Spilkiekes - samen groenafval verwerken tot compost
2017-05-21 10.50.16.jpg

 Locatie: Zuster der Armen Plein, Antwerpen Noord

Antwerpen-Noord is een dichtbevolkte wijk met heel wat maatschappelijke noden en behoeften. Er is heel veel armoede in de wijk, er is weinig open, groene ruimte, er is beperkte sociale cohesie, er is veel overlast (sluikstort, zwerfvuil). Daarom zijn diverse buurtbewoners in 2014 in een verborgen, groene, semi-publieke binnenruimte van een sociale woonblok (Zuster-Der-Armen Plein) gestart met een samentuin, de Verborgen Kloostertuin. Een stukje onderbenut, vergeten semi-publiek domein dat gerevitaliseerd werd tot een bloeiend gemeenschappelijk goed in hartje Antwerpen-Noord. Dit gebeurde in samenspraak met het district Antwerpen, Woonhaven, Ecohuis, buurtregie en het Zorgbedrijf Antwerpen. Van in het begin werd getracht om er een kringlooptuin van te maken; zelfvoorzienend te worden op vlak van water, compost, human resources, ... Binnen de samentuin werden compost bakken geïnstalleerd om afval van de tuin te verwerken, maar ook GFT-afval van de omliggende buurtbewoners (‘groen afval als een gemeen goed’).  Er waren problemen met het compostbeheer: er werd te weinig groenafval aangevoerd, de samenstelling was niet ideaal, er was sprake van overlast. Na een klein onderzoek (met o.a. de steun van Stadslab 2050) kwam het Verborgen Kloostertuincollectief op het idee om de hulp van kippen in te schakelen.

Collectief groenafval tot compost verwerken met de hulp van spilkiekes

Kippen introduceren op publieke domein is geen evidentie. Er werd een volledig afgesloten hok ontworpen om het beheer haalbaar te maken. We wilden voorkomen dat de kippen slecht gevoederd werden, dat er overlast ontstond (ongedierte, geurhinder, …). Er was overleg met buurtbewoners en stedelijke diensten. Financiële middelen werden voorzien via de Burgerbegroting. Begin 2017 werd het kippenhok gebouwd (volledig met gerecupereerd materiaal). Er werd een beurtrol afgesproken: elke dag verzorgt een ander gezin de kippen. De beheerders kunnen al hun groenafval kwijt, in ruil krijgen ze verse eitjes. Wekelijks wordt het kippenhok opgeruimd. De stad heeft in 2017 ook grote compostbakken geschonken (ikv het project ‘Buurtcomposteren van de dienst Stadsbeheer). Met de hulp van kippen kan het Verborgen Kloostertuincollectief grotere hoeveelheden groen afval verwerken tot compost. Momenteel halen ze ook groen afval op van de lokale markt en enkele horecazaken. Privaat afval wordt omgezet in gemeenschappelijk goed.

Zo is een commonsinitiatief gegroeid waar dus heel veel en diverse mensen aan bijdragen (soort ‘ecosysteem’ tussen bewoners, ondernemers en overheid). Maar ook  waar diverse mensen baat bij hebben; bewoners kunnen samen gezonde groenten in d estad produceren, er sontstaat sociale cohesive tussen diverse buurtbewoners, groenafval wordt duurzamer en lokaler verwerkt (goedkoper voor de stad), er worden heel veel kennis, inzicht, ervaring en netwerken opgebouwd, buurtbewoners worden geïnformeerd en gesensibiliseerd mbt duurzaam voedsel, lokale ondernemers en marktkramers geraken hun groen afval kwijt. De stad en het district faciliteren en de buurtbewoners beheren. Zij beslissen onderling, wie welke taken gaat invullen, wie en hoe het kippenhok onderhouden wordt, ook financieel worden beslissingen gezamenlijk genomen. 

Interne communicatie

Wat ook belangrijk is de communicatie tussen de deelnemers. Het Verborgen Kllostertuin collectief organiseert elk jaar een vergadering. Daar beslissen zij de grote lijnen, wat zij het komende jaar gaan doen. Daarna loopt de communicatie via app’s .  WhatsApp gebruiken ze voor dagelijkse berichtgeving  bijvoorbeeld als ze vragen hebben of als ze geen eieren kunnen vinden die dag. Andere informatie wordt gedeeld via Trello. Daar staat bijvoorbeeld een to do lijst, grond- en teeltplan, of nuttige documentatie ivm de zorgen voor de kippen. Verder is e rook nog een facebookgroep waar allerhande info, nieuws gedeeld worden met een ruimere groep.

Benodigde middelen: 

Financieel wordt veel beroep gedaan op de Burgerbegroting: materiaal kosten voor het kippenhok, ondergrondse regenton voor opvang regenwater, serre, … Voor de kleinere kosten werd vorig najaar een benefetfeest georganiseerd in de buurt. Vlierbloesemsiroop en rabarberconfituur uit de tuin worden deels verkocht. Er moet geen huur betaald worden voor het gebruik van de grond. Er zijn samenwerkingsovereenkomsten afgesloten mbt het beheer met diverse instanties (Zorgbedrijf, Woonhaven, …). Zaden zijn deels afkomstig van de zadenbib (Ecohuis Antwerpen). Er wordt ook constructiemateriaal gerecupereerd. Soms wordt materiaal geschonken.

Wat leren we van de Spilkiekes mbt de commons?

  • Samenwerken met de diverse betrokken overheden gaat heel langzaam: o.a. om goedkeuringen te krijgen. Er zijn heel diverse diensten (district, stad) betrokken, wederzijds vertrouwen, respect, begrip opbouwen tussen al die partijen is werk van lange adem.
  • Complexe eigendommen en door de diverse beheerders, maakt het beheer van gans het plein niet efficient. Structureel is er nog geen dialoog en samenwerking(sakkoord). Het potentieel van het plein, van de partners, de buurt en van de samenwerking is nog niet 100% aangeboord. Nu is het nog vanuit een verdeelde verantwoordelijkheid ipv een gedeelde verantwoordelijkheid. Er is momenteel niemand die die dialoog en samenwerking tussen al die partijen faciliteert.
  • Er is veel (financiële) steun van de stad en van het district (Burgerbegroting, Stadsmakers, DNA-project, …).
  • Bottom-up initiatief en topdown beleid ontmoeten elkaar in dit project. Maar er is geen structurele interactie tussen dit informeel initiatief en de representatieve organen, of formele diensten, beleidsontwikkelingsprocessen.
  • De groep beheerders is divers, interne communicatie is heel intensief. Gebruik van apps vergemakkelijk het beheer van het project.
Koen Wynants
Groene ader (Sint-Andries)

Locatie: Sint-Andries (district Antwerpen)

De wijk Sint-Andries wil zich aanpassen aan en weren tegen het veranderend klimaat (hitte, stormen, overstromingen, …). Ze zien dit niet als een bedreiging, maar als een kans om hun wijk groener, blauwer en veerkrachtiger te maken. Voor alle duidelijkheid:  ze willen ook inspanningen blijven leveren tegen de klimaatverandering.

Een van de initiatieven waar aan gewerkt wordt is een groene ader doorheen het hart van de wijk. Ze organiseerden in 2017 talrijke wijkvergaderingen, een droom- en een doedag, gingen op inspiratiebezoek in Rotterdam. Tijdens de doedag werden allerhande, nieuwe, kleinschalige vergroenings- en verblauwingsinitiatieven genomen. Er werd onder andere een gevelton gebouwd op de Sint-Andriesplaats: ‘privaat’ regenwater wordt voortaan opgevangen in een ton en kan door iedereen gebruikt worden (‘gecommonificeerd’). Bijzondere aan dit initiatief  is het enorme eigenaarschap bij de buurtbewoners en de schitterende samenwerking met heel diverse diensten, van het district en de stad. Gans het project werd geïnitieerd door de stad en werd gefaciliteerd door het commonsinitiatief Antwerpen aan’t woord. Financieel doen de buurtbewoners beroep op de Burgerbegroting, maar ook op projectfonds van Stadslab 2050. Momenteel is er in Borgerhout ook een gelijkaardig initiatief in opstart ‘de groene delta’. De twee initiatieven staan in verbinding met elkaar; ze leren van mekaar, inspireren elkaar.

Burgers kunnen een enorm eigenaarschap tav hun wijk opnemen, ook als het over nieuwe, complexe materies gaat als ‘klimaatadaptatie’. Door samen te experimenteren ontwikkelen ze capaciteiten om samen te werken: met elkaar, met diverse organisaties, diensten van district en stad. Maar die zijn logischerwijs ook afgebakend/gelimiteerd. Het is zoeken naar een goeie balans: wat mag je van een burgercollectief wel/niet verwachten? Hoe kan je het laten groeien? Hoe kan je het van buitenaf coachen?

 Wat leren we van ‘de groene ader’ ivm de commons?

  • Topdown en bottomup initiatief kunnen perfect samen komen. Stadslab 2050 speelt daarin een faciliterende rol. Maar ook de burgers. De wijk is zelf al jaren heel actief bezig en komt op die manier ook in het vizier van de stad. Ambtenaren binnen de stad gebruiken Stadslab als een instrument om te experimenteren met nieuwe topics, governancestrategieën, … Stadslab 2050 beschikt over goeie kennis van wijken en verbindt slim. In Sint-Andries is er al decennialang een enorme buurtbetrokkenheid en is er ook een zeer actieve transitiegroep. Die kennis verwerft Stadslab onder andere via Ontmoetingsruimtes (waar ook veel actieve burgers aan deelnemen).
  • Antwerpen aan’t woord werd ingeschakeld voor de procesbegeleiding. We zien dat de stad dit steeds vaker uitbesteed, ‘vermarkt’. Antwerpen aan ’t woord is een maatschappelijk gedreven commonsinitiatief. Zij pleitten voor en werken al jaren aan een structureel ander governancemodel in Anwterpen. De kennis en ervaring die ze opbouwen, delen ze ook. Los van een financiële logica. De vraag is of het de rol en taak is van de markt of van een commonsinitiatief om participatieprocessen te begeleiden.Of van de stad zelf? Er is in dit project geen oplossing gevonden mbt structurele ondersteuning van het nieuwe burgercollectief ‘Veerkrachtig Sint-Andries’. Binnen het district en de stad is er niemand  die deze rol op zich neemt. Dit vormde mede aanleiding om Commons Lab Antwerpen op te starten als zoektocht naar hoe burgercollectieven structureel versterkt kunnen worden.
  • Alles van groen en blauw in de stad kan gecommonificeerd worden: dus ook regenwater. Dit kon worden gerealiseerd door de goeie relatie met de private eigenaar, de skills om mensen te overtuigen en het doorzettingsvermogen. Dit werd ook mogelijk gemaakt dankzij de samenwerking met het Ecohuis, een loodgieter en andere vrijwilligers. Veerkrachtig Sint-Andries beschikt over goeie sociale netwerken (die dus essentieel zijn om vernieuwende vergroeneingsinitiatieven op te kunnen zetten).
  • Bij de bouw werden dankzij Habbekrats ook kinderen en jongeren uit de buurt betrokken. Vroeger veroorzaakten die wel eens overlast in de wijk, ze vernielden al eens boomspiegels etc. Door hen mee te betrekken bij de bouw, worden ze mede-eigenaar en leren ze anders zorg te dragen voor hun wijk. Opnieuw een belangrijke toegevoegde waarde van een een intermediaire organisatie die een verbinding kan leggen.
  • Het Ecohuis heeft een soort DIY handleiding gemaakt van hoe je zo’n gevelton kan bouwen. Ze delen die opgebouwde kennis via diverse kanalen. Het zou interessant zijn als nog meer middenveldorganisaties en diensten die kennis gaan delen. Zo kan ‘verblauwen’ meer op de maatschappelijke, economische en politieke agenda gezet worden. En kan de impact toenemen.
  • Hoe zou de gevelton toegankelijker gemaakt kunnen worden voor meer mensen? Het zou interessant zijn om economische spelers, of sociaal tewerkstellingsinitiatieven, of ondernemede burgers te betrekken. Die kunnen op grotere schaal gaan produceren, waardoor het wellicht makkelijker wordt om overal in de stad geveltonnen te installeren. Alternatieve piste is dat ze wijken versterken en faciliteren bij het zelf verzamelen en assembleren van recuup materialen.
  • Het samen bouwen heeft een enorme positieve impact op de samenwerking; tussen burgers onderling en tussen burgers en medewerkers van de stad. Informeel contact tussen burgers en overheid is enorm belangrijk.
  • De groene ader is een soort openluchtmuseum geworden. De bewoners worden heel vaak gevraagd ikv studiedagen, studiebezoeken, lesopdrachten. Ze delen continu hun kennis, ervaring met ambtenaren, burgers, organisaties en kennisinstellingen. Wandelingen doorheen de wijk zijn een schitterende manier om dit te doen.
  • Het beheer van al het nieuwe groen verloopt nog niet 100%. De bedoeling is om in 2019 cocreatief een beheerplan op te stellen en een beheersovereenkomst met het district en de stad af te sluiten. Dat wordt momenteel onderzocht en begeleid door Commons Lab Antwerpen. Dit is niet alleen een strategie om het groen beter te beheren, maar ook een strategie om de samenwerking tussen burgers en bestuur te consolideren.

Zelf een gevelton maken? Zie https://www.antwerpen.be/nl/info/59c4db59ca69bccf3e1b5c6d/maak-een-gevelton-bloembak-met-ingebouwde-regenwateropvang

Koen Wynants
Pieter Génardstraat (‘Straat als een gemeengoed’)
Foto: Youri Blieck

Foto: Youri Blieck

Locatie: Pieter Génardstraat (Kiel, district Antwerpen)

De Pieter Genardstraat werd in 2017 tijdelijk omgetoverd tot een experimentele Tuinstraat. Ze werden samen met twee andere straten in het district Antwerpen geselecteerd na een open oproep door Antwerpen aan’t woord (Burgerbegroting). De straat werd deels autovrij gemaakt en op korte tijd enorm vergroend. Deels permanent gevelgroen, deels tijdelijk straatgroen. Dat gebeurde via een intensief participatief traject in de straat in samenspraak met o.a. Ecohuis, Natuurpunt, district Antwerpen, Stadsmakers,… Opvallend aan de Pieter Genardstraat/Tuinstraat is dat ze er effectief in geslaagd zijn om heel diverse mensen te bereiken. Een mooi voorbeeld van hoe vergroening voor insluiting/verbinding kan zorgen.

Er zijn in Antwerpen heel veel actieve straatcomités, die actief bijdragen aan een groenere stad via allerhande acties. Maar ze zijn niet allen vertrouwd met het commonsgedachtegoed. Zou interessant zijn om die verworven kennis, inzichten, ervaringen, vaardigheden te delen met vele andere straten om zo een enorm sociaal, onderbenut kapitaal in de stad te gaan ‘activeren’. In 2018 namen +/- 680 straten deel aan de Lentepoets…

De verklaring is ondermeer dat de kerngroep van actieve trekkers (‘peer group’) van verbondenheid effectief een doelstelling hadden gemaakt voor het experiment. Ze hebben geprobeerd om bij iedereen engagement te creëren door mensen emotioneel te betrekken. En open te staan, ook voor andere thema’s, noden van andere mensen zoals bvb. het thema verkeersveiligheid. Die nood werd gedeeld door alle buren. Momenteel zoekt de straat zelf naar nieuwe oplossingen: meer plaats voor fietsenstallingen bvb, andere verkeersgeleiding, … Buren met een plan zijn een heel mooi voorbeeld van een ‘open peer group’; ze stellen zich ectief open voor de buitenwereld. Dit vergt enorme vaardigheden, heel veel doorzettingsvermogen en ook steun van buitenaf in het vinden van gezamenlijke oplossingen.

Wat leren we van de Pieter Genardstraat-Tuinstraat ivm de commons?

  • De straat was publiek domein dat voor het experiment nauwelijks door de straat beheerd werd. Via het experiment is een soort collectief bewustzijn, eigenaarschap, betrokkenheid, fierheid ontstaan, een benadering van de ‘straat als een gemeengoed’. Dat is voor een deel onbewust gebeurd (ook bij de procesbegeleiders). Al werd de verantwoordelijkheid voor dit experiment voor een groot deel effectief bij de bewoners gelegd.
  • De toegang tot dat sociaal straatkapitaal wordt beheerd door de dienst Stadsmakers. Ze hebben in dit project de open oproep mee verspreid onder hun bestand van straatcomités en straatvrijwilligers dat ze al jaren beheren. Voorheen werd dat afgeschermd van de buitenwereld. Dankzij de goede vertrouwensrelatie en de jarenlange samenwerking met Antwerpen aan’t woord werd toegang verleend. Dat gebeurt nu steeds vaker. Dit experiment heeft dus ook structurele impact gehad, transitie naar een meer open stadsdienst versneld.
  • Via de open oproep zijn de meest gedreven, actieve burgers bereikt. Die hebben zich extreem ingezet om van dit experiment een succes te maken, bvb. bij het bereiken van alle buren. Om iedereen te bereiken gebruiken ze een combinatie van communicatiestrategieën, methodieken, platformen:

- iedereen overal en altijd uitnodigen

- ook kinderen in droomworkshop

- meertalig flyeren

- persoonlijk contact / soms Arabische tolk mee

- ijsbreker: plantjes uitgedeeld met welkombriefje en datums project

- visueel communiceren

- achteraf met het fotoboek van huis tot huis gaan

- veel tijd en energie investeren

- het proces en de buren de nodige tijd geven

Om iedereen te bereiken werd een participatieve straatinrichting ontworpen en gecreëerd:

- grote banken: nodigen uit om deel te nemen + samen gemaakt

- samen bloembakken maken, ook met kinderen (leereffect: meer buren persoonlijk inschakelen)

- getimmer lokt buren naar buiten (bijv nieuwkomers die al 7 maanden geen contact hadden)

- landmark: houten kunstwerk als multfunctionele ruimte: bar, bib, speelplek, podium + creëert nieuwsgierigheid en fierheid

- vergaderen: in open ruimte, op de banken

  • Om iedereen te bereiken werden heel wat activiteiten georganiseerd:

- samen koken / potluck

- samen voetbal (wens kinderen) ==> kan niet op straat ==> daaruit groeide nieuwe activiteit nl voetbal in het park

- samen spaarpot vullen: drank tegen vrije bijdrage (werkt mits aanmoediging)

- samen banken en bloembakken maken

- samen groenmateriaal verzamelen (AAW – Hobokense polder)

- eigen initiatief van bewoners (familie uitnodigen op straat)

  • Hier heeft de straat zelf dat al doende ervaren en geleerd. Niet alle buren zijn al volledig mee. Bvb in het opruimen. Wel soms in eigen initiatief nemen: planten gieten, nachtwaker spelen, activiteit organiseren (bierproeverij, karaoke). Dit vergt tijd en doorzettingsvermogen.
  • Zaken die aantonen dat er een gedeeld eigenaarschap is gegroeid in de straat:

1/ Spullen in de publieke ruimte worden niet vernield (concentreer je op de negen bloembakken die blijven staan, niet op het ene plantje dat gepikt wordt) + (cf weerstand tegen kippen op straat)

2/ Vrije bijdrage voor drank: verwachting dat er tekort zou zijn. Omgekeerde was waar, de meesten willen bijdragen.

3/ Samen koken (potluck): de verwachting was dat mensen zouden gaan profiteren, omgekeerde gebeurde

4/ Het is mogelijk om mensen het gevoel te geven dat de openbare ruimte een collectief goed is waarin ze zelf een rol kunnen spelen, trots op kunnen zijn, hart en ziel in kunnen leggen. Er was massale belangstelling en hulp bij opbouw van de barbol.

  • Voorwaarde voor commons: aansluiting vinden en connectie maken met diverse bewoners, ook met kwetsbare bewoners, voorheen vaak onzichtbaar.
  • Afspraken maken is nodig, over organiseren niet (voorbeelden: toog met alcohol naast islamschool / halal – niet-halal  / niet met inschrijvingen werken ==> niet alles willen controleren, erop vertrouwen dat de dingen zich in de gemeenschap oplossen.
  • Commonsgedachte veronderstelt ook: openheid naar onverwachte effecten (bijv speelstraateffect / minder geslaagd straatmeubilair) en bereid tot overleg en consensus zoeken.
Koen Wynants
Samentuin Drakenhof (Deurne)
drakenhof.jpg

Locatie: Volkstuinensite Drakenhof te Deurne, ingang naast de Hoeve (Mortselsesteenweg nr. 29)

Een samentuin is een tuin waarin mensen samen ecologisch tuinieren. ‘Samen’ staat voor diversiteit en voor ‘samen doen’. Jong of oud, rijk of arm, autochtoon of allochtoon, alleen of met je gezin, meer of minder mobiel… iedereen is welkom in een samentuin. In sommige tuinen krijgt elke tuinier een eigen perceeltje en beheert hij samen met de groep enkele gezamenlijke plekken zoals paden, een tuinhuis en randbeplanting.

Op andere plaatsen werkt iedereen samen op de volledige oppervlakte van de tuin. In een samentuin beslist de tuiniersgroep, in overleg, over het wel en wee van de tuin. Mensen leren (weer) hoe ons voedsel groeit en leren tuinieren. Zowel van elkaar als door het volgen van cursussen. Óf van een praktijkbegeleider die vaak helpt bij de opstart. In Antwerpen zijn er ongeveer 50 samentuinen.

Samentuin Drakenhof is in 2013 opgestart door Ils Ooms. De tuin wordt momenteel beheerd door Mimicry vzw en gecoördineerd door Chris Bekaert. De samentuin is gelegen in de volkstuinensite Drakenhof (ingang naast de Hoeve, Mortselsesteenweg nr. 29), een publieke ruimte. Er is geen schriftelijke overeenkomst met de volkstuinen vzw. De samentuin is ongeveer 300 m² groot. Alles is gemeenschappelijk.

Samentuin Drakenhof is 1 van de 5 Deurnese samentuinen die worden ondersteund door district Deurne. We streven naar uitwisseling tussen de verschillende samentuinen. Recent is er als eerste stap een gezamenlijke fietslus georganiseerd. 

Er is voortdurend nood aan kennisdeling en coaching. Er worden regelmatig workshops georganiseerd en er is een vorm van P2P coaching tussen de 5 samentuinen in Deurne. Onder andere via het organiseren van een fietstocht/fietslus.

Wat leren we van samentuin Drakenhof mbt de commons?

  • Het district Deurne denkt mee na over structurele ondersteuning. Mogelijk wordt dit binnenkort opgevangen door een (tijdelijke) sociale regisseur.In samentuin Drakenhof is er veel vrijheid naast voortdurend onderling overleg. Er zijn geen strikte afspraken.
  • De diversiteit in de groep is momenteel eerder beperkt. Er zijn nu 8 vrouwen en 2 à 3 mannen wat genoeg is voor het beheer van deze relatief kleine tuin.

  • We kunnen stellen dat er mede dankzij de ondersteuning en investeringen van de districten en stad (Tuin in de stad, Ecohuis, Stadsmakers, Burgerbegroting, …) een samentuincultuur in de stad aan het groeien is. Er is wel veel versnippering binnen en beperkte samenwerking tussen de districten.

  • Activiteiten worden financieel ondersteund door Stadsmakers. Hierbij bereiken ze geïnteresseerden die al zelf een ecologisch tuintje hebben, willen starten of willen aansluiten in de samentuin. Hierbij verwijzen we ook door naar de andere samentuinen.

Koen Wynants
Stadsakker (Posthof Berchem vzw)
Bron: https://atlas.vicinia.be/nl/initiatives/415/

Bron: https://atlas.vicinia.be/nl/initiatives/415/

Locatie: Standplaats in Berchem, maar werken in gans de Stad Antwerpen.

Het moestuinproject van Buurtwerk Posthof vzw ‘Stadsakker’ is al 5 jaar bezig met moestuinen te bouwen voor buurtbewoners, groenten te kweken voor hun sociaal restaurant en mensen te begeleiden in hun zoektocht naar werk. Ondertussen hebben ze al meer dan 1 ton voedsel gekweekt op plekken die vroeger braak lagen (publiek en privaat), zijn er meer dan 120 buurtbewoners aan het tuinieren en hebben ze meer dan 20 moestuinen aangelegd. Op publiek en privaat terrein.

Ze wakkeren de vraag naar meer stadstuinieren aan, slagen er in om nieuw groen gemeenschappelijk goed in de stad te creëren, ze ontwikkelen nieuwe community services en stellen zelf mensen te werk die op de reguliere arbeidsmarkt moeilijk aan de bak komen. Zo ontwikkelden ze de afgelopen jaren een nieuwe soort, maatschappelijk gedreven groene, sociale economie in de stad. Kleinschalig, maar met een enorm potentieel, enorm repliceerbaar over gans de stad Antwerpen.

Ze zijn ook een echte ‘partnerorganisatie’, werken samen met heel diverse partners: district Berchem, het Ecohuis, stad Antwerpen, provincie Antwerpen, Velt vzw, VLM, Fonds Delhaize, KBS, Bibliotheek de Poort, RPD, De ideale woning, OCMW Antwerpen, Atlas vzw, district Wilrijk, Antwerpen aan't Woord, Natuurwerk vzw, Natuurpunt vzw, Haegevelde, de Stadsboerderij, Grondsmaak, PAKT, Caffungi, lockley, deSingel, NMBS Holding, Liesje Foblets, AG Vespa.

Stadsakker slaagt er in om van publieke en private gronden gemeenschappelijk goed te creëren. De verklaring is wellicht dat ze een heel betrouwbare en solide partner zijn voor eigenaren, een ideale tussenfiguur tussen eigenaren en gebruikers. Ze maken heel goede afspraken en volgen die heel nauwgezet op.

 Wat leren we van Posthof Berchem/Stadsakker ivm de commons?

  • Stadsakker slaagt er in om met heel diverse partners in de stad goed en duurzaam samen te werken: diverse stedelijke en districtsdiensten, economische actoren, maatschappelijke actoren. Dit zit in het DNA van de organisatie; ze zoeken heel pragmatisch naar win wins. Enkel als de samenwerking evenwichtig kan worden opgestart zullen ze hierin investeren en dat zijn dan ook heel vaak duurzame en langdurige samenwerkingen. Dat maakt Posthof Berchem zeer sterk, zelfvoorzienend, verniewend en veerkrachtig als organisatie.
  • Stadsakker slaagt er in om nieuwe tewerkstelling te ontwikkelen voor mensen die op de reguliere arbeidsmarkt uit de boot vallen. Die expertise werd gedeeld vanuit de moederorganisatie Posthof Berchem. Die hebben die expertise dan weer verworven dankzij jarenlange investeringen, onder andere vanuit de stad. Door diverse, tijdelijke projectsubsidies is de organisatie van sociale tewerkstelling ook kwetsbaarder.
  • Stadsakker zorgt voor de ondersteuning van en verbinding tussen kleinschalige samentuincollectieven, hoofdzakelijk in Berchem, maar ook daarbuiten. Ondersteuning bij de onderhandelingen met eigenaars, logistiek, met know how, administratief, logistiek, … Een district is misschien een betere schaal dan de stad om een collectie samentuinen te beheren.
  • Stadsakker creëert groen dat effectief diverse mensen verbindt. De samentuin projecten zijn meestal gekoppeld aan andere buurtprojecten waardoor je allerhande nieuwe interacties, coalities en sociale vernieuwende projecten krijgt.
  • Er is interactie met de representatieve organen, of formele diensten, beleidsontwikkelingsprocessen. zij het niet gestructureerd.
  • Er wordt heel veel kennis, inzicht, ervaring opgebouwd. En die wordt regelmatig gedeeld op allerhande cursussen.
Koen Wynants