Op zoek naar sporen van historische commons in Landschap De Liereman

Kunnen we nog sporen terugvinden van historische commons in het huidige landschap? Met onder andere die vraag trokken we eind vorig jaar samen met een groep historici in spe en Maïka De Keyser (KU Leuven) en Jan Bastiaens (Agentschap Onroerend Erfgoed) naar Landschap De Liereman in Oud-Turnhout.

Vanaf de middeleeuwen, tot in de 19de eeuw werd dit prachtige natuurgebied beheerd door de omwonende gemeenschappen: ze lieten er hun vee grazen, ze mochten er turf steken om hun huizen te verwarmen en maakten hier ook afspraken over. De lokale bevolking werd soms afgedaan als arm, maar kwam dankzij het gemeengoed eigenlijk niets te kort, integendeel. De systemen van gemeen bezit zorgde voor een meer inclusieve maatschappij in de Kempen, alsook voor een ecologisch duurzaam beheer van het gebied. De middeleeuwse gemeenschappen waren dankzij de commons eveneens beter bestand tegen natuurrampen én economische crisis. Tot op vandaag is het zichtbaar dat het gebied niet was opgedeeld in kleine stukjes per boer, in percelen van elkaar gescheiden door paden en grensstenen. Uitgeholde, in ongebruik geraakte wegen lopen kris kras door het landschap en tonen aan dat de gebruikers vrij konden gaan en staan met hun vee zonder restricties.

Een trage weg als common beheren? Het kan!

© Pieter Vandenhoudt - Trage Wegen vzw

Trage Wegen vzw kreeg van Stad Antwerpen de opdracht om een volledig uitgewerkte beleidsvisie op te stellen voor de ontwikkeling van trage wegen in de stad. Daarvoor zijn er verschillende doelstellingen opgesteld, waaronder de stimulatie van buurtbewoners om ontmoeting te bevorderen en zelfonderhoud te stimuleren. Trage Wegen vzw schakelde vervolgens Commons Lab in om mee te brainstormen over hoe wij actoren van verschillende verticale en horizontale niveaus (district, bewoners, ondernemers, organisaties, …) kunnen betrekken in de ontwikkeling van een trage weg in de maak. De gekozen initiatie zou een voorbeeld moeten worden voor andere buurten die een soortgelijk initiatief willen starten, maar niet weten waar te beginnen. - Tekst: Bas Van der Putten

Het Kattewegje anno maart 2022 © Commons Lab vzw

Zo kwam het Kattewegje in Hoboken in de schijnwerpers. Een uitzonderlijke verbindingsweg in Hoboken met een goede community van de buurtbewoners die al pogingen hebben ondernomen om de weg onderhanden nemen, maar jammer genoeg met weinig succes. Het weggetje ligt er al jarenlang minder goed bij ligt: regenwater dat blijft liggen op het ongelijke wegdek, er is een zwerfvuil probleem en de weg heeft te kampen met kleinschalig vandalisme. Hoewel het Kattewegje veel potentieel heeft om een aangename verbindingsweg te vormen voor voetgangers en fietsers, kan het district Hoboken weinig ondersteuning bieden. De weg is namelijk geen publiek domein, maar een aaneenschakeling van kleine stukjes private grond met publiek karakter en gebruik. In onze ogen een ideaal uitgangspunt om de weg te beheren als een common.

Droombeeld van het Kattewegje © Trage Wegen vzw

Pieter, projectmedewerker van Trage Wegen vzw beschrijft het als volgt: “Het Kattewegje kan bijvoorbeeld dienen als een goede verbindingsweg tussen de twee scholen die dichtbij zijn gelegen. Maar het opknappen van deze weg is een complex verhaal. De buurt vraagt aanhoudend naar verandering, maar de district weet niet zo goed hoe men het moet aanpakken. Dus als het district niet kan helpen, dan springen wij in die bres!”.

Het wordt dus een uitdaging om er een succesvol trage weg van te maken, maar het is een perfecte gelegenheid om de buurt bij de brainstorm en het beheer te betrekken. Mocht dit succesvol worden, dan zou het een goede ‘best practice’ vormen voor andere trage wegen.

“We willen het Kattewegje aanpakken volgens de commonsprincipes, om zo de buurt te motiveren mee te helpen in het gehele ontwikkelingsproces. Van dit klein verhaaltje kunnen we vervolgens ook iets groots maken en zo de aandacht van het district Hoboken trekken, dat is onze rol.”, verteld Pieter.

Samenkomst met buurtbewoners © Commons Lab vzw

Samenkomst met buurtbewoners © Commons Lab vzw

Tijdens het eerste moment hebben we de buurtbewoners terplekke uitgenodigd en samengebracht om te praten over potentiële verbeteringen. We zorgde ook voor een overheerlijk soepje van Soepmie. Uit de discussie is heel wat nuttige info naar voor gekomen. Van ervaringen uit het verleden, zoals zaken die moeilijk verliepen en valkuilen waaruit we kunnen, tot een paar voorstellen voor verbetering. Het was overduidelijk dat de buurtbewoners met heel veel goesting actie willen ondernemen en de nogal ‘modderige’ toestand van de weg op korte en lange termijn aan willen pakken.

Brainstorm met buurtbewoners © Commons Lab vzw

In oktober hebben zijn we een tweede keer samengekomen om de besproken ideeën wat verder uit te werken. Nu nemen we de stap van droom naar realisatie. Het kwam erop neer dat de buurtbewoners binnen drie thema’s actie wouden ondernemen: vergroening, meer sociale cohesie tussen buurtbewoners, en de vermindering van vandalisme en sluikstorten. De vergroening realiseren we door nieuw groen aan te planten en het woekerend groen bij te snoeien, en gras af te maaien. De sociale cohesie wordt gestimuleerd door de buurt meer bij elkaar te brengen. Samen werken en de weg helpen beheren helpt de verbondenheid alvast eens stuk op weg. De vermindering van vandalisme en zwerfvuil zouden we proberen bereiken door affiches te hangen en de weg meer te verlichten.

Zo gezegd zo gedaan! We maakten een open whatsapp-groep aan voor de buurtbewoners om de communicatie te vergemakkelijken. Met een flyer ‘Het kattebelletje voor het Kattewegje’, die we in de buurt in de brievenbussen staken, maakten we de volgende samenkomstdag bekend. De taken werden verdeeld en de buurtbewoners gingen spontaan en zeer gemotiveerd onmiddellijk te werk. Er werd vooraf al nagedacht over verlichting op zonne-energie in het straatje en waar deze idealiter zou komen voor maximale belichting. Een buurman ontwierp een affiche tegen sluikstorten. De finale ontwerpen werden ‘democratisch’ gekozen aan de hand van een ad hoc poll in de whatsappgroep, alvorens ze te drukken. Andere bewoners vroegen aan organisaties, zoals Natuurpunt vzw, of ze gebruik te mochten maken van hun materialen en diensten. Als laatste werden de nodige voorbereidingen voor de samenkomstdag uitgewerkt. Commons Lab moest nooit echt een trekkende rol spelen. We gaven mee de vonk, maar de buurtbewoners deden de rest.

© Pieter Vandenhoudt - Trage Wegen vzw

Op zaterdag 26 november, kwamen we met de buurtbewoners samen op de handen uit de mouwen te steken. Op de middag we verzamelde we bij het Kattewegje en de opkomst was groot. Een twintigtal buren, jong en oud kwamen meehelpen of eens een kijkje nemen. We begonnen met het verwijderen zwerfvuil met een grijper in de ene hand en een vuilzak in de andere hand. Veel afval werd er opgeraapt, van blikjes tot zelfs een televisiescherm. Tegelijk waren andere buurtbewoners het aanwezige groen al aan het snoeien en bij elkaar aan het harken. Er werd gediscussieerd waar we het beste de affiches konden ophangen voor maximale attentie. Tijdens het opruimen en snoeien vonden de buurtbewoners nog een paar schatten terug: een volledig pokerspel, maar ook wat lokale biodiversiteit. Een kikkertje dat even kwam ontspannen in de regenplassen van het weggetje.

© Pieter Vandenhoudt - Trage Wegen vzw

“Het Kattewegje bevat veel meer potentie dan alleen maar een verbindingsweg.”, zegt Pieter van Trage Wegen vzw, “Biodiversiteitsbevordering is ook een belangrijk deel van het verhaal. Vogels en blijkbaar ook kikkers, hebben nood aan het groen van het Kattewegje. Zeker nu stedelijk groen enorm schaars is in grote steden zoals Antwerpen.”

Na een lange werkdag konden de buurtbewoners nog genieten van wat cake, koffie en soep die ze zelf hadden klaargemaakt. We hoorden alvast van verschillende buren dat ze dit een heel fijn initiatief vonden en dit zien als startschot voor een toekomstige grootschalige verbetering.

Buurtbewoner Bart: “Het was een enorm geweldige ervaring om nieuwe buurtbewoners te leren kennen en het wegje onderhanden te nemen, want het was nodig. We hebben jaren geleden ook geprobeerd om het Kattewegje beter aan te leggen. We hebben een geldinzamelactie geprobeerd, maar dit was niet een groot succes. Dankzij de steun van Trage Wegen en Commons lab en de vrijwillige hulp van de buurtbewoners, hebben we er toch nog iets schoon van kunnen maken. Hopelijk zal de buurt in de toekomst nog vaker bij elkaar komen.”

 Het Kattewegje vóór de actie door de buurtbewoners:

 Het Kattewegje tijdens de actie door de buurtbewoners:

© Pieter Vandenhoudt - Trage Wegen vzw, bekijk alle foto’s via: https://flic.kr/s/aHBqjAgWsj

experimentenJoppe Ruts
Hoe kan zorg voor de commons zorgen voor de aarde en de mens? Verslagje door Ingrid Larik

Op 7 december ontvingen Emagine Center en Commons Lab Michel Bauwens, cyberfiliosoof, medeoprichter van de P2P-foundation en voorvechter van de Commons, als keynote speaker in het Emagine Center. In dit blogartikel vind je de samenvatting van een bijzonder boeiende uiteenzetting. Een verslagje van Ingrid Larik, die Commons Lab die avond vertegenwoordigde.


We werden ondergedompeld in de patronen van de opgaande en neerwaartse spiralen van #beschavingen. Cyclisch. En hoe telkens weer in de neerwaartse spiraal van een beschaving - wanneer de #systeemcrisis compleet is en er sprake is van verregaande fragmentatie, individualisering, polarisering, oorlogen zelfs....#commons telkens weer het begin van een nieuw verhaal, een #restory zijn. Dat zij de #regeneratieve kracht hebben om weer te herstellen en naar een nieuwe vorm te gaan. Vandaag vanuit een #ecologische insteek - in de brede zin van het woord. #samens

En als je je afvraagt, wanneer spreken we nu juist van #commons ? Wel, er zijn volgens Elinor-Ostrom-Schule 3 basisregels (vrij vertaald)
🛎 iets specifieks willen 💎 doen 💎 aan een probleem, een uitdaging
🛎 waarbij mensen kiezen om er 💎 samen 💎 voor te gaan, omdat hun hart ervoor klopt
🛎 en ze zichzelf reguleren, dus 💎 zelfsturing 💎 en zelforganisatie

In Vlaanderen spot CommonsLab de verschillende initiatieven die er al zijn en die aan het ontstaan zijn. En ondersteunt hen als ze dat vragen. In de steden, op het platteland, in de randgebieden...Het is in kaart brengen om te kunnen #verbinden en te leren: over wat er werkt en waarom dat werkt ? Om kennis en ervaringen beschikbaar te maken voor elkaar en de gelegenheid te bieden te leren van elkaar én te verbinden..om wie weet verder te co-creëren. Een van de redenen waarom ik me engageerde in de AV van CommonsLab en er als ambassadeur was (Koen Wynants was die avond elders actief - bij de boekbespreking van Walter Lootens). M.a.w. CommonsLab als #lerendnetwerk en als #kenniscentrum. Je kan daarbij een onderscheid maken tussen #verschillendetypes van commons: physical commons, urban commons, knowledge commons, digital commons.. die elk volgens bepaalde principes functioneren. Als je je er verder wil in verdiepen zie #P2PFWiki https://lnkd.in/e3wjWhX6 of nog https://lnkd.in/eUReZ_mw

🐾 Twee mooie voorbeelden 🐾 kwamen diezelfde avond nog aan bod: #LandvandeAarde waarover Eric Boydens boeiend vertelde - een nieuw coöperatief project om een stuk aarde weer gezond te krijgen in Broechem, een #voedselbos, met Sandra Vermeiren - Aardebloesem en #Wesley - zie https://landvandeaarde.be/ - en het belang van #diepluisteren en #cirkelgesprekken als een basisvaardigheid om te verbinden met mensen als je je samen wil engageren. Het initiatief #Circlo -zie https://lnkd.in/eskNnE9v - gericht op jongeren waarbij Jean-Louis Lamboray en mooie getuigenis liet horen en Aime terryn-Schrauwen zelf ook getuigde, als producer van de #podcasts die in januari gelanceerd worden. Meer weten, zie https://lnkd.in/eskNnE9v

Koen Wynants
European Municipalist Network (EMN) kick-off meeting in Berlin from 13th to 14th October 2022 - written by Hannelore Standaert

Thanks to Commons Lab I had the opportunity, at the invitation of Commons Network, to join the European Municipalist Network (EMN) kick-off meeting in Berlin from 13th to 14th October 2022.

The EMN is an informal network and collective strategy which was formed in 2019 to strengthen Europe's emerging municipalist ecosystem and its capacity for social and political advocacy. Municipalism is a political system of self-government at the local level, such as of a city or township. The EMN organized the meeting together with Commons Network, who became a coordinating partner of the EMN in 2021. Commons Network is a collaboratory for the social and ecological transition that brings people and ideas togethers and provides tools, strategies and insights for social movements, governments and community groups.

To prepare for the meeting, I was given several books about municipalism, commons and ecofeminism. Two of the given books were written by Walter Lotens of which one - Rebelse Plekken or Rebellious Places - was about a search for new initiatives at odds with dominant neoliberal thinking and the basis of municipalism. The books gave a clear basis to build my knowledge on.

Having fully immersed myself in these new concepts, I could not wait to travel by train to Berlin to meet the other participants. Besides me representing Commons Lab, twenty other people participating in social movements and political platforms across Europe were also invited, namely people from Nantes en Commun (France), Zagreb Je Nas (Croatia), Verdedig Noord (The Netherlands), Solidarity Against Neoliberal Extremism (Scotland), Commons Network (The Netherlands), Research for Action and Open democracy (UK),  L’Asilo (Italy),  Berlin Munis (Germany)  and Commonspolis (Spain). It promised to be an exciting meeting to share experiences and thoughts on care practices and municipalism.

During the event, several workshops, panels and informal dinners were organized to share political experiences and analysis. Starting with an informal meeting on Thursday evening in Ada Bar where everyone introduced themselves. I highly recommend this bar as it has a great atmosphere, an amazing interior and a friendly staff that serves the best cocktails. Afterwards, an informal dinner was planned to get to know each other even better.

Ada bar

After breaking the ice on Thursday evening, a first kickoff meeting, organized by Commons Network, was planned on Friday morning in Moos space, a beautiful space located in the former bathtub factory Moosdorf & Hochhäusler. The purpose of the meeting was to share valuable skills with each other, because skill sharing is a practical and useful way to bring people together, and build networks while moving the community towards self-reliance and resilience.

Moos space

During the session several issues and topics were defined by sharing experiences, tools, challenges and opportunities in a peer to peer approach. The session was divided into five parts, with the aim of ending with a list of requests and offers on which Commons Network will document and organize, together with participants that want to contribute, a series of online skill sharing sessions in January. Some requests that were selected are how to deliver political education, how to connect to people, how to transform short term goals to long term goals, how to mobilize youth, and how to feminize the organization. Some of the offers of the participants were how to build coops, media presence and storytelling and how to use the law creatively. The session facilitated peer to peer exchange and produced outputs to further disseminate skills, collective imaginaries and discourse. In that way, toolkits or guides can be built to share the skills, methodologies and experiences which were identified during the session with a wider community. At the end of the session, people were already thinking about how to share information with the outside world. In doing so, a multimedia approach via Podcasts, Instagram, YouTube, Telegram channel etc. was cited as an ideal approach to share information with the broader public. Participants also stressed the importance of having money left over for translation, the strength of visualization and the need of having different levels of information sharing so that both beginners and experts can learn.

In the afternoon, an internal dialogue on political strategies and the challenges of different cities was held. This was led by organizers of the EMN. First there was an introduction about the EMN and which projects the organization has. In doing so, the different partners of the EMN were explained. On the one hand, Commons Network, who invests in skill sharing and helps to broaden the network. And on the other hand, Commonspolis, who created an impressive map as a tool to identify agreements and to generate partnerships between organizations that identify with municipalism at the European level. Thereafter a dialogue was held about the local challenges of the different cities/territories that were participating in the event. Thereby different strategies that the participants are implementing as a political actor or social movement were discussed. Several topics that came up were compiled in the lack of political participants, authoritarian politics and fascism and cost of living. With these raised topics a framework was created that will allow the EMN to introduce and enrich its political strategy.

The event was brought to an end on Friday evening with a public panel on “Take Back the City! City politics & activism: perspectives from across Europe”. It was an open engaging dialogue between several participants of the meeting. It gave the opportunity to exchange different strategies and conceptions of municipalism across Europe with local actors in Berlin. The public panel was again held at Ada Bar, which afterwards further devolved into a pleasant evening at the bar.

Ada bar

By joining this event Commons Lab had the chance to broaden its vision on municipalism and to reinforce dialogue and networking capacities. The meeting gave the opportunity to reinforce local movements in Northern Europe interested in the municipalist approach, to launch a skill sharing process to strengthen peer to peer learning among municipalist actors and to learn more about the EMN and storytelling. It was a very engaging experience making clear that there are many opportunities and levels to take action. In doing so, I learned that starting up a bar has the opportunity to bring people together and lower the threshold and thereby can contribute immensely to the growth of the organization and spreading the word. For Commons Lab, I would suggest as a possible improvement, putting together an even more diverse team by involving multiple cultures and also broadening the project programme by involving, for example, the queer community. To reach people, the organization could focus even more on using their media by, for example, sharing short content messages in a simple way like the platform nws.nws.nws does.

To finish, I would like to thank Commons Lab for this opportunity, the EMN and Commons Network for organizing this event and the “Care-takers” for keeping everything on track during the meeting in Berlin.

References used:

EMN: https://municipalisteurope.org

Commons Network: https://www.commonsnetwork.org

Rebelse Plekken. Over municipalisme en commons (Walter Lotens) https://commonslab.be/publicaties/2019/8/28/rebelse-plekken-over-municipalisme-en-commons-walter-lotens-

 Commons Network partners with EMN: https://www.commonsnetwork.org/2022/09/20/commons-network-becomes-part-of-the-core-team-of-the-european-municipalist-network/

Commonspolis map: https://commonspolis.org/en/community/cartografia-colaborativa-del-ecosistema-municipalista-europeo/

Locations visit in Berlin:

Ada Bar: Sonnenallee 100, 12045 Berlin

https://goo.gl/maps/3RJMHaxBGPEhRNd46

 Moos space: Moosdorfstraße 7-9, 12435 Berlin

https://goo.gl/maps/1Pq7PVcba3r2XhzT8

Koen Wynants
Bezoek 'Het Voedselbos' - 17 september 2022

Zaterdag 17 september startte regenachtig, maar dat ‘slechte’ weer weerhield niet dat we met zo’n 25-tal voedselbossers samentroepten onder de koffieluifel van ‘Het Voedselbos’ in Nokere voor een heldere introductie in hun voedselbossysteem. 

Bert nam ons mee in de wondere wereld van de climaxvegetatie, stikstofbindende planten en bomen, meerjarige vaste planten. De verschillende lagen waaruit een systeem van het voedselbos bestaat. De arbeidsintensiviteit van het oogsten, het samenwerken, het delen van de arbeid en de oogst. Het nabootsen en creëren van een bos voor voedselproductie zorgt er immers voor dat het zelfvoorzienend is voor de voeding van de planten, waterhuishouding, het onder controle houden van plagen, ...  [lees verder onder de foto]

In de namiddag, na een potluck-lunch, ging we verder in op hoe we voedselbossen kunnen beheren als een common. Hiervoor gingen we aan de slag met de principes die Elinor Ostrom formuleerde for governing the commons en pasten ze toe op de initiatieven van de deelnemers. 

  1. Duidelijke definities van wat de gemeenschappelijke middelen zijn en wie de gebruikers zijn 

  2. De regels zijn geschreven op de lokale situatie 

  3. Gemeenschappelijke besluitvorming door de bezitters 

  4. Zorg dat de gemeenschappelijke zeggenschap erkend wordt door de autoriteiten en overheden buiten de groep 

  5. Er is een systeem om het gedrag van elke gebruiker te monitoren 

  6. Er zijn steeds zwaarder wordende sancties voor diegenen die de regels overtreden 

  7. Goedkope en laagdrempelige arbitrage bij geschillen 

  8. Voor grootschalige commons bronnen een gelaagd systeem met lokale groepen 

Afsluiten deden we met samen den afwas te doen! 

Merci Bert en alle andere aanwezigen, tot binnenkort! 

Kader 

Dit bezoek kaderde in het fruitige voedselbosproject, met de steun van LEADER Hageland+, geven Avansa Oost-Brabant, Velt, Natuurpuntacademie, Regionaal landschap Zuid-Hageland en Commonslab, de komende twee jaar de voedselbosbeweging een duwtje in de rug. 

Hoofddoel is om op vier plekken in het Hageland een nieuw lokaal gedragen voedselbos tot stand te brengen. Daarnaast wordt getimmerd aan een lerend netwerk om fruitige kennis op te doen en te delen. Check deze pagina geregeld voor activiteiten en verhalen: https://commonslab.be/experimenten/fruitige-voedselbossen-hageland - https://avansa-oostbrabant.be/projecten/fruitige-voedselbossen  

In samenwerking met: 

Hoe maak je van een tuinstraat een inclusiever verhaal?

Eén van de grote pijnpunten binnen de klimaatbeweging en binnen collectieve organisaties blijft de beperkte heterogeniteit van de leden. Hoewel kwetsbare groepen het meeste baat zouden hebben, blijft het initiatief en de toegang voorlopig beperkt tot hooggeschoolde middenklasse gezinnen. Maar geldt dat ook voor de ‘bottom-up’ Tuinstraten? Anneleen van Comité Bump bracht op de ‘Inspiratiedag Tuinstraten’ op 14 oktober 2022 een realistische getuigenis over hoe samen een tuinstraat maken en vooral de verbondenheid onder buren die daaruit voortvloeide, zorgde voor een enorm sterk sociaal weefsel in de straat. De meest kwetsbare buurtbewoners worden dankzij die verbondenheid ondersteund door hun actieve buren. Haar volledige getuigenis leest u hier.

“Ik ben Anneleen. Ik woon in de Pieter Génardstraat op het Kiel, en 5 jaar geleden mocht onze straat voor 6 weken experimenteren met een tuinstraat.

© Comité Bump

 Bedoeling van die tuinstraat was vergroening, vertraging van het verkeer, meer speelruimte voor de kinderen creëren. Maar, daarnaast was het ook belangrijk zo veel mogelijk straatbewoners mee te krijgen in dat verhaal, om inclusief te werk te gaan.

 En het zijn die ervaringen rond inclusie die ik vandaag graag met jullie wil delen. Kleine noot: als ik zeg ervaringen, dan komt daar ook de nodige subjectiviteit bij kijken. Een andere bewoner of een ander lid van ons burencomité zou dat anders ervaren kunnen hebben. Maar terug naar inclusie.

Om een zo volledig mogelijk beeld te geven zou ik graag 3 aspecten willen toelichten:

  1. In eerste instantie: de context – in wat voor straat wonen we – in welke context brachten we die tuinstraat tot stand

  2. Hoe hebben we geprobeerd inclusief te werk te gaan

  3. En tot slot: Waar heeft die aanpak toe geleid. Welke uitdagingen kwamen we tegen en van welke successen kunnen we spreken.

 

Dus om te beginnen met de context, even een korte schets van onze straat:

  • De Pieter Génardstraat maakt deel uit van de Antwerpse buurt: Kiel. Dat is eenvolkse, heel diverse buurt, en bijgevolg is onze straat ook zeer divers.

  • We telden in 2017 zo’n 15 nationaliteiten en ongeveer evenveel talen

  • Bij die uiteenlopende nationaliteiten hoort ook vaak een andere religieuze of culturele achtergrond.

  • Er is daarnaast ook een grote generationele verscheidenheid: de oudste bewoners waren eind 80, begin 90, maar er wonen ook heel veel jonge kinderen in de straat

  • tot slot is de ook socio-economische achtergrond is ook zeer verschillend

Al deze elementen komen vaak ook nog eens in allerlei combinaties voor, wat maakt dat je met uiteenlopende noden en mogelijkheden moet rekening houden.

[Lees verder onder de foto]

Hoe hebben we inclusie in die context benaderd? 

In retrospect waren de kernbegrippen volgens mij laagdrempeligheid en het actief stimuleren van participatie (najagen eigenlijk).

  • we investeerden heel veel tijd in de relatie met de bewoners

  • zo gingen we heel vaak van deur tot deur: om bewoners persoonlijk uit te nodigen, met de vraag hoe zij zo’n straat zagen, hoe ze wilden meewerken. Ik kan eigenlijk niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om binnen zo’n participatieproject persoonlijk contact te maken, zeker in het begin. Door een briefje in de bus voel je je niet altijd aangesproken, door iemand die je persoonlijk komt uitleggen wat je wil doen en waarom het belangrijk is, vaker wel.

  • We communiceerden in meerdere talen, niet in alle 15. Maar volgens mij was dat wel een cruciaal element. Participeren is niet mogelijk als je niet eens begrijpt waarover het gaat.

  • We vergaderden vaak op straat. Bewoners kwamen zo uit nieuwsgierigheid wel eens kijken en voor ze het zelf goed beseften namen ze dan actief deel aan een vergadering

  • Beslissingen probeerden we altijd met een meerderheid te nemen, mensen daar ook over te bevragen en op die manier dus ook rekening te houden met de mening van de bewoners

  • En tot slot, niet onbelangrijk: de kinderen kregen inspraak over de activiteiten en inrichting. Een autovrije straat midden in de vakantieperiode is een plek die snel wordt ingenomen door spelende kinderen. 

Dat brengt mij bij het laatste punt: Waar hebben onze inspanningen toe geleid. Met welke uitdagingen kregen we te maken en welke successen waren er.

Ik denk dat andere burgerinitiatieven misschien wel kunnen bevestigen dat het sowieso eenuitdaging is om mensen mee te krijgen in zo’n project. Zeker in de zin dat ze zich er mee eigenaar van voelen.

Volgens mij zagen we daarbinnen enerzijds een groep mensen die in principe zou kunnen deelnemen, maar dat om een of andere gerechtvaardigde reden niet wil. Het kan zijn dat zegeen interesse hebben, er geen behoefte aan hebben of zelfs angst hebben voor veranderingen. Uit die hoek kregen we trouwens wel wat met weerstand te maken. Natuurlijk, als je participatief te werk wil gaan, dan horen die tegenstemmen er uiteraard ook bij.

 

Anderzijds heb je een groep mensen die gewoonweg niet de luxe heeft om na te denken over vergroening of verblauwing. Mensen die voortdurend in onzekerheid leven over  hun inkomen, of ze hun gezin te eten kunnen geven, hun rekeningen nog kunnen betalen of nog degelijk onderdak zullen hebben.

Die groep is in onze straat, maar vooral in de bredere buurt, wel sterk aanwezig.

We kennen heel veel gezinnen die het gewoon moeilijk hebben. Die met meerdere kinderen op 1-slaapkamerappartementjes wonen. Mensen die in gebouwen wonen die zich in bedenkelijke staat bevinden, en daar vaak in verhouding veel voor moeten betalen. We kennen mensen die hun gezin moeten onderhouden met onzekere en slecht betaalde jobs.  Die mensen blijven ook niet altijd lang genoeg op dezelfde plaats wonen, wat velen van hen ook wat onzichtbaar maakt.

Eén zo’n gezin bleef voor ons niet onzichtbaar, omdat we de kinderen op straat leerden kennen. Ik noem ze voor hun privacy even Mia en Younes. Toen we hen leerden kennen moeten zij 6 en 8 geweest zijn. Het viel al snel op dat ze de hele dag alleen op straat doorbrachten, tot 23u ’s avonds wanneer de vader terug kwam van zijn werk. Het gebeurde wel eens dat de kinderen geen sleutel hadden en overdag gewoon niet binnen konden. Het was duidelijk dat het gezin het financieel moeilijk had, en heel wat problemen had als gevolg daarvan. Vorig jaar werden ze dan uiteindelijk uit hun appartement gezet, wat voor hen niet de eerste keer was.

Ik denk dat het voor zich spreekt dat vergroening geen prioriteit is voor mensen die zich dagelijks zorgen moeten maken over primaire behoeften.

Ik zou dus niet durven te stellen dat we met onze aanpak écht inclusie bereikt hebben, dat we echt een straat van iedereen voor iedereen bereikt hebben. Ik denk dat die sociale ongelijkheid daartoe een obstakel is, een obstakel dat we als gewone burgers/buren niet kunnen wegwerken. 

Maar dat neemt niet weg zo’n project wel heel mooie dingen teweeg kan brengen, ook met die mensen die geen eigenaarschap kunnen opnemen in het verhaal. 

  • het heeft ervoor gezorgd dat buren elkaar hebben leren kennen. Dat proberen we ook in stand te houden door meerdere feestmomenten te organiseren om mensen samen te brengen.

  • het vertrouwen dat er ontstond, maakte dat bewoners hulpvragen durfden stellen. Zo was er een jong koppel Syrische vluchtelingen, die al een tijdje in onze straat woonden, geïsoleerd eerder, die door de tuinstraat een heel sociaal netwerk hebben opgebouwd van mensen die hen op de een of andere manier konden verder helpen.

  • we probeerden ook echt in te gaan op de noden die zichtbaar werden. Een mooi initiatief dat uit de tuinstraat is voortgekomen, was een wekelijks taaluurtje waarbij we samen aan de keukentafel Nederlands oefenden met buren die dat nodig hadden.

  • sommige bewoners hebben een zorgende rol opgenomen voor hun oudere buren. We leerden via de tuinstraat Adriaan kennen, toen onze oudste straatbewoner. En al snel hadden we een reservesleutel van zijn huis, om binnen te kunnen in noodgevallen. We gingen hem helpen wanneer hij dat vroeg, of gingen gewoon langs voor een babbeltje, we vierden zijn – ik denk 94ste verjaardag samen, … in 2019 overleed hij helaas. Maar met zijn dochter hebben we regelmatig nog contact, en zij benadrukt ook vaak nog hoezeer het voor haar een geruststelling was dat haar vader op hulp uit de straat kon rekenen.

Kortom: een socialere, zorgzamere straat, warmere straat, hebben we volgens mij wél bereikt. Ik durf zelfs te stellen dat we de verbondenheid die we vandaag in onze straat kennen, volledig te danken hebben aan het intensieve engagement dat die tuinstraat was.

Bij wijze van conclusie, en misschien ook aanzet tot debat, denk ik dat we dan ook bij onszelf moeten nadenken over wat we met zo’n tuinstraat willen. Als je verbinding in een straat wil creëren, dan denk ik dat ons voorbeeld alvast leert dat een tuinstraat daarvoor een goede katalysator is. Maar zie je het groter, wil je dat burgers via tuinstraten het heft in eigen handen nemen om klimaatadaptatie en –transitie te versnellen (verantwoordelijkheid nemen voor klimaatadaptatie en –transitie), dan stel ik me de vraag hoeveel burgers dat effectief kunnen en of sociaal kwetsbare straten of buurten op die manier niet zullen achterblijven.”


© Comité Bump

VerslagJoppe Ruts
Alternatieve septemberverklaring 2022

Hoe anders zou de septemberverklaring klinken als deze focuste op burger en planeet? Ook in 2022 lanceert Hart Boven Hard een alternatieve septemberverklaring. Dit jaar focussen ze op energie. Deze crisis moet gezien worden als een kantelpunt, die zal zorgen voor een globale transitie van winst naar waarde!

Deze boodschap werd samen gevormd met vele partners uit het middenveld en onderschreven door Fairfin, Reset Vlaanderen, Climate Express, Climaxi, Grootouders voor het Klimaat, Commons lab vzw, Wij betalen niet en Move your Money.

Koen Wynants
De CLT in Leuven is opgericht

Op 29 september 2022 werd de CLT in Leuven opgericht. De 32 stichtende leden kwamen samen om de statuten te ondertekenen en de bestuursleden aan te stellen. De CLT is in de eerste plaats een netwerkorganisatie die mensen en organisaties in verbinding brengt om samen betaalbare woonprojecten in Leuven mogelijk te maken op een gedeelde lap grond. De stichtende leden van de vzw zijn juristen, sociale en/of culturele organisaties die vaak met de doelgroep in aanraking komen of deze vertegenwoordigen, de overheid, kennisinstellingen, denktanks, consultants, financiële instellingen en bouwprofessionals; een bonte combinatie van doeners en denkers.

Voor de toekomstige bewoners kunnen aangesteld worden in he bestuursorgaan, moet er eerst werk gemaakt worden van een toewijsreglement. Tot dan worden potentieel geïnteresseerde bewoners maximaal betrokken via participatiemomenten. We hopen op de volgende Algemene Vergadering ook toekomstige bewoners op te nemen in het ledenbestand en aan te stellen in het bestuursorgaan. Wil je zelf vorm geven aan de vzw? Kom dan naar een participatiemoment. Schrijf je in op onze nieuwsbrief en wordt als eerste op de hoogte gehouden van wanneer deze plaatsvinden!

De prioritaire taken van het bestuursorgaan zullen zijn:

  • het bepalen van de missie en visie van de organisatie

  • de opmaak van het toewijsreglement

  • het onderzoeken van de nodige financieringsmiddelen en subsidies

  • de opmaak van een sociaal ondernemingsplan en de doorverkoopformule

  • het aanstellen van het ontwerpteam voor de pilootsite

  • het oprichten van de stichting voor het beheer van de gronden

  • de oprichting van een coöperatie voor het beheer van andere onroerende goederen (woningen en/of gemeenschapsfuncties) die ingezet kunnen worden voor de verhuur

Voor Commons Lab zal Sarah Martens de vzw vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van CLT Leuven.

Koen Wynants
Commons en Degrowth (Omrijk, De Transformisten)

Wat is commoning? En hoe kun je commons linken aan genoeg of ontgroei? Rond die vragen draaide de Commons Lab workshop op Omrijk

Omrijk workshop commoning door Commons Lab ism Bright Futures en de beek - Foto Sien Verstraeten

Tijdens Omrijk 24-26 juni 2022 in Domein Roosendael organiseerde Commons Lab een workshop over commoning.

Koen Wynants en Elisabeth Hirner van Commons Lab legden uit wat commoning betekent. Dat deden ze samen met commoners Rik Verschueren van Buitenkans en Bright Futures cv (beheerder van gemeenschapsgrond in het hart van het Merode-gebied) en Martine Willems van Voedselcollectief de beek. In een geanimeerd gesprek met de deelnemers aan de workshop zocht Commons Lab ook de link met het kernthema van Omrijk: genoeg.  

Dirk Holemans van denktank Oikos nam deel aan de workshop. Meteen daarna schreef hij een korte reflectie voor de Omrijk gazet

 

COMMONS EN DEGROWTH

Samen de toekomst vormgeven. Een samenleving die goed genoeg is voor iedereen

Door Dirk Holemans

Commons, dat zijn een groep burgers die samen zorgzaam een goed beheren of produceren. Een manier van organiseren die eeuwenoud is, en nu weer overal opduikt. Burgers die een stuk land gezamenlijk beheren, of een energiecoöperatie oprichten omdat ze zelf groene stroom willen produceren, en zorg voor elkaar en de planeet cruciaal vinden.

Degrowth, dat is het inzicht dat een economie niet kan blijven groeien op een eindige planeet, dat we nu al de draagkracht van de planeet overschrijden. Dus is de opdracht om iedereen zicht te geven op een goed leven, terwijl we de doorstroom van energie en materialen in onze samenleving drastisch reduceren. En dat kan met concrete maatregelen: denk aan een kortere werkweek, of aan spullen die dubbel zo lang meegaan zodat we maar de helft aan grondstoffen nodig hebben.

Een degrowth economie vergt een type economische situaties die de behoeften van mensen willen voldoen, in plaats van de huidige bedrijven gefocust op korte termijn winsten en de belangen van de aandeelhouders. Naast de versterking van publieke diensten kunnen commons een cruciale rol spelen in de uitbouw van een degrowth economie. Een sterk voorbeeld zijn energiecoöperatie zoals Ecopower. Zij produceren met eigen windmolens rechtstreeks elektriciteit voor hun coöperanten, zonder dat er veel marktwerking aan te pas komt. En nog straffer: ze informeren en moedigen hun coöperanten concreet aan om zo weinig mogelijk stroom te verbruiken (dat ligt wel even anders bij de klassieke energiebedrijven, die hun aandeelhouders op de beurs tevreden moeten stellen). Zo ligt het doorsnee verbruik van een Ecopower gezin beduidend lager dan een gemiddeld Belgisch gezin. Deze commons-coöperaties investeren bovendien een deel van de winst in de gemeenschap, zodat iedereen er beter van wordt.

Vanzelf zal het niet gaan

Een cruciale bijdrage van commons is dat ze een deel van de economie uit de markt halen. Dat zie je bijvoorbeeld ook in de landbouw met initiatieven als De Landgenoten, die landbouwgrond uit de speculatieve markt halen om die dan ter beschikking te stellen aan bioboeren. Of denk aan wooncoöperaties, die gebouwen uit de crazy woonmarkt halen en hun coöperanten woonzekerheid voor de rest van hun leven tegen een betaalbare prijs garanderen.

In die zin is het eigenlijk niet zo moeilijk om een degrowth economie uit te tekenen. Maar het gaat wel frontaal in tegen de gevestigde belangen en machtsverhoudingen. Dus vanzelf zal het niet gaan - net als in de 19de eeuw komt emancipatie niet vanzelf, maar is het resultaat van sociale strijd die we samen voeren. The time is now.

 

Lees meer 

Na Omrijk schreven Dirk Holemans van denktank Oikos en Koen Wynants van Commons Lab samen een opinie voor Knack magazine over de nieuwe economie die we nodig hebben en de rol die commons daarin kunnen spelen: 'Duurzame tijden vragen andere bedrijven' (gepubliceerd op Knack.be 12 juli 2022)

Goed nieuws: burgers zijn het nieuw type bedrijf voor duurzame tijden al volop aan het installeren

Het besluit:
"De nieuwe economie die we nodig hebben heeft als eerste taak om in de basisbehoeften van iedereen te voldoen, binnen de grenzen van de planeet. Dat vergt een economie die in plaats van steeds meer te produceren en consumptie aan te wakkeren, wil zorg dragen. Dat betekent de leefomgeving herstellen en zorgen dat we onze economie volhoudbaar wordt. Het goede nieuws is dus dat burgers het nieuw type bedrijf voor deze duurzame tijden al volop aan het installeren zijn. Het kan de basis zijn van een echt duurzame economie."

 

Project Omrijk

Omrijk is een initiatief van De Transformisten opgezet in nauwe samenwerking met Commons Lab, Onbetaalbaar, Pulse Transitienetwerk, Sídhe en De Stuyverij; met steun van de Vlaamse overheid.

Omrijk workshop commoning door Commons Lab ism Bright Futures en de beek - Foto Sien Verstraeten

Omrijk workshop commoning door Commons Lab ism Bright Futures en de beek - Foto Sien Verstraeten

Koen Wynants
FINANCIERINGSMODEL VOOR REGENERATIEVE LANDBOUW -LENTELAND

Samen met boeren en burgers start Lenteland regeneratieve boerderijen en maakt de stichting bezit van grond weer onderdeel van de gemeenschap. In dit filmpje leggen ze uit waarom en hoe ze dat doen.

Lenteland heeft ook een eerste regeneratieve boerderij opgestart in Vlaanderen, zie Strackxhoeve – Regeneratieve gemeenschapsboerderij

Deze film werd gemaakt door Rik van der Linden van FirmaFilm. De tekeningen zijn van Bord&Stift.

Koen Wynants
Duurzame tijden vragen andere bedrijven (opiniestuk Dirk Holemans & Koen Wynants, Knack)

De nieuwe economie die we nodig hebben heeft als eerste taak om in de basisbehoeften van iedereen te voldoen, binnen de grenzen van de planeet’, schrijven Dirk Holemans van Oikos en Koen Wynants van Commons Lab. ‘Dat vergt een economie die in plaats van steeds meer te produceren en consumptie aan te wakkeren, wil zorg dragen.’

Lees het volledige opiniestuk via de website van Knack

Dit opiniestuk kwam tot stand tijdens en na het Omrijk Festival.

‘De nieuwe economie die we nodig hebben heeft als eerste taak om in de basisbehoeften van iedereen te voldoen, binnen de grenzen van de planeet’, schrijven Dirk Holemans van Oikos en Koen Wynants van Commons Lab. ‘Dat vergt een economie die in plaats van steeds meer te produceren en consumptie aan te wakkeren, wil zorg dragen.’

Het is een inzicht dat we niet langer kunnen negeren: de economie kan niet blijven groeien op een eindige planeet. Die illusie van oneindige groei heeft ons gebracht in de huidige instabiele, gevaarlijke situatie: we hebben de natuurlijke processen ontwricht die zorgden voor een stabiel levensklimaat, met gematigde temperaturen, zuiver water, enz. Dat de draagkracht van de aarde overschreden is, zien we nu elke dag met wereldwijd steeds meer hittegolven, bosbranden, orkanen en overstromingen.

Maar Welvaart zonder Groei, zoals de Britse denker Tim Jackson het al meer dan tien jaar geleden omschreef in zijn bestseller, is voor veel economen en opiniemakers nog altijd moeilijk denkbaar, want het staat haaks op het dominante denken.  Maar ontgroeien (ook wel omschreven als degrowth) is net wat we nodig hebben voor een leefbare toekomst. Het is een positieve toekomstvisie, die ernaar streeft de doorstroom van energie en materialen drastisch reduceren, terwijl we net iedereen op aarde zicht kunnen geven op een goed leven. Misschien ligt de grootste bron van weerstand tegen deze toekomst wel dat het frontaal ingaat tegen de gevestigde belangen en machtsverhoudingen.

Een ontgroei-economie vergt een type economische instituties dat zich als doel stelt de behoeften van mensen te willen voldoen, in plaats van de huidige bedrijven met hun focus op kortetermijnwinsten en de belangen van de aandeelhouders. Dat vergt een grondig herdenken van hoe we de samenleving organiseren.

Een eerste herijking is de herwaardering van publieke diensten, zoals het openbaar vervoer, om te komen tot een duurzaam mobiliteitssysteem. Maar ook burgers die zichzelf organiseren in zogenaamde commons kunnen een cruciale rol spelen in de uitbouw van een toekomstgerichte economie. Commons, dat zijn een groep burgers die samen zorgzaam een goed beheren of produceren. Een manier van organiseren die eeuwenoud is, en nu terug overal opduikt. Denk aan burgers die een stuk land gezamenlijk beheren, samen een co-housing project realiseren, of een energiecoöperatie oprichten omdat ze zelf groene stroom willen produceren, en telkens hierbij zorg voor elkaar en de planeet cruciaal vinden.

Een sterk voorbeeld zijn energiecoöperaties zoals Ecopower. Zij produceren voor het grootste deel met eigen windmolens rechtstreeks elektriciteit voor hun coöperanten, zodat ze weinig afhankelijk zijn van de grillen van de energiemarkt. En nog straffer: ze informeren en moedigen concreet hun coöperanten aan om zo weinig mogelijk stroom te verbruiken. Dat ligt wel even anders bij de klassieke energiebedrijven, die zoveel mogelijk stroom wille verkopen om hun aandeelhouders op de beurs tevreden te stellen.

Zo ligt het doorsnee verbruik van een Ecopower gezin beduidend lager van een gemiddeld Belgisch gezin (gemiddeld 2000 kWh, het Vlaamse gemiddelde is 3500). Deze commons-coöperaties investeren bovendien een deel van de winst in de lokale gemeenschap. In plaats van de dominante extractieve economie – die de geproduceerde meerwaarde uit een plek of gemeenschap weghaalt – is er sprake van een generatieve economie, die verschillende vormen van meerwaarde voor de gemeenschap genereert.

Een cruciale bijdrage van commons is dat ze een deel van de economie uit de markt halen. Dat zie je bijvoorbeeld ook in de landbouw met initiatieven als De Landgenoten, die landbouwgrond uit de speculatieve markt halen om die dan ter beschikking te stellen aan bioboeren. Deze laatste investeren namelijk jaar na jaar heel veel tijd en energie in het verbeteren van de bodemkwaliteit. Het is dan ook cruciaal dat die verzorgde grond niet terug in handen komt van de agro-industrie. Of denk aan het voorbeeld van wooncoöperaties, die gebouwen uit de crazy woonmarkt halen en hun coöperanten woonzekerheid voor de rest van hun leven tegen een betaalbare prijs garanderen.

Het goede nieuws van deze waaier aan voorbeelden is dat die toont dat we al beschikken over het nieuwe type bedrijven, dat we nodig hebben om een economie uit te bouwen die terug past binnen de grenzen van de planeet. En als burgers ze zelf meer en meer vormgeven, dan is de vraag de politici steevast stellen – is er wel draagvlak? – meteen positief beantwoord. Commons die meestal opgericht worden in de vorm van ethische coöperaties – met onder meer interne democratische besluitvorming en een begrenzing van winstuitkering – kunnen de basis vormen van de herstructurering van hele economische sectoren. Overheden kunnen deze omslag ondersteunen, door bedrijven uit de generatieve economie fiscaal te ondersteunen. Dat zou ook een logische keuze zijn, want deze bedrijven leveren op verschillende wijze een meerwaarde voor de samenleving.

Uiteraard vergt dit alles ook een culturele omslag, niet in het minst in het economisch denken en hoe dat doorwerkt in de samenleving. Het dominante economisch denken wordt al decennialang gedomineerd door neoliberale dogma’s, zoals de stelling van Milton Friedman, die in de jaren 1970 schreef dat de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven er enkel in bestaat om meer winst te maken. Ondertussen, met ecosystemen die op instorten staan, extreme hittegolven en een gierende ongelijkheid, weten we wel beter. De nieuwe economie die we nodig hebben heeft als eerste taak om in de basisbehoeften van iedereen te voldoen, binnen de grenzen van de planeet. Dat vergt een economie die in plaats van steeds meer te produceren en consumptie aan te wakkeren, wil zorg dragen. Dat betekent de leefomgeving herstellen en zorgen dat we onze economie volhoudbaar wordt. Het goede nieuws is dus dat burgers het nieuw type bedrijf voor deze duurzame tijden al volop aan het installeren zijn. Het kan de basis zijn van een echt duurzame economie.

Dirk Holemans is coördinator van Denktank Oikos.

Koen Wynants is coördinator van Commons Lab.

Koen Wynants
Wijkgericht werken met Commonsinsteek – ‘de wijk als een common’

Als Commons Lab krijgen we regelmatig vragen van zowel actieve burgers, mensen die bij de overheid werken over wijkgericht werken. Vandaar dat we een blogje schreven met enkele concrete tips. Het is gebaseerd op onze eigen praktijkexperimenten, met name het traject ‘Klimaatrobuust Sint-Andries (2017-…) en allerhande wijkexperimenten uit Antwerpen-Noord. Het eerste traject werd aanvankelijk ‘top down’ georganiseerd, vanuit een vraag van de stad Antwerpen. De wijkexperimenten in Antwerpen-Noord worden bijna allemaal bottom-up georganiseerd. Het doel van onze wijkgerichte aanpak is ecologische, sociale, economische en democratische duurzaamheid op wijkniveau. 

Stap 1: Verander eerst van mindset: beschouw de wijk als een common

Een eerste belangrijke stap is om met z’n allen (burgers, ambtenaren, politici, ondernemers, …) op een andere manier naar een wijk te kijken: de wijk als een common te gaan benaderen. Als een afgebakende bron van goederen en diensten die de inwoners allemaal delen. Als inwoners hebben we een cruciale, actieve rol in het beheer van een wijk. De wijk is als het ware van haar inwoners. De Overheid moet die actieve beheerrol ook respecteren, dwz ook een zekere autonomie van de wijk om over een aantal zaken zelf te beslissen. We zien de Overheid vooral als de partner van het wijkcollectief.  Gedurende gans het traject moet er een open dialoog zijn tussen bewoners, ondernemers en de overheid over de verschillende rollen, de onderlinge complementariteit (‘subsidiariteit’) en de onderlinge samenwerking.

De term commons of “gemeengoed” omvat een veelheid aan goederen of hulpbronnen die gaan van de meest tastbare, bijvoorbeeld water, tot de meest virtuele, zoals open source software, met daartussenin bijvoorbeeld een netwerk om fietsen te delen. Ze worden gekenmerkt door een diversiteit aan productiewijzen en beheersvormen waar de gemeenschap voor instaat.

De wijk als een common benaderen heeft wel degelijk implicaties:

  • Essentieel is dat de common collectieve actie teweegbrengt die uitgaat van een gemeenschap of een netwerk van burgers.

  • De gebruikers van de common, in dit geval de wijkbewoners, beslissen tegelijk mee over de productie- en beheerswijze ervan.

  • Als uitgangspunt stellen we dat burgerparticipatie gelijk is met burgermacht: als participatie niet resulteert in een andere machtsverdeling tussen wie heeft en wie niet heeft, is het geen echte participatie.

  • Iedereen heeft recht op de wijk, het recht om (een stukje wijk) toe te eigenen en collectief te gaan beheren, te gaan te ‘commonen’: een gebouw, een straat, een plein, een dak, …

Een divers samengestelde wijkteam dat focust op concrete collectieve actie, collectieve experimenten, verbinding tussen diverse initiatieven en actoren, kan de motor van de commons transitie op wijkniveau zijn.

 

Stap 2: Mapping

Een tweede stap is om een aantal zaken in kaart te brengen, om de wijk 100% te begrijpen:

·        Socio-economische gegevens: wat zijn de sociale uitdagingen in de wijk?

·        Gegevens mbt ruimte, stadsontwikkeling, mobiliteit, …? Wat zijn de fysieke uitdagingen van de wijk?

·        Historische gegevens over de geschiedenis van de wijk, typische kenmerken.

·        Veelheid aan goederen of hulpbronnen in de wijk, die gaan van de meest tastbare, bijvoorbeeld water, tot de meest virtuele, zoals open source software, met daartussenin bijvoorbeeld een wijknetwerk om fietsen/auto’s te delen.

·        De sociale noden van de wijk volgens de wijkbewoners zelf

·        Sleutelfiguren: burgers, ambtenaren, sociale organisaties, interculturele zelforganisaties, …

·        Interessante plekken in de wijk met een bepaald potentieel

Burgeronderzoek in de Kammenstraat in Antwerpen (burgercollectief Antwerpenize)

Wij doen dit graag via informele gesprekken op straten en pleinen zelf en/of tijdens informele interactieve workshops. Huiskamers zijn ook ideaal om heel informeel samen te werken. We gebruiken nog graag fysiek kaartmateriaal, eerder klassieke tools. Soms gaan we gericht ook informatie verzamelen door bvb. verkeer te tellen. Tijdens het mappen kan je heel wat zaken met de mensen uit de wijk al analyseren.

Alles wordt gedocumenteerd en online gedeeld via een website, via Fb, … Iedereen kan het ganse proces continu volgen. Je kan ook alles uitstallen in een bewonerslokaal, of in de bib.

 

Stap 3: Op inspiratiebezoek

De ‘dilemma’s’ die er in het systeem en in onze hoofden zitten, moeten we gaan opheffen. Het is tijd voor inspiratie; gerichte inspiratie van buitenaf. Door te kijken, te ontmoeten en zelf te ervaren ontstaan er in deze fase van ons proces heel veel doorleefde inzichten en ideeën. We verzamelen in deze fase de nieuwe zaadjes voor onze toekomstige groei. Als Commons Lab organiseren we heel regelmatig inspiratietours in Antwerpen. Maar ook gericht gaan we regelmatig op bezoek bij heel concrete commonsinitiatieven.

Op inspiratietoer in de Brugse Poort te Gent (ism De Koer): de coöperatieve buurtwinkel ‘Akker en ambacht’

 

Stap 4: Droom de wijk

Droomdag Klimaatrobuust Sint-Andries

We hebben de uitdagingen voor de wijk in kaart gebracht. We hebben nu samen gevoeld hoe we een wijk commonsgericht kunnen transformeren. In de volgende stap zetten we de eerste stap om onze dromen voor de wijk te formuleren. Samen met diverse buurtbewoners, diensten, ondernemers, experts, …

Een energiecoöperatie in de wijk. Een coöperatieve sociale buurtsupermarkt. Een gemeenschapstuin die de ganse wijk voedt. Een eigen warmtenet. Een eigen wijkkrant. Welke uitdagingen willen we hoe aanpakken? Belangrijk is om bij aanvang groot te dromen. We maken hier gebruik van inspirerend beeldmateriaal.  Voor alle duidelijkheid, dit is geen breed gedragen visie waarover consensus moet worden bereikt. De focus ligt op concrete actie, het dromen moet mensen goesting geven. De dromen mogen ‘conflict’ uitlokken.

 

Stap 5: Experimenteer en leer samen al doende

Begin kleinschalig en evt. tijdelijk. Maar begin vooral asap met de uitvoering/realisatie van ideeën. Bewoners, maar ook ondernemers, stedelijke diensten, ... Grote dromen kunnen meestal omgezet worden in concrete, kleine interventies. Vaak prototypes. Je kan heel goedkoop en snel bepaalde diensten of producten gaan uittesten. Meestal zijn er overal wel ergens de nodige middelen te vinden.

Belangrijk is om alles goed te observeren; welke interactie levert een experiment op. Ontstaat er een conflict? Hoe? En let vooral op wie ook interesse en goesting toont, identificeer de medestanders.

 

Stap 6: Leer en ontwikkel samen door

We beschouwen de wijk als een veilige, dynamische en coöperatieve leeromgeving waar vrij geëxperimenteerd en ervaringsgericht geleerd kan worden. Bij coöperatief leren gaat het om de samenwerking tussen de sterkere en de zwakkere. Dit wordt gestimuleerd door coöperatieve werkvormen, waarbij in heterogene groepjes gewerkt wordt. De deelnemers discussiëren samen, ze geven elkaar uitleg en informatie en vullen elkaar aan. Zij zoeken samen naar een oplossing en helpen elkaar.

We vinden het cruciaal op verschillende niveaus en bij de verschillende fasen te leren van het proces en van elkaar. We willen ruimte inbouwen om bijkomend na te denken over welke nieuwe ontwikkelingen we nodig hebben om dit concrete, eerste proces van wijkontwikkeling vooruit te helpen. Na de eerste generatie experimenten volgen meestal logische vervolgprocessen. Heel vaak kan je dat op voorhand niet vast leggen.   

Mislukken kan in een experiment nooit, tenzij je niets bijleert.

 

Stap 7: Slim verbinden

Bron: R-urban

Je kan deze cyclus meermaals herhalen. Als wijkregisseur/wijkraad evolueert ook je rol. Eénmaal de bal aan het rollen is in de wijk, is het belangrijk om goed te observeren wie overal waar mee bezig is en slimme verbindingen te leggen binnen de wijk. Bepaalde initiatieven stimuleren samenwerking in de wijk. Een wijkkrant bvb. is ideaal om initiatieven en pioniers bekender te maken. Het afval van het ene initiatief is misschien de grondstof voor het andere. Een soort ‘boundaryworker’, een enthousiaste spin in het web, binnen een veelheid aan initiatieven vanuit burgers, overheid, bedrijven en kennisinstellingen, is cruciaal. Die rol kan zowel door een ambtenaar, maar evenzeer een burger(collectief) opgenomen worden.

 

Interessante links:

 

Koen Wynants