementen van burgers die het menselijk gelaat en de leefbare schaal van een stad mee vorm kunnen geven.

Duizend Vlaamse tuinstraten tegen 2030 - Lancering Green Deal Tuinstraten

In 2030 zou Vlaanderen minstens duizend tuinstraten moeten tellen. Dat zijn straten waar meer ruimte is voor groen en water en waar mensen mekaar kunnen ontmoeten,  zonder de mobiliteit in het gedrang te brengen.  Om dat te realiseren hebben het Vlaamse Departement Omgeving en meer dan 30 organisaties, bedrijven en lokale overheden woensdag 15 mei in Mechelen de ‘Green Deal Tuinstraten’ ondertekend.

In een tuinstraat maakt grijze verharding plaats voor bomen, plantvakken, groene gevels en waterdoorlatende materialen. En er komen ontmoetingsplekken voor bewoners. Maar het blijft natuurlijk een straat, en mobiliteit is dus essentieel.  In tuinstraten streven we wel naar ‘zachte’ mobiliteit, dat wil zeggen dat wandelen en fietsen worden gestimuleerd en parkeerplaatsen gereduceerd.  Per straat wordt bekeken hoe dat kan.  In een doodlopende weg zijn er bijvoorbeeld andere mogelijkheden dan op een verbindingslaan.

Goed voor de natuur, goed voor de mens

Tuinstraten zijn een manier om ons aan te passen aan het veranderende klimaat.  De vergroening brengt verkoeling op warme dagen en is goed voor de biodiversiteit. De ontharding maakt dat water opnieuw in de grond kan dringen zodat het risico op droogte en overstroming afneemt. Maar meer groen is minstens even belangrijk voor het welzijn van mensen. Het wordt aangenamer toeven in de straat en bewoners zullen mekaar op die manier makkelijker ontmoeten. Tuinstraten zijn trouwens niet enkele bedoeld voor de steden.  Ook in veel dorpskernen is er nood aan meer groen en verbinding.

Structurele aanpak
Op verschillende plekken in Vlaanderen is de afgelopen jaren geëxperimenteerd met tuinstraten, Antwerpen telt er ongeveer 15, Mechelen 3 en in de Kempen loopt een project voor de aanleg van 50 tuinstraten, maar ook in kleinere gemeenten als Oostkamp en Denderleeuw zijn er al. Het gaat weliswaar om erg verspreide initiatieven. Iedereen werkt nu een beetje op zijn eigen eilandje. Bedoeling is de aanleg van tuinstraten meer structureel aan te pakken en deze experimenten te vertalen naar heel Vlaanderen. De Green Deal moet dat mogelijk maken. Ons doel ? Tegen 2030 minstens 1000 Vlaamse tuinstraten realiseren. 

 

Green Deals

Green Deals zijn een initiatief van de Vlaamse overheid. Het gaat om vrijwillige, ambitieuze engagementsverklaringen met bedrijven, organisaties en lokale overheden om samen op korte termijn duurzame acties te realiseren. Voor de Green Deal Tuinstraten nam het Departement Omgeving het initiatief samen met Infopunt Publieke Ruimte (Voetgangersbeweging), socio-culturele organisatie Commons Lab, waterzuiveringsbedrijf Aquafin, de Federatie van de Betonindustrie (FEBE), de Vereniging voor Openbaar Groen (VVOG) en de praktijkonderzoeksinstelling voor groenvoorziening Viaverda. Op dit ogenblik hebben al ruim 30 partners de deal ondertekend. Bedoeling is dat ze hun expertise en middelen bundelen, kennis opbouwen en praktische ondersteuning bieden, zodat het realiseren van tuinstraten voor iedereen haalbaar wordt. Ook na de ondertekening kunnen nog partners aansluiten bij de Green Deal.

De rol van Commons Lab

Als Commons Lab namen we mee het initatief om deze Green Deal op poten te zetten. Als sinds het ontstaan van Commons Lab zijn we actief met Tuinstraten. Wat 10 jaar geleden begon met een reeks kleine experimenten van enkele burgers in Antwerpen werd gaandeweg een begrip dat ook in onze organisatie een centrale rol is gaan spelen. Naast verschillende projecten in Antwerpen, werken we nu ook mee aan tuinstraten in alle gemeenten in de Kempen samen met IOK.

Samen met heel veel geëngageerde burgers en partners hebben we het begrip Tuinstraat al doende samen gedefinieerd: een Tuinstraat is voor ons een straat die de bewoners samen aanpakken, waar ze hun eigen ideeën en noden vormgeven. Een straat waar buren samen werken aan vergroenen, verblauwen, verbinden en verplaatsen. Een straat waar de bewoners onderling en met de lokale overheid afspraken maken over het beheer. Een straat van iedereen, voor iedereen, door iedereen! Bij Commons Lab geloven we erin dat tuinstraten het meeste kans hebben op slagen als bewoners ze samen als gemeengoed of common mee kunnen beheren.

De komende jaren zullen we ons dus verder inzetten om iedereen in Vlaanderen kennis te laten maken met het concept ‘Tuinstraat’. Daarbij hopen we vooral veel burgers te overtuigen om zelf aan de slag te gaan, samen met hun buren, om hun straat om te toveren in een Tuinstraat.

Verder zullen we in de nabije toekomst ook onze website www.tuinstraten.be en de bijhorende Tuinstraten-Facebookgroep verder uitbouwen tot een platform voor het delen van kennis en know-how over Tuinstraten in Vlaanderen. Nieuw is ook een bijhorende Instagramaccount: @Tuinstraten.be

Meer info:  omgeving.vlaanderen.be/nl/020-tuinstraten

Sfeerverslag: Open Commons Forum #2: 'Over de Vaart'

Op zaterdag 16 september 2023 verzamelden Schotenaren en liefhebbers van de Vaart zich voor een bijzonder evenement langs de Schotense vaart. Het beloofde een dag vol activiteiten en discussies te worden, met als doel de vaart en haar oevers te verkennen en te bespreken hoe deze plekken weer tot leven kunnen worden gebracht als gemeenschappelijke ruimtes. We hopen zo ook buurbewoners, wijkverenigingen, de gemeente en andere geïnteresseerden te inspireren om hier verder mee aan de slag te gaan. Een 75-tal bezoekers kwamen de sfeer op snuiven en ‘dobberen’ over de vaart.

 

Gemeenschappelijk beheer

Het evenement begon rond de middag met een collectieve inspanning om de vaart en haar oevers op te ruimen. In samenwerking met de wijkvereniging Schoten Donk werd een river clean-up georganiseerd, waarbij deelnemers de kans kregen om de vaartkant op te ruimen. Een 30-tal helpende handen verzamelden zo’n 60 kg afval. Bij vorige clean-up acties was dat vaak meer, wat uiteraard alleen maar een goed teken is. We kunnen voorzichtig stellen dat de vaart(kant) properder is geworden.

 

Tijdens de wandeltocht kwamen de deelnemers bordjes tegen met dilemma’s op over belangrijke thema’s zoals: kies je voor ‘plezier & vertier’ of voor ‘stilte & rust’ langs de vaart? Of: ‘Meer ruimte om te wonen’ of ‘Meer ruimte om samen te zijn’ langs het water? Met deze bijna onmogelijke keuzes wouden we vooral ook mensen doen nadenken over hoe beide opties te verzoenen zijn met elkaar. ‘Het jaagpad is van iedereen’ is een bekende spreuk die opduikt langs kanalen in Vlaanderen maar is het beheer van de vaart(kant) ook een gedeelde verantwoordelijkheid? De clean-up actie was alvast een knap voorbeeldje van gemeenschappelijk beheer.

 

Dobberen over de vaart

Voor degenen die gewoon wilden genieten van het water, was er ook de mogelijkheid om hun eigen boot, kano of sup mee te brengen. Een blauwalgen-alarm dreigde even roet in het eten te gooien. Zwemmen werd expliciet verboden door de politie maar ronddobberen op het water mocht gelukkig wel.

De waterkwaliteit stond sowieso op het programma. Waterland vzw kwam samen met iedereen die interesse had de kwaliteit onderzoeken met verschillende eenvoudige proefjes. Waterland is een organisatie die creatief met burgers creatief aan de slag gaat voor een land waar het water bruist van het leven. Coördinator Lieven nam ook even het woord om hun missie toe te lichten. We konden concluderen dat, met uitzondering van de eventuele blauwalgen, de kwaliteit van de vaart in Schoten best goed was: de bodem was goed zichtbaar en er werden geen te hoge E-coli waarden gemeten. E-coli is een bacterie die we in het darmstelsel terugvinden en in onze waterlopen terecht komt als er ongezuiverd rioolwater overloopt in onze grachten, beken, rivieren en kanalen. 

 

Een verteller van Antwerp Ghostwalk kwam ook langs met historische verhalen over ‘Schoten Bad’, over wat er de afgelopen decennia leefde op en langs de vaart. Ooit was het stukje vaart in Schoten een trekpleister voor dagjes toeristen die er kwamen genieten én zelfs zwemmen in het water.

Het doel van de dag was om naast letterlijk ook spreekwoordelijk samen over de vaart te dobberen en dus in dialoog te gaan. We kozen qua locatie een stukje vaart langs Brughuis13, ook wel het ‘minst bestemde’ stukje vaartkant, een stuk dat nog niet echt een functie heeft en nog niet geclaimd is. Daardoor konden we vrij nadenken over deze en andere plekken langs het water.

Verschillende bootjes en sups dobberen over de vaart!

 

In kleine groepjes werden deelnemers gevraagd om na te denken over het potentieel van de verschillende stukken vaart. Op een grote kaart die werd geschilderd door enkele lokale creatievelingen werden dromen en ideeën samengebracht. Enkele zaken die vaak terugkwamen:

  • Snelheid matigen om de omgeving aangenamer te maken: auto’s zouder minder snel mogen rijden over de brug en snelle fietsen op de jaagpaden zijn niet ideaal in combinatie met tragere weggebruikers. Misschien is een scheiding tussen een fiets- en voetpad iets? Sowieso waren vele deelnemers overtuigd dat het stukje trage weg in plaats van een breed geasfalteerd jaagpad erg waardevol is.

  • Om zwemmen in het kanaal in de toekomst mogelijk te maken, zou er wel ingezet moeten worden op veiligheid. Bijvoorbeeld de bodem zou regelmatig proper moeten worden gemaakt zodat er geen gevaarlijke, scherpe voorwerpen op liggen.

  • De deelnemers zien veel potentieel in het oude sluiswachtershuis en bijhorende tuin als verbindende plek langs de vaart. Verschillende deelnemers vinden dat de buurt het voortouw kan nemen om de plek om te toveren tot een plek voor en door de buurt. Zo zou er ruimte kunnen zijn voor een volkskeuken, ruimte voor tentoonstellingen. In de tuin zou er plaats kunnen komen voor een gezellige picknick of een samentuin. Een horecaplek met een openbaar toilet voor voorbijgangers was ook een idee dat soms terugkwam. Een andere deelnemer droomt van waterfietsen die ontleend kunnen worden aan het sluiswachtershuisje.

  • De Japanse duizendknoop tiert welig langs de vaart, kunnen we deze soort op een andere manier beheren en inperken? Kunnen we er bier of limonade met maken? Of kunnen we bijvoorbeeld de vezels gebruiken als grondstof creatieve projecten? Een ander idee dat kwam bovendrijven was het inzetten van een kudde schapen om de vaartkanten op een natuurlijke manier te begrazen en proper te houden.

‘Alles is mogelijk aan de Vaart’

Burgemeester Maarten De Veuster kwam luisteren naar de dromen van de aanwezigen

Ook de burgemeester en de schepen voor ruimtelijke ontwikkeling van Schoten kwamen langs en zagen veel motivatie bij de aanwezige buurtbewoners om de vaart(kanten) samen aan te pakken. De gevleugelde woorden ‘Alles is mogelijk aan de vaart’ vonden we wel een toepasselijke uitspraak van een van de deelnemers. We geloven als organisatoren na het zien van alle enthousiasme dat buren hierbij ook een actieve rol kunnen spelen. De vaart is gemeengoed!

 

We maakten samen met de aanwezigen een potentiekaart van de vaart in Schoten.

Verbondenheid over de vaart vieren

Na denk- en droomwerk over de vaart was het opnieuw tijd om te ontspannen. We vierden de verbinding rond het water met een gezellig samenzijn oftwel een ‘Guinguette’. De letterlijke betekenis van dat moeilijke Franse woord: een gezellig barretje langs het water waar je terecht kan voor een drankje, een hapje en een dansje. We konden verschillende lokale biertjes en limonades verkopen. Het was aangenaam vertoeven langs het water in het avondzonnetje. Studijo Bos nodigde de band ‘Hommeles’ uit die met de (bak)fiets uit Antwerpen kwamen om een concertje te spelen.

Hommeles maakt er een feest van!

 We kijken als organisatoren terug op een aangename eerste experiment langs de vaart in Schoten. Hopelijk kunnen in de toekomst geïnteresseerden de verschillende dromen en ideeën samen nog verder verkennen. Toen we klaar waren met het opruimen van het evenement zagen we nog net hoe in de schemer enkele jongeren zich toch aan zwemmen in de vaart waagden. Wie zet mee een volgende editie op poten met als titel: ‘In de vaart’?

 


‘Over de Vaart’ was een event georganiseerd door actieve burgers uit Schoten, Brug14vzw, Circulair2900, Waterland vzw en Commons Lab vzw in samenwerking met Studijo Bos, Antwerp Ghostwalk en wijkvereniging Donk.

 

OVER DE ORGANISATOREN:

Brug14 vzw is een gedreven vzw vernoemd naar de brug die twee delen van Schoten harmonieus verbindt. In het verleden hebben we deze verbinding tot stand gebracht door initiatieven zoals "Schoten Bad", een eerbetoon aan het verleden van Schoten als badstad, en tegelijkertijd een blik op de toekomst met het Havenplein en de vaart als toonaangevende ontmoetingsplekken. Vandaag trekt Brug 14 vzw het project Circulair2900. Daarbij draait alles om het cultiveren van een cultuur van delen, herstellen en duurzaam gebruik.

 

Waterland vzw gaat met burgers creatief aan de slag voor een land waar het water bruist van het leven. Waterland trekt en ondersteunt acties die op een creatieve en inspirerende manier water opnieuw aantrekkelijk maakt: water als een bron van plezier, water als een bron van biodiversiteit. Waterland realiseert met burgers, (burger-)organisaties, waterprofessionals en overheden innovatieve waterprojecten. We wisselen kennis en informatie uit over het belang en de werking van gezonde watersystemen om zo iedereen mee te krijgen een nieuwe watercultuur in het verstedelijkte Vlaanderen.

 

Commons Lab vzw is een laboratorium voor gemeenschappelijkheid. Het initieert, ondersteunt en promoot vernieuwende en inspirerende commonsgerichte experimenten. Als erkende socio-culturele organisatie heeft Commons Lab als missie commons (terug) op de te kaart zetten in Vlaanderen en daarbuiten. Commons Lab vormt ook een groeiende community, een lerend netwerk van burgers, ambtenaren, academici, ondernemers en politici die willen delen, verbinden en samenwerken. We experimenteren samen een toekomst!

Neem deel aan de Green Deal Tuinstraten

Deelnemers van de Green Deal Tuinstraten worden gestimuleerd om te experimenteren met de aanleg van een tuinstraat en kennis uit te wisselen met andere deelnemers via het lerend netwerk. Ze krijgen toegang tot kennis, instrumenten en good practices. De initiatiefnemers organiseren regelmatig lerende netwerken voor alle deelnemers met sessies over diverse thema’s en kunnen ad hoc vragen beantwoorden. Bovendien kunnen partners en deelnemers extra informatiesessies organiseren die worden gepromoot via de nieuwsbrief. Als je zelf sessies wilt organiseren, aarzel dan niet om deze aan te geven bij je deelname via het invulformulier.

Wat wordt er van deelnemers verwacht?

Naar analogie met andere Green Deals biedt ook de deelname aan de Green Deal Tuinstraten de mogelijkheid om deel te nemen als doener of denker.

Doeners zijn onder andere lokale besturen, burger(organisatie)s of intercommunales. Een deelname betekent het ondernemen van concrete acties en het daadwerkelijk aanleggen van een of meerdere tuinstraten. 

Als doener:

  • verbind je je ertoe om minstens één tuinstraat aan te leggen. De tuinstraat voldoet aan de vier aspecten, nl. vergroenen, verblauwen, verbinden en verplaatsen. Algemeen verwachten we dat op de 4 aspecten een zeker ambitieniveau gehaald wordt

  • deel je kennis en ervaring met andere deelnemer

  • neem je deel aan lerende netwerken

  • maak je de resultaten van je acties publiek

  • rapporteer je periodiek over de stand van zaken van je project (per kwartaal)

  • maak je werk van gerichte communicatie om het brede publiek mee van het voordeel van tuinstraten te overtuigen

Denkers zijn organisaties met expertise op het gebied van vergroening, verblauwing, verbinding en verplaatsing, zoals ontwerpbureaus, bedrijven, participatiedeskundigen, belangenorganisaties, milieudeskundigen of ervaringsdeskundigen. Een deelname betekent het delen van die kennis en expertise met de andere deelnemers om zo bij te dragen aan de ontwikkeling en implementatie van innovatieve oplossingen voor drempels bij de aanleg van tuinstraten. 

Als denker:

  • deel je kennis en ervaring met andere deelnemers op verschillende manieren

  • neem je deel aan lerende netwerken

  • ondersteun je actief de doeners met eigen expertise of aanbod

Kortom, de Green Deal Tuinstraten biedt zowel doeners als denkers de kans om bij te dragen aan een meer duurzame en leefbare toekomst, door middel van concrete acties, kennisdeling en samenwerking binnen een breed netwerk van stakeholders.

Voorbeelden van acties

Voorbeeldacties voor doeners:

  • Volledige heraanleg van straten: het herontwerpen van straten om meer ruimte te bieden aan groenvoorzieningen, wateropvang, sociale voorzieningen en duurzame verplaatsingen en de buurt mee te betrekken met als doel de straten veiliger, aantrekkelijker en duurzamer te maken. 

  • Planten van toekomstbomen of aanleg van geveltuintjes waarbij met de bewoners wordt samengewerkt en waterinfiltratie mogelijk wordt gemaakt.

  • Inrichten van ontmoetingsplekken: het creëren van groene ontmoetingsplekken in de straten om sociale interactie en gemeenschapsgevoel te bevorderen.

  • Implementeren van waterelementen: het integreren van waterelementen zoals regenwateropvangsystemen, wadi’s en waterdoorlatende bestrating om het straatbeeld te verblauwen, de waterhuishouding te verbeteren en het microklimaat te reguleren. 
    Parkeerstrook omvormen tot een groene zone waarbij de buurtbewoners mee betrokken worden.

Voorbeeldacties voor denkers:

  • Organiseren van workshops om bijvoorbeeld bewoners bewust te maken van het belang van groene en verbonden straten, en om hen te inspireren om zelf bij te dragen aan de vergroening en verduurzaming van hun omgeving.

  • Mee zorgen dat de tuinstraat de norm wordt bij heraanleg

  • Deelnemen aan het lerend netwerk en kennis over bijvoorbeeld geschikte beplanting voor een straat met wateroverlast delen

  • Ad hoc informatie geven over bijvoorbeeld participatiestrategieën of beplantingskeuzes

  • Verzamelen en delen van good practices 

  • Uitwerken van een nieuwe methodiek voor een aspect binnen het thema tuinstraten en dit delen met de deelnemers 

Inschrijven

Wil je deelnemen aan de Green Deal Tuinstraten? Het officiële ondertekenmoment vindt plaats op woensdag 15 mei 2024 in CC Mechelen (9.30-13.00). Je schrijft je het best in vóór 1 mei 2024 om ook te kunnen deelnemen aan het officiële startmoment op 15 mei, maar ook nadien zal het nog mogelijk zijn om aan te sluiten. 

Schrijf je in via deze link.

Koen Wynants
Tegeltaxi Antwerpen onthardt de stad samen met bewoners: 550 stoeptegels opgehaald tijdens Lenteklaar.

Antwerpen, 25 maart 2024.

Vrijwilligers van de tegeltaxi aan de slag in een straat. - © Commons Lab

Afgelopen weekend stond in district Antwerpen de jaarlijkse ‘Lenteklaar’-actie op het programma waarbij buren hun straat properder en groener maken. De bewoners van het district konden vanaf dit weekend ook voor het eerst gratis beroep doen op Tegeltaxi Antwerpen. Dit is een initiatief van Commons Lab vzw en burgercollectief Fundament 2060 vzw met steun van de Burgerbegroting district Antwerpen. Vrijwilligers haalden in 10 straten maar liefst zo’n 550 stoeptegels op.

 

De Tegeltaxi Antwerpen biedt een antwoord op een nood aan ondersteuning bij het ontharden in de stad. Hoewel bewoners van Antwerpen zonder vergunning een geveltuin voor hun woning kunnen aanleggen, zijn zij volgens de politiecodex zelf verantwoordelijk voor de opslag van de verwijderde stoeptegels om ze eventueel ooit terug te kunnen plaatsen. De initiatiefnemers zeggen dat deze regel een grote drempel vormt voor bewoners om te beginnen met ontharden en vergroenen in hun straat. “Niet iedereen beschikt namelijk over voldoende ruimte om de tegels bij te houden.”, vertelt Koen van Fundament 2060, “We willen met dit experiment op een creatieve en kritische manier deze regelgeving in vraag stellen.” Verder vormt volgens de initiatiefnemers ook het afvoeren van puin een obstakel, dit is bijvoorbeeld moeilijk zonder auto. “De Tegeltaxi helpt de bewoners van het district Antwerpen dus met de afvoer van tegels en puin én maakt van de opslag een collectieve verantwoordelijkheid." aldus Iris, verantwoordelijke voor de tegeltaxi vanuit Commons Lab, “We zullen de tegels opslaan in een gemeenschappelijke kelder bij Fundament 2060.”

 

Vrijwilligers van de tegeltaxi poseren samen met een enthousiaste bewoner waarbij de taxi 250 tegels ophaalde. - © Commons Lab

Opslag van de tegels in een Tegelbibliotheek

Dit weekend was deelnemer Greet alvast grote fan van de Tegeltaxi: “we zijn superblij dat een team vrijwilligers van de tegeltaxi zowel de tegels als het puin kwamen ophalen.” Greet ontving net als alle deelnemers een ‘Tegelbibkaart’ waarmee ze later tegels terug kan ophalen in de tegelbibliotheek. Niet alleen biedt de Tegeltaxi dus een oplossing voor de opslag van de opgehaalde tegels, maar het project voorziet ook in een systeem voor de eventuele teruggave ervan.  

Het succes van de eerste rit van Tegeltaxi Antwerpen onderstreept de nood aan logistieke ondersteuning bij het ontharden en vergroenen van de stad én dat ook burgerinitiatieven hieraan kunnen bijdragen.

De Tegeltaxi zal opnieuw uitrijden in het weekend van 18 en 19 mei 2024 en tijdens de Herfstklaar 2024. Tegeltaxi Antwerpen is er voor geveltuintjes van maximum 3 m². Voor het ontharden van grotere oppervlaktes op privéterrein staat de Tegelservice van 'Antwerpen voor Klimaat' ter beschikking van burgers in de stad Antwerpen.

Voor meer informatie over Tegeltaxi Antwerpen en hoe je kan deelnemen, kan u vinden op www.commonslab.be/tegeltaxi of mail ons via tegeltaxi@commonslab.be

Perscontact:

Joppe Ruts, joppe@commonslab.be

Over de ‘Grond van de (landbouw)zaak’ - Verslag, conclusies en vervolg Open Voedselraad Antwerpen  

Op de Antwerpse open Voedselraad van woensdag 31 januari 2024 werden gericht een aantal specifieke sprekers uitgenodigd om informatie te verzamelen over de ‘Grond van de landbouwzaak. Hoeveel (publieke) landbouwgronden zijn er nog? Wie is eigenaar? Hoe worden ze momenteel gebruikt? Hoe zouden we ze in de toekomst betaalbaarder, ecologischer kunnen maken? Kunnen we opnieuw een sociale invulling geven aan landbouwgronden zoals weleer? In Antwerpen is er net zoals in de meeste Vlaamse steden en gemeenten geen bewust ruimtelijk landbouwbeleid wat ook de duurzame landbouwtransitie sterk hindert. 

Gemeenten, OCMW’s, kerkfabrieken, provinciebesturen en hogere overheden bezitten samen heel wat publieke gronden. Bijvoorbeeld in Oost-Vlaanderen ruim 10% van de oppervlakte, of bijna 28.000 ha. De jongste 10 jaar evolueerde dit publiek grondbezit sterk via omvangrijke aankopen en verkopen. De redenen daarachter zijn ontwikkelingen voor natuur, industrie, recreatie, wonen, waterbeheer en infrastructuurwerken, of het genereren van geld voor eigen projecten. De opvallende afwezige in het grondenmanagement van de openbare besturen is een landbouwbeleid. De analyse van publieke grondtransacties in gans de provincie Oost-Vlaanderen tussen 2010 en 2020 levert amper voorbeelden met een landbouw- of voedseldoelstelling. Het doctoraatsonderzoek van Hans Vandermaelen (UGent – ILVO) brengt deze realiteit scherp in beeld. Vandermaelen bestudeerde niet alleen de totale hoeveelheid publiek grondbezit in 2020, maar ook de evolutie ervan tussen 2010 en 2020. Zowel het aantal aankopen als verkopen van publieke eigendommen ligt hoog. 

Het aantal verkooptransacties - vooral door de OCMW’s en de kerkfabrieken - is spectaculair te noemen, zeker in vergelijking met de eeuwenlange geschiedenis van deze gronden. Het grondbezit van alle OCMW’s samen daalde het laatste decennium met bijna 20%. Dat van alle kerkfabrieken samen met bijna 10%. Met de opbrengst financierden de verkopers projecten in het eigen werkveld of op het eigen grondgebied. De verkopende besturen verantwoorden de transacties met de boodschap dat een verkoop niets wijzigt aan de planbestemming van de grond, dus weinig impact. 

Het argument klopt ten dele: landbouwgrond blijft meestal landbouwgrond. Maar het negatief effect op de landbouwbedrijven blijkt toch veel groter dan vermoed, legt Hans Vandermaelen uit. Via kwalitatief onderzoek legde hij de processen bloot die zich voltrekken bij de landbouwbedrijven in het geval van een verkoop. 
 
Het is het feitelijk landbouwgebruik dat drastisch kan gaan schuiven. Er wordt aan de verkoopzijde steevast gestreefd naar een zo hoog mogelijke prijs, waardoor aan de aankoopzijde kapitaalkrachtige actoren, niet noodzakelijk met landbouwdoelstellingen, sterker staan. Sommige pachters voelen zich genoodzaakt om toch zelf te kopen en steken zich in schulden. Ze hopen op die manier de toekomst van hun familiaal landbouwbedrijf veilig te stellen, maar maken het voor hun opvolgers onbetaalbaar om het bedrijf over te nemen. Wanneer de gronden verkocht worden aan anderen, dan hebben die het recht om een pachtovereenkomst stop te zetten als ze er zelf aan landbouw willen doen.’ 

Een casestudie over de eigendommen van OCMW Gent toont ook een inschatting van de breedte van het fenomeen. In Oost-Vlaanderen pachten 160 verschillende landbouwers meer dan 10% van hun areaal bij het OCMW van Gent. Gemiddeld gaat het zelfs over 30%. ‘Een eventuele verkoop van zulke OCMW gronden beïnvloedt hoogstwaarschijnlijk ook de overige 70%, want uit eerder onderzoek weten we dat het verlies van zelfs een klein deel van het bedrijfsareaal tot een faillissement kan leiden. Boeren die zich gedwongen voelden om hun pachtgrond duur te kopen dreigen anderzijds te eindigen met een moeilijk over te nemen bedrijf met een hoge schuldgraad.’ 

Het besluit is dat het ruimtelijk effect van een verkoop van publieke gronden, die van oudsher voor landbouw dienden, zowat drie keer zo groot is dan je zou verwachten. De facto wordt er vanuit Gent over de toekomst van 160 landbouwbedrijven mee beslist. De casestudie OCMW Gent suggereert dat er in heel Vlaanderen vele honderden landbouwbedrijven zijn wiens toekomst mee afhangt van het grondbeleid van publieke instellingen. Het negatief effect van verkopingen op de betrokken landbouwbedrijven wordt tot nu toe onderschat of genegeerd. De realiteit ervan blijkt nog niet doorgedrongen, zelfs niet bij openbare besturen die actief inzetten op een lokale voedselstrategie. 

In de provincie Antwerpen is 46% van het ruimtelijk bestemd landbouwgebied feitelijk gebruikt door niet-landbouwtoepassingen. De cijfers over publieke gronden voegen daar een nieuwe vaststelling aan toe. Ze tonen hoe de afwezigheid van landbouwdoelen in het grondbeleid van alle openbare besturen de landbouwruimte nog verder onder druk zet. 
— Hans Vandermaelen

Net op het moment dat de landbouwsector voor gigantische uitdagingen staat, toont dit onderzoek dat het grondbeleid van publieke instellingen wordt gekenmerkt door een quasi-totale afwezigheid van landbouwdoelen. Tegelijk toont de analyse voor vele andere beleidsdomeinen ook aan hoe belangrijk publiek grondbezit is om succesvol beleidsdoelen te realiseren. Met 10 % publieke grond is er nog steeds een groot potentieel om ook een gericht landbouwbeleid te realiseren. 

De Landgenoten 

De Landgenoten zet in op het beheer van gronden als een common, een gemeengoed waar de hele maatschappij verantwoordelijk voor is en de vruchten van kan plukken. Dit nieuwe idee heeft tijd nodig om te rijpen in de geesten van de mensen. Maar het is tegelijkertijd heel logisch: net zoals water en lucht is voedsel immers een basisbehoefte waarvoor landbouwgrond noodzakelijk is. Met deze innovatieve oplossing inspireren we tal van organisaties, start-ups, sociale ondernemingen, overheden, … 

De Landgenoten is een coöperatie en een stichting die landbouwgrond koopt met het geld van aandeelhouders en schenkers. Zij verhuren die grond aan bioboeren via loopbaanlange contracten. Door boeren een langlopend huurcontract aan te bieden, stimuleren we de groei van duurzame landbouw in Vlaanderen, verzekeren we de continuïteit van landbouwbedrijven en beschermen we de opgebouwde bodemvruchtbaarheid voor de volgende generatie bioboeren. We nemen trouwens ook grond in beheer of geven advies aan grondeigenaren om hun grond duurzaam te laten bewerken. Bovendien zoeken we overnemers voor landbouwers die stoppen

De Landgenoten kwamen hun Toolbox voorstellen voor lokale besturen. Een lokaal bestuur kan optreden als grondeigenaar, facilitator en/of regulator. Deze toolbox geeft publieke grondeigenaren handvaten en inspiratie om zelf aan de slag te gaan met het bestemmen van hun publieke landbouwgrond voor duurzame, professionele landbouw.  

Ook Kim Verstrepen van het Kabinet van schepen Tom Meeuws kwam een korte toelichting geven. De stad Antwerpen beschikt sowieso over heel veel info en data. Maar die zijn nog niet verzameld en geanalyseerd. De stad/OCMW beschikt nog over publieke landbouwgronden, maar niet op het grondgebied Antwerpen. Heel deze thematiek is sowieso opgenomen in de Antwerpse Voedselstrategie. Ook in het vernieuwde Ruimtelijk Structuurplan van de stad is het thema ‘Ruimte voor voedsel’ opgenomen. Ook in Antwerpen is er dus nog heel wat onderbenut potentieel voor duurzamere en faire landbouw. De Kinderboerderij van Wilrijk heeft recent een nieuwe concessiehouder gekregen. De stad stelde een heel ambitieus programma als voorwaarde op. Er was heel veel interesse. 

Kinderboerderij Wilrijk als ‘best practice’ in Antwerpen 

Adje Van Oekelen (De Volle Grond, PAKT) kwam als één van de mede-initiatiefnemers De Kinderboerderij van Wilrijk voorstellen. Bezielers Steven, Tijl en Tim hebben enkele jaren geleden een team van experten samengesteld dat nodig was om een groot project als dit mogelijk te maken, dit team heeft de naam vzw De Koempanie gekregen. Het team bestaat uit dierenverzorgers, leerkrachten, boeren, bodemexperten en sociale organisaties. Allemaal samen hebben ze ervoor gezorgd dat die Kinderboerderij in Wilrijk eindelijk weer de deuren kon open doen. De kinderboerderij moet een plaats zijn waar maatwerk, duurzaamheid, educatie en ontspanning centraal staan. Het moet een gezellige en aangename plaats worden voor de Wilrijkenaren, de Antwerpenaren en alle andere bezoekers.  
Voor de landbouw ligt de focus op de korte keten en ecologische landbouw technieken. Door het toepassen van innovatieve landbouwtechnieken kunnen ze reeds op korte termijn starten met telen. Ze zullen een community based principe toepassen waarbij ze met geïnteresseerde buurtbewoners aan de slag gaan zodat ook zij kunnen genieten van onze verse groenten.  

De kinderboerderij moet over de hele lijn een sociale onderneming zijn. Ze willen een vangnet zijn voor kwetsbare mensen en jongeren en hen opvangen in een positieve omgeving. 
— Adje, Kinderboerderij Wilrijk

Bij elke stap en beslissing die ze nemen zullen ze steeds kiezen voor de meest duurzame oplossing. Ze willen een voorbeeld zijn als het gaat om duurzaamheid. Hun aandacht zal vooral uitgaan naar de innovatieve landbouwtechnieken en ecologische regeneratie. Want hun grootste uitdaging zal de bodemverontreiniging zijn.  

Het laatste woord kreeg Lien Vrijders van de gloednieuwe ‘klimaatboerderij’ Grassroots. Lien is bioloog van opleiding en heeft al een hele carrière achter de rug. Ze hield zich bezig met het ​ verlies aan biodiversiteit en de ecologische uitdagingen die op ons afkomen door de klimaatverandering. Maar ze merkte dat de samenleving er traag op reageert. In 2014 is ze dan landwijzer gaan volgen. Dat is een praktijkgerichte landbouwopleiding die veel mensen aantrekt die niet uit een landbouwgezin komen. Zo belandde ze van achter de computer op het veld.   

Ze is vorig jaar na een heel lange en frustrerende zoektocht kunnen starten op een stuk landbouwgrond in Vremde, een deelgemeente van Boechout. Ze had geen enkel zicht op garanties voor het gebruik van de landbouwgrond na het opstartjaar 2023. In maart 2023 lanceerde de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) een projectoproep voor het perceel van 3,5 hectare, voor een korte keten-project. Lien Vrijders wist gelukkig met haar project ‘Grassroots’ de jury te overtuigen. Hierdoor kon ze verder weken op haar perceel. Gek genoeg heeft ze momenteel nog steeds geen enkele formele overeenkomst met de VLM.  

Word lid van nieuwe werkgroep 

Wervel vzw en de Landgenoten gaan een werkgroep opstarten om vervolgacties rond (publieke) landbouwgronden in elkaar te steken. Ze wil kijken of we tot beleidsaanbevelingen kunnen komen en ook de lokale situatie in Antwerpen concreet bekijken. Eerste bijeenkomst in de loop van maart 2024. 

Burgers, middenveldorganisaties, experten, landbouwers, … zijn allemaal welkom! Info en contact: dorinne@wervel.be  

  

Interessante links en presentaties: 

 

De Voedselraad Antwerpen is een samenwerking tussen Commons Lab vzw, Wervel vzw, Rurant, Fundament 2060, Saamo, Stadsakker, stad Antwerpen en allerhande Antwerpse voedselpioniers. 

Koen Wynants
Verslag – ‘De financiering van collectieve waarde(n): van uitdagingen naar oplossingen’

Vrijwilliger Els ging Commons Lab vertegenwoordigen en bijleren op 25 januari op een evenement van kennisplatform Collectieve Kracht en Katalys in Driebergen-Zeist (NL). Haar verslag lees je hieronder:

Met de fiets kom ik aangereden op het Landgoed De Reehorst in Zeist. Daar verrijst tussen oude bomen het hoofdkantoor van Triodos Bank Nederland. RAU Architecten ontwierpen in 2019 een volledig remontabel, houten organische gestalte, die wereldwijd de toon zette op circulair en duurzaam gebied.

Deze biotoop tussen natuur, cultuur en economie is een gedroomde plek voor CollectieveKracht (kennisplatform voor burgercollectieven in Nederland sinds februari 2021) en Katalys (stichting voor krachtige ondersteuning van lokale initiatieven in Nederland) om burgercollectieven en financiers van allerlei pluimage bijeen te brengen om samen te reflecteren en mekaar te inspireren.

Tine De Moor (momenteel hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en trekker van CollectieveKracht) modereert het evenement en verwelkomt de ruim 200 aanwezigen als ‘swimfluencers’.

Prof. Tine De Moor als moderator

Keynote van Hans Stegeman, hoofdeconoom Triodosbank Nederland

Hans Stegeman (hoofdeconoom Triodosbank) vertelt in zijn keynote dat ook Triodos, ooit gestart als burgerinitiatief, gevangen zit in het systeem tussen overheid en markt. Om deze laag ‘waarin wij als burgers zitten’ ruimte te geven – weg van de dominantie van private markten – is een mind shift nodig. Via de logica van transformatieve impact probeert Triodos in de driehoek tussen risico, rendement en impact de nadruk te leggen op impact als collectieve waarde die niet in geld uit te drukken is. Dit door de vraag te stellen ‘Wat helpt de transitie verder?’, in plaats van ‘Wat is duurzaam?’.


In een breakout-sessie over ‘Burgercollectieven, meer of juist minder risicovolle investeringen?’ reflecteert het panel in eerste instantie over de risico’s die financiers ervaren bij burgercollectieven (BC). Een opsomming:

  • het BC-businessmodel (verdienmodel, financiële levensvatbaarheid, niet zozeer financieel rendement)

  • de mensen zelf (amateurisme, betrokkenheid, continuïteit,…)

  • de impact(meting)

  • de rol van de overheid

  • onbekendheid van en met de risico’s door het innovatieve en startersaspect van BC’s (hoe langer iets bestaat, hoe minder risico een project inhoudt)

  • onduidelijkheid over welke (andere) financieringsbronnen er zijn, wie de risico’s draagt en hoe de BC is ingebed in een ecosysteem (als eventueel vangnet)

  • het type BC (sociale onderneming die kan overleven versus collectieven die afhangen van een soms ‘onbetrouwbare’ overheid)

De tweede ronde focust op de kwaliteiten van BC’s die niet in het financieringsplaatje gewaardeerd worden. Het zijn er veel:

  • BC’s creëren een draagvlak in de eigen omgeving (inzet/contributies van leden zelf)

  • hierdoor is er minder lokale tegenwerking of vertraging

  • betekenis voor de buurt/wijk/stad

  • continuïteit van de lokale inbedding (lange-termijn-engagement ziet men niet altijd)

  • ontwikkelen gemeenschapszin

  • activeren ondernemerschap (buurtmakers die consumenten transformeren tot producenten)

  • integreren diverse activiteiten (energie, wonen, zorg,…), meervoudige waardecreatie

 


Breakout-sessie over ‘Burgercollectieven, meer of juist minder risicovolle investeringen?’

Ten slotte zoeken panelleden en toehoorders samen naar oplossingen:

  • noodzaak van goede begeleiding van BC’s op financieel en ondernemingsvlak

  • initiatiefnemers van BC’s die zelf ook geld inbrengen, crowdfunding

  • structureringscapaciteit verhogen om meervoudige waardecreatie te bevorderen (diverse BC’s die functies combineren, bijvoorbeeld in één gebied, verhoogt ieders veerkracht en verlaagt risico’s en transactiekosten)

  • expertise opbouwen rond financieringsproces van BC’s (van starter tot verder)

  • cofinancieringen organiseren, fonds als één spreekbuis dat BC’s begrijpt

  • bundelen van aanvragen in een fonds

  • uitbouwen van stabiel overheidsbeleid

  • overheden veranderen aanbestedingsregels ten gunste van collectieve diensten (minder faalkosten)

  • mogelijkheden uitpluizen van een ANBI (= Algemeen Nut Beogende Instelling in Nederland die het algemeen belang nastreeft en bepaalde belastingvoordelen krijgt)

De synthese van de andere break-out sessies brengt ook volgende aandachts- en werkpunten naar voren:

  1. Collectieven met vastgoed ervaren een paradox tussen het feit dat de financiering van het goed (als middel) tastbaar is, terwijl de ‘neveneffecten’ (als doel) meer maatschappelijke waarde ressorteren, maar minder zichtbaar zijn.

  2. Er is nood aan investeringen in domeinoverschrijdende samenwerkingen, waarbij financiers (en overheden) best afstappen van kokerdenken.

  3. Meervoudige waardecreatie binnen en tussen burgercoöperaties actief en collectief zichtbaar maken is broodnodig.

CollectieveKracht wil hier verder op inzetten, o.m. door een financiële routekaart voor burgercollectieven te ontwikkelen en/in een Whitepaper. De netwerkborrel nadien brengt alvast veel Nederlandse koppen bij elkaar en werkt als een prikkel om ook in Vlaanderen de dynamiek tussen collectieven en financiers verder in kaart te brengen en te versterken. Met dank aan het Commons Lab om mij alvast hiervoor uit te zenden!

Els Verstraete

Verslag – Luwteforum 2023

Onze samenleving wordt alsmaar drukker en lawaaiiger. Plekken waar het wat stiller en rustig is, worden schaarser. Tegelijk brengen burgers en sociaal-culturele bewegingen de waarde hiervan onder de aandacht. Die groeiende erkenning toont het verlangen naar een (samen)leven waar waarden zoals rust, vertraging en natuurverbondenheid een plaats krijgen. Op het tweede Vlaams Luwteforum bogen burgers, middenveld, ambtenaren, politici, projectontwikkelaars en planners zich over de centrale vraag:  

Hoe kunnen we buurtgerichte luwte-oases in Vlaanderen vlot realiseren?  

Programmateam Luwte-oases organiseerde deze dag ondersteund door Commons Lab in het Cultuurcentrum Mechelen.

Na een korte toelichting door Ankatrien Boulanger van het Regionaal Landschap Rivierenland over de werking van het Programmateam Luwte-oases trapte Prof. Danny Wildemeersch de dag af met een plenaire sessie over de ‘commons’ van stilte, rust en ruimte. 

Zoals Danny Wildemeersch aangaf, richt de idee van commons zich op collectieve actie, samenwerking en het delen van hulpbronnen binnen een gemeenschap. Rust en kalmte in de eigen buurt kan gezien worden als een common. Een waardevol goed waarvoor we als gemeenschap verantwoordelijkheid dragen om het onverminderd door te geven aan de toekomstige generaties. Luwte-oases zijn immers plekken die worden beheerd en gebruikt op een collectieve, inclusieve en duurzame manier.  

Om de luwte als common te installeren en te onderhouden, zijn goede praktijken van betrokkenheid en participatie belangrijk. 

Hoe dat concreet vorm kan krijgen, ontdekten we tijdens de Luwtesafari’s. Per fiets of te voet trokken we de Mechelse binnenstad in langs (potentiële) luwte-oases.  

De variatie in plekken, omstandigheden en manieren waarop deze beheerd worden, inspireert. Wat hebben al deze plekken gemeen? Het zijn groene plekken die zintuiglijke rust bieden in een drukke omgeving. Ze vormen groene oases met weinig prikkels in een lawaaierige, fel beschenen, warme of sterk verharde of dicht bebouwde omgeving. 

Dé ideale luwte-oase is subjectief. Sommige mensen waarderen vooral de afwezigheid van menselijke ingrepen. Dat luwe plekken ook als doorsteek worden gebruikt en er wat passage is, geeft anderen net een veiliger gevoel. 

Lees het verslag verder:

Extra's

Meer over het programma Luwte-oases

Het Luwteforum werd georganiseerd door het programma(team) Luwte-oases in samenwerking met Commons Lab

Opiniestuk – Doorbraak of gebakken lucht? De rol van actieve burgers in de partijprogramma’s

Collectieven van actieve burgers realiseerden de afgelopen 15 jaar oplossingen voor verschillende verdelingsvraagstukken. Hebben de politieke partijen in Nederland daar oog voor en krijgt dat uitdrukking in concrete programmapunten? Collectieve kracht heeft daarop 14 partijprogramma’s doorgelicht.

Auteurs: Tine de Moor, Ton Duffhues

Omgaan met onze beschikbare, eindige ruimte en eindige natuurlijke rijkdommen is een thema dat op vele manieren op de politieke agenda terugkomt: de wooncrisis, stikstofdiscussie, klimaatbeleid, subsidie aan fossiele bedrijven, de Omgevingswet, regeneratieve landbouw…. Iedereen weet inmiddels dat het anders moet, maar hoe? We doken in 14 partijprogramma’s met als belangrijkste vraag: erkennen de partijen het vermogen van burgercollectieven om zelf te werken aan oplossingen van actuele maatschappelijke vraagstukken op het gebied van wonen, zorg en welzijn, energie, voedsel en gebiedsontwikkeling? In het verlengde hiervan, is het ook mogelijk vast te stellen welke rol de actieve burger wordt toebedeeld in de versterking van de democratische rechtstaat?

Genoeg geëxperimenteerd
Tijdens de laatste weken van het demissionaire kabinet Rutte maakten verschillende partijen zich hard voor de wooncoöperatie. Ze hoorden de verhalen uit de praktijk over moeilijkheden rond financiering en ze zien daarin een rol voor de overheid. Eind oktober stemde de Tweede Kamer in met een extra bijdrage van 30 miljoen euro aan een landelijk fonds voor wooncoöperaties. Een mooi resultaat voor de beweging van wooncoöperaties en hun kennisplatform Cooplink, al is het op het geheel van de rijksuitgaven voor woningbouw slechts een douceurtje in vergelijking met bijvoorbeeld het leenfonds van 20 miljoen euro van de gemeente Amsterdam uit 2021. Is dit een incidenteel weggevertje of laat de politiek hiermee zien eindelijk mee te willen doen met de beweging van burgercollectieven? Dat zou een opsteker zijn voor netwerkorganisaties als Herenboeren Nederland en LSA Bewoners. Zij timmeren al tien jaar aan de weg en steken nog steeds veel energie in het duidelijk maken aan de politiek dat overal in Nederland burgers slagen in het anders denken, doen én organiseren. Het stadium van uitproberen is voor de beweging van burgercollectieven voorbij. Genoeg geëxperimenteerd, dus – mede het thema van de CollectieveKracht-dag dit jaar waar burgercollectieven uit allerlei sectoren hun uitdagingen deelden rondom samenwerken met de overheid. Hoe denken de politieke partijen hierover?

Partijprogramma’s ontleed
In de verkiezingsprogramma’s wordt weinig gerefereerd naar het begrip ‘burgercollectieven’: slechts een paar keer in de programma’s van PvdA/GroenLinks, CDA, D66 en CU. Varianten als burgerinitiatief of bewonersinitiatief scoren iets beter. De term ‘coöperatie’, als juridische vertaling van het burgercollectief, slaat meer aan, met de meeste vermeldingen bij de programma’s van achtereenvolgens PvdA/GroenLinks (22), CU (19), Volt (9), BIJ1 (7) D66 (6), CDA (6), NSC (4), VVD (2), BBB (1). In de programma’s van SP, PVV, FvD, SGP, JA21 en Denk ontbreken deze begrippen volledig.

Onder die partijen die burgercollectieven in brede zin – al dan niet ter vervanging of parallel aan termen als bewonersinitiatieven, coöperaties en sociale ondernemingen – behandelen, lijkt overeenstemming te bestaan over de betekenis van de bestaande collectieven op het gebied van energie, wonen, zorg en welzijn. Lokale energiecoöperaties worden onmisbaar geacht in de energietransitie vanwege de borging van decentrale opwekking en het lokaal eigenaarschap. Dit is al in bestaand beleid verankerd en nog eens via een kamerbesluit in oktober 2023 bevestigd. De maatschappelijke meerwaarde van bewonersinitiatieven in de zorg is ook evident voor de meeste partijen, met een keur aan argumenten: dichtbij huis, menselijke maat, bijdrage aan gemeenschapszin, geleid door burgers en gebruikers in plaats van financiers en professionals. Daarnaast zien ze dat bewoners van dorpen en wijken prima in staat zijn om zelf publieke voorzieningen in stand te houden (ontmoetingsplekken, buurthuis, stadstuin, sportveld). Tenslotte zien veel partijen de wooncoöperatie inmiddels als een schakel in de aanpak van vooral woon-zorgvraagstukken.

Een slag dieper gaat de vraag of die burgercollectieven een fundamentele betekenis krijgen in het grotere verhaal dat de partijen voorleggen. Zo wil D66 dat burgercollectieven ‘meer ruimte en mogelijkheden krijgen’ in het overheidsbeleid, want ‘zij lopen op de politiek vooruit en geven nieuwe energie aan de toekomst van ons land’. Concreter is het pleidooi van PvdA/GroenLinks voor een ‘actieprogramma voor het aanjagen van een coöperatieve samenleving’. Het CDA ziet verenigingen en coöperaties als het ‘cement van de samenleving’ en daarom verdienen ze de vrijheid, ruimte en aandacht. Volt benadrukt de betekenis van bewonersinitiatieven voor de lokale democratie en de maatschappelijke en economische impact van sociale ondernemingen. ‘Ruim baan voor coöperaties in dienst van de gemeenschap’, zegt ChristenUnie en past dat toe op kinderopvang, buurtzorg, wonen en energie. Ook pleit deze partij voor ‘meer coöps voor nieuwe marktmacht’ in de landbouw. Bij1 ziet in de werknemerscoöperatie de ‘standaard eigendomsstructuur voor nieuw opgerichte rechtspersoonlijkheden’.

In sommige gevallen zit de rol van burgers eerder vervat in de visie dan in de concrete oplossingen. In het narratief van het ‘Nieuwe Sociaal Contract’ tussen overheid en samenleving waait de geest van burgers die verantwoordelijkheid nemen voor elkaar en voor hun omgeving. Hun stem moet gehoord worden en doorklinken in beleid en bestuur, primair via de gekozen volksvertegenwoordiging. NSC dicht verenigingen en coöperaties een ‘grote innerlijke kracht’ toe, net als het gezin, de familie en het dorp. Deze partij wil nieuwe wetten onderwerpen aan een ‘subsidiariteitstoets’: is overheidsingrijpen wel echt nodig of krijgen burgers het samen voor elkaar? Het blijft echter schimmig wat dit beginsel uit de katholieke sociale filosofie in praktische zin betekent voor burgercollectieven.

De BBB haalt de ‘Kleine Luyden’ van Abraham Kuiper en de verzuiling van stal om te stellen dat mensen in ‘gemeenschappelijkheid en in vrijheid’ een simpel, menswaardig bestaan nastreven waarbij de overheid zich dient te houden aan haar kerntaken en zorgfunctie. In dit traditionele narratief domineren burgers die zelf het best weten wat er in hun omgeving speelt en waar behoefte aan is. BBB komt dan niet uit bij nieuwe burgercollectieven en coöperatieven, maar bij vertrouwde ‘gemeenschapsorganisaties’ en vrijwilligersorganisaties die bijdragen aan sociale verbinding en leefbaarheid. Naoberschap zorgt ervoor dat algemeen belang boven individueel belang wordt gesteld.

Wederzijds vertrouwen?
De bijdragen die burgercollectieven kunnen leveren aan het herstel van vertrouwen in de overheid en de versterking van de democratie worden niet nadrukkelijk genoemd. Wel willen verschillende partijen actiever burgers erbij betrekken, bijvoorbeeld door middel van burgerberaden en -fora (Volt, D66 en BIJ1). De VVD vertrouwt op de kracht van ‘burgers en ondernemers’; zij moeten voelen dat de overheid er voor hen is en dat er meer mogelijkheden zijn voor participatie. JA21 vindt dat burgers ‘zelf het best kunnen bepalen wat goed voor hen en hun gemeenschap is’. PvdA/GroenLinks wijst op burgercollectieven als inspirerende voorbeelden waarmee ‘het tij te keren’ is. Er is volgens hen ‘oneindig veel mogelijk’ als de overheid haar burgers steunt om hun leefomgeving mede vorm te geven. Bij partijen als BBB, ChristenUnie en CDA valt op dat herstel van vertrouwen verstopt zit onder een wollen deken van gemeenschap en gemeenschapszin. BBB plaatst ‘gemeenschappen en een levendig middenveld’ tussen individu en staat. Het CDA stelt dat voor het behoud van de rechtstaat behalve overheid en markt een derde ‘element’ nodig is, namelijk de wil om te oefenen in fundamentele waarden van die rechtstaat, zoals verantwoordelijkheid. Dat gebeurt in gemeenschappen, verenigingen en coöperaties.

Op de politieke agenda
Of het de partijen om meer gaat dan louter lippendienst bewijzen aan de beweging van burgercollectieven, blijkt uit de concrete voorstellen die ze doen. Een vergelijking van de partijprogramma’s levert input voor wat de politieke agenda zou kunnen zijn met het breedst mogelijke draagvlak.

  • Gemeenten stimuleren tot actief beleid voor burgerinitiatieven met onder andere een gemeenschapsfonds (ook vanuit nationale overheid), renteloze leningen, opstartsubsidies, juridisch en boekhoudkundig advies. Daarnaast voorzieningen (combi van zorg, welzijn, ontmoeting, vrijwilligersloket) in dorp en buurt in stand houden door beheer en eigendom in handen van de gemeenschap of een collectief te leggen, een nationaal fonds voor een lokaal ‘huis van ontmoeting’, etc. (CDA, BBB, PvdA/GL, Volt, CU, SP, NSC)

  • Meer grond in handen van de gemeenschap via bijvoorbeeld een Nationale Grondbank, om die vervolgens vanuit publiek belang ter beschikking te kunnen stellen aan onder meer wooncoöperaties en voedselgemeenschappen. (PvdA/GL, Volt, BIJ1)

  • De maatschappelijke coöperatie als een aparte rechtsvorm erkennen om onderscheid te kunnen maken met commerciële bedrijven. (PvdA/GroenLinks) Onduidelijk is of dit volledig vergelijkbaar is met het idee van een wet op Maatschappelijk Initiatief (CDA). Daarnaast wordt melding gemaakt van de Maatschappelijke BV voor sociale ondernemingen. (D66)

  • Het uitdaagrecht (Right to Challenge) bestaat al langer. Via het uitdaagrecht kunnen inwoners hun gemeente uitdagen om gemeentelijke taken en budget over te nemen om hun buurt te verbeteren. Uitbreiding hiervan tot provincies en waterschappen is recent aan de orde geweest in het parlement. Gesproken wordt over zowel initiatiefrecht als uitdaagrecht voor burgercollectieven. (PvdA/GL, CDA, VVD, CU, BIJ1) Zo krijgen burgers de mogelijkheid om samen te bepalen hoe ze bijvoorbeeld collectieve voorzieningen op het gebied van zorg en welzijn met een coöperatie willen organiseren.

  • Ten aanzien van wooncoöperaties zijn er legio voorstellen: erkenning als maatschappelijke coöperatie, een sterkere grondpositie, de markttoets vervalt, eerste recht van koop van woningen van corporaties ten behoeve van sociale huur, een landelijk fonds, meer hofjes. (PvdA/GL, D66, CDA, Volt, VVD, CU, SP, NSC, BIJ1)

  • Stimuleren en faciliteren van nieuwe burgerinitiatieven gericht op landbouw, voedsel, natuur: boer–burgersamenwerking (korte ketens, dichtbij, gezond, minder verspilling), voedselgemeenschappen, buurttuinen, nieuwe boerencoöperaties. (CDA, PvdA/GL, D66, CU, Volt)

  • Investeren in competentie-ontwikkeling bij gemeenten om burgercollectieven beter van dienst te kunnen zijn. Dit past bij gemeenten en provincies die zich niet langer opstellen als uitvoeringsinstanties van de nationale overheid. (Volt, NSC)

  • Steun voor lokale energiecoöperaties is een actiepunt van nagenoeg alle partijen.

Binnen de lijntjes kleuren
Krijgt de beweging van burgercollectieven met deze politieke agenda de wind mee de komende jaren? Uiteraard is dat afhankelijk van de verkiezingsuitslagen en de regeringscoalitie die er uitrolt. Gelet op bovenstaande agenda is de kans groot dat enkele praktische voorstellen het zonder veel tegenspraak zullen halen. Als dit dan de lichtpuntjes zijn waarmee burgercollectieven het de komende jaren moeten doen, dan is het een schrale oogst en blijft er veel te wensen over. Gelet op de meer ideëel inhoudelijke betekenis die de politieke partijen toekennen aan burgercollectieven, dan lijkt er wel sprake te zijn van een voorzichtige doorbraak. De onderlinge verschillen zijn echter groot. Aan de ene kant staan partijen die de ‘gewone burger’ wel hoog hebben maar het potentieel van burgercollectieven niet of nauwelijks onderkennen, laat staan stimuleren. Hun verhaal blijft steken in waardering van de inzet van bewoners voor het publieke belang van de gemeenschap via vrijwilligerswerk en onderling hulpbetoon. Daartegenover staan de partijen die burgercollectieven in al hun verscheidenheid meer dan voorheen erkennen als een vitale kracht in onze samenleving die er voor de overheid om allerlei redenen toe doet. Dat kan zijn omdat die collectieven bijdragen aan de versterking van de democratie en het vertrouwen tussen overheid en burger; het kan ook zijn omdat ze voor de politiek als een ‘early warning system’ fungeren dat kritische geluiden vanuit de samenleving laat horen en tegelijkertijd nieuwe vormen van actief handelen en zelf organiseren laat zien. Hoe dan ook, de winst is dat burgercollectieven eindelijk onderdeel zijn van het politieke discours. Dat is wel het minste wat de duizenden collectieven met hun leden en achterbannen na al die jaren verdiend hebben. De actieve burgers laten zich terecht geen gebakken lucht meer verkopen. Voor hen hoeven de politieke partijen met hun voorstellen niet langer binnen de lijntjes te kleuren van bestaande praktijken en mogelijkheden.

Bron: Opiniestuk – Doorbraak of gebakken lucht? De rol van actieve burgers in de partijprogramma’s | Kennisplatform Collectieve Kracht

GastbijdrageKoen Wynants