Startersgids voor coöperaties (Cera Coopburo)
handen.jpg

De stap zetten om samen met anderen een nieuw initiatief op te zetten is een mooie, maar complexe uitdaging. Mogelijk krijg je te maken met heel wat zaken waar je amper vertrouwd mee bent.

Om jou hierbij te ondersteunen en te begeleiden, biedt Cera Coopburo een dienstenpakket aan om je in de oriëntatie- en opstartfase met raad en daad bij te staan. Samen zorgen ze er voor dat de coöperatieve ideeën niet in de ontwikkelingsfase blijven hangen, maar uitgroeien tot een praktische, realistische en duurzame samenwerkingsvorm.

Ze ontwikkelden ook een handige Startersgids voor coöperaties (2013)

Koen Wynants
Handboek voor het opstarten van gemeenschapsmunten
gemeenschapsmunt.jpg

Dit handboek is een initiatief van de Vlaamse overheid, met als doel lokale besturen en organisaties te helpen bij het ontwikkelen van een lokale gemeenschapsmunt, een beleidsinstrument dat de inzet van burgers voor hun buurt stimuleert en waardeert. Om aan te sluiten bij internationale ontwikkelingen op dit vlak, is de indeling van het boek gebaseerd op het Community Currency Implementation Framework. Dit is een kader voor het gebruik van gemeenschapsmunten ontwikkeld door het Europese innovatieproject Community Currencies in Action (CCIA.org, Interreg IVB NWE). Het handboek is opgebouwd uit drie delen. • Beleidsvisie en doelen. Voor welke uitdagingen is het voor gemeentes of dienstverlenende organisaties vandaag interessant een munt te lanceren? Voor welk type beleidsdoelen zijn gemeenschapsmunten geschikt, en hoe kies je goede doelen? • Het ontwerp van de munt. Een gemeenschapsmunt zorgt ervoor dat onbenutte capaciteiten in een buurt, dorp of stad ingezet worden voor onvervulde noden en dromen. Er zijn veel manieren om dit te doen. Je leert drie courante types van gemeenschapsmunten kennen die uitgaan van lokale overheden en professionele organisaties. Elk model maakt andere keuzes wat betreft de bouwstenen en het ontwerp van de munt, opent bepaalde mogelijkheden maar kent ook zijn beperkingen. Met welke elementen hou je rekening om de juiste keuze te maken? • De organisatie achter de munt. Om de inzet van de burgers duurzaam te stimuleren, moet de gemeenschapsmunt zo vlot mogelijk van hand tot hand kunnen gaan, en dat vergt planning en een goed management. Hoe ga je concreet tewerk om een munt te lanceren, en hoe garandeer je dat die goed blijft draaien?

Download origineel uit 2014: http://www.stedenbeleid.vlaanderen.be/sites/default/files/MaakJeBuurtUitmuntend_0.pdf

Een nieuwe versie kan je bekijken via deze link: https://handboek.gemeenschapsmunten.be/. Gepubliceerd door Muntuit vzw in 2018 onder een Creative Commons-licentie. Laatste update: maart 2018.

Koen Wynants
Commonspoly
commonspoly.jpg

Commonspoly is a free licensed board game to playfully reflect and experiment about the possibilities and limits of the commons as a critical discourse towards relevant changes in our societies. This board game is an ideal device to introduce the commons theories and a cooperative way of living into groups in a pedagogical and ludic way. But also for rainy boring afternoons!

Order here: https://commonspoly.cc/producto/juego-de-prueba

Koen Wynants
Commons In A Box (CBOX)
commonsinabox.png

Commons In A Box (CBOX) takes the complexity out of creating an online space, or digital commons, for your community. Our free open-source software provides an infrastructure that encourages discussion, collaboration, and sharing.

Members of a CBOX community can create groups and media-rich websites, participate in discussion forums, edit documents together, share files, send messages, and make friendship connections.

Built using the WordPress publishing platform, with BuddyPress for social networking, CBOX comes in two packages that can be customized to meet the needs of your community.

Link: https://commonsinabox.org/

Koen Wynants
Praktijkgids voor participatieplekken (Co.Labs)
colabs.png

Co.Labs is een netwerk van creators – artiesten, organisatoren en makers – dat participatieplekken maakt, onderzoekt en er kennis over deelt. Met hun participatieplekken faciliteren ze lokale zelfzorg op basis van kunst- & cultuurbemiddeling en onze experimenten met netwerkvorming.

​Ze doen onderzoek naar participatieplekken in Vlaanderen, in de eerste plaats binnen Antwerpen en leegstand. Daarnaast organiseren ze infosessies, hostingsessies en participatieve projecten om onze kennis te delen.

Participatieplekken zijn fysieke plekken waarin de beherende organisatie (een) plaatsgebonden netwerk(en) vormt, met kunst en cultuur als lijm, door in te spelen op de noden en wensen van de betrokkenen. Hierdoor ontstaat er collectieve zelforganisatie rond gemeengoed of commons, de plek zelf. Het is een plek voor experimentele, lokale bedrijvigheid. Een plek als gedeeld belang om tot zelfzorg te komen in het maken van onze publieke ruimte. Enkel wanneer de functie van de werking ontstaat uit de participatie van de deelnemers spreekt men over een participatieplek.

Dus participatieplekken omvatten organisaties die:

1. Inzetten op een fysieke plek en hebben dus een plaatsgebonden werking

2. Inzetten op participatie in de eerste plaats ifv een intern netwerk

3. Een functie hebben die ontstaat op basis van de inzet of participatie van de deelhebbenden

Mogelijke andere doelen van participatieplekken

4. Met hun intern netwerk stimleren ze externe (duurzame, lokale) netwerken

5. Ze maken gebruik van leegstand

6. Ze creëren nieuwe publieke en/of gemeenschappelijke ruimte

Co.Labs onderzoekt hoofdzakelijk participatieplekken die aan alle zes functies voldoen.

Meer info kan je vinden in het werkingsdossier van Co.Labs: https://docs.wixstatic.com/ugd/7f9d9d_1da0d12538424e4596f9a3a9e400aa9e.pdf

Contactpersoon: Dries Van de Velde

Koen Wynants
Sociocratie 3.0 - praktijkgids
sociocratie logo.jpg

Wat is Sociocratie 3.0?

Sociocratie 3.0 (afgekort “S3”) is een gids voor effectieve samenwerking op maat van kleine en grote organisaties. Sociocratie 3.0 is ontwikkeld door James Priest en Bernard Bockelbrink.

Sociocratie 3.0 combineert patronen voor samenwerking uit de klassieke sociocratie, samen met het gedachtengoed uit de agile manier van werken en het lean denken. Sociocratie 3.0 bevat manieren voor consent besluitvorming en andere patronen voor effectieve samenwerking. De principes van sociocratie 3.0 zijn samengesteld uit deze van klassieke sociocratie en het agile/lean denken en doen.

Lees meer in deel 1 over sociocratie en de oorsprong.

Wat, weeral een framework?

Sociocratie 3.0 wordt niet meer benoemd als een framework, maar als een “praktische gids” hoe je samenwerking kan verbeteren in een organisatie. Er is dan ook geen verplichting om alle elementen toe te passen – men start met een patroon uit sociocratie waar men een opportuniteit ziet voor verbeteringen. Op een continue manier experimenteren, zien wat er werkt en niet werkt, op basis van feedback blijven aanpassen, is inherent aan een lean aanpak en ook S3.

Sociocratie 3.0 bestaat uit een verzameling van patronen en dit ingedeeld voor verscheidene doeleinden, momenteel de volgende (vertaald uit het Engels):

  • Co-creatie en evolutie

  • Instaat stellen van co-creatie

  • Organisatiestructuur

  • Peer (directe collega’s) ontwikkeling

  • Meeting praktijken

  • Gerichte interacties

  • Bouwen van organisaties

  • Organiseren van werk

  • Maken van overeenkomsten

  • Starten met Sociocratie 3.0

Wat is het verschil met Scrum, en andere frameworks?

Scrum is een framework, en bevat minimale spelregels voor een effectieve samenwerking om een complex product of service te ontwikkelen. Complex in die zin dat het niet nuttig is om op voorhand te analyseren en te plannen wat we gaan bouwen, en omdat er veel variabelen zijn. Scrum kent zijn oorsprong in software ontwikkeling, maar hedendaags is het toepassingsgebied heel uitgebreid (in de laatste update van de officiële Scrum guide, is er een paragraaf toegevoegd met voorbeelden van de verschillende toepassingsgebieden van Scrum). Scrum bevat een combinatie van verschillende elementen (3 rollen, 5 events, 3 artefacten) die een productieve samenwerking mogelijk maken. Scrum is een framework dat toegepast wordt op niveau van een team.

De onderliggende principes van Scrum hebben als objectief om empirische procescontrole mogelijk te maken. Empirisme betekent dat kennis voortkomt van feiten, en dat beslissingen genomen worden op basis van resultaten en bevindingen over wat we weten (en niet op basis van voorspellingen, veronderstellingen, wensen, etc). De principes van Sociocratie 3.0 zijn in overeenkomst met deze van Scrum.

Onderliggende principes

Sociocratie 3.0 kent volgende onderliggende principes:
– Consent: het beginsel van sociocratische besluitvorming, waarbij besluiten genomen worden op basis van het feit dat er geen wegend beargumenteerd bezwaar is om het besluit niet te nemen.
– Gelijkwaardigheid: een voorwaarde voor consent. Het betekent dat degene die gevolgen ondervinden van een beslissing, ook betrokken zijn bij het nemen van die beslissing.
– Transparantie: alle informatie is vrij beschikbaar voor iedereen, tenzij er specifieke redenen zijn voor confidentialiteit. Informatie beschikbaar maken voor medewerkers van een organisatie mbt alle activiteiten van een organisatie (zonder te verzanden in details) is tevens een uitdaging. Het visualiseren van informatie is een mogelijkheid om meer transparantie te bekomen.
– Continue verbetering: betekent op iteratieve en incrementele wijze omgaan met verandering, en verbetering bekomen op basis van empirische resultaten.
– Empirisme: het toepassen van de ‘wetenschappelijke methode’, tevens voor verandering. De wetenschappelijke methode toepassen betekent het systematisch onderzoeken van veronderstellingen, op een objectieve manier, en op basis van die resultaten beslissen wat een volgende stap is.
– Effectiviteit: je tijd besteden aan datgene dat je effectief dichterbij je doel brengt.
– Verantwoording (accountability): persoonlijk verantwoordelijkheid nemen voor het verloop van de organisatie, het opvolgen van besluiten en wat je gezegd had ook effectief doen. Tevens het (re)ageren wanneer je detecteert dat er iets nodig is in de organisatie.

Het toepassen van de patronen in Sociocratie 3.0 versterken de onderliggende principes en omgekeerd.

Sociocratie, holacratie, …?

Sociocratie 3.0, Holacratie, … zijn manieren om zelf-organisatie te spreiden over een ganse organisatie en niet enkel op het niveau van een team. Een besturingsmethodiek voor organisaties. Deze methodiek brengt ook structuur in organisaties, maar niet op de klassieke hiërarchische ‘command & control’ manier die vele organisaties kenmerken.

Een essentieel verschil tussen holacratie en sociocratie 3.0 is dat holacratie een “volledig” besturingsmodel betreft, waarbij een organisatie holacratie in zijn geheel implementeert. Bij sociocratie 3.0 is het de bedoeling om verandering te brengen door bepaalde processen uit te proberen en toe te passen – zonder de verplichting of om per definitie de volledige werking van de organisatie te veranderen van de ene op de andere dag.

Tevens, kenmerkend voor Holacratie is het gebruik van een ‘constitutie’ (wetgeving). Deze staat centraal in holacratie. Bij holacratie tekent het management deze constitutie waarbij zij afstand doet van haar bevoegdheden. De bevoegdheden worden vervolgens verlegd naar het systeem. Bij Sociocratie 3.0 bestaat dergelijke ‘constitutie’ niet.

De besluitvorming met consent bij holacratie is ook iets anders dan bij sociocratie. Bij holacratie: wat een geldig bezwaar is, dat is vastgelegd in de regels (in de Holacratie constitutie: “Criteria for Valid Objections”). Bij sociocratie zijn hier geenregels voor: elk bezwaar (rationeel, emotioneel, …) is geldig. Het maken van een bezwaar betekent trouwens dat dit eerst gedeeld wordt met de groep, en samen met degene die het bezwaar maakt, bekijkt de groep of het effectief een geldend bezwaar betreft.

Wat kan je bereiken met sociocratie?

Sociocratie: We hebben gemerkt dat er meer gedragenheid is bij het uitvoeren van besluiten. Besluitvorming gaat niet noodzakelijk sneller, maar is zeker met meer effectiviteit.

Structuur is nodig in een organisatie. De structuur die we brengen is eerder holistisch en gedreven door doelstellingen ipv een hiërarchie gebaseerd op macht. De organisatie wordt zelfsturend. Sociocratie gaat alleen over de besturing van de organisatie, niet over de inhoud.

Het doel van de flexibiliteit is dat een organisatie sneller en zinvoller kan omgaan met veranderingen en nieuwigheden. Werknemers zijn geëngageerd, gemotiveerd en kunnen maximaal gebruik maken van hun verschillende talenten en expertises, zonder in een functie of ‘keurslijf’ vast te roesten.

Het achterliggende lean gedachtegoed betekent dat we niet streven naar de perfecte oplossing, maar naar een continue verbetering (in Sociocratie 3.0 verwoord als “Goed genoeg voor nu, veilig genoeg om te proberen.”) is overal aanwezig.

Waar vind ik meer info over sociocratie?

De praktijkgids is te downloaden via deze pagina: https://sociocracy30.org/guide/

Koen Wynants
Draaiboek voor de organisatie van een 'Commons Assembly'
20180505_121927.jpg

Zelf een Commons Assembly of Staten-Generaal organiseren, wablieft? Dat dachten wij begin 2018 ook. Wat is een Commons Assembly, hoe werkt het, wie komt er, wat doen die, wie begeleidt dat, …? Hoeveel tijd heb je nodig? Welk materiaal? Welke ruimte?

Om het leven van de actieve commoner makkelijker te maken, delen we hier een draaiboek van een Commons Assembly. Dit is maar één invulling. Je kan 101 varianten bedenken. We kregen van Ria Baeck een leuke methodiektip ‘Pro action café’:‘http://amandafenton.com/wp-content/uploads/2014/11/Pro-Action-Cafe.pdf

Mocht je het anders en beter doen, laat het ons dan weten. Dan delen we dat ook. Zo worden we samen slimmer en sterker! Ook onze tools zijn van iedereen!

Link naar onze Drive: https://drive.google.com/file/d/18MgdVAMfARInhjKm2GmOiW6efrvwkFZP/view?usp=sharing

Heb je hulp, advies, coaching, … nodig? Aarzel niet om Commons Lab Antwerpen te contacteren. In ons netwerk zitten ervaren facilitatoren die heel zorgzaam en behulpzaam zijn.

Bijkomende tips:

Koen Wynants
Commons akkoord (Buurtcontract 2.0)
Ondertekening Toekomstverbond (voorjaar 2017)

Ondertekening Toekomstverbond (voorjaar 2017)

Samenwerking tussen burgers, verenigingen, ondernemers en stad/districten is de toekomst. Om die samenwerking te verankeren worden er in Antwerpen al een paar jaar participatiecharters opgesteld (Scheldekaaien, Park Groot Schijn, Slachthuissite, ...). Je kan als burger ook een buurtcontract afsluiten via Stadsmakers. Met een Buurtcontract engageert u zich om samen met enkele buren een bloembak of plantenstrook aan te planten en te onderhouden.

2017 was uiteraard ook het ontstaan van het Toekomstverbond ikv Oosterweel. Een neutrale intendant begeleidt de samenwerking tussen diverse overheden en actiegroepen. Het participatieplatform Antwerpen aan't woord vzw neemt ook al jaren de rol van neutrale procesbegeleider op zich. 

We werken aan het invoeren van dergelijke commons akkoorden in het district Antwerpen ikv de Burgerbegroting (Groene ader-Sint-Andries). Maar ook over het structureel inschakelen van intendanten ('participatiemeesters', boundary workers) in Antwerpen. Ze zijn essentieel om veel burgerinitiatieven en participatieprojecten te versterken. Er zijn steden waar er een structureel beleid rond is, zoals Bologna.  

Hier de link naar het beleid in Bologna: http://www.comune.bologna.it/media/files/bolognaregulation.pdf

Koen Wynants
Co(mmons)-City index: benchmark cities
FG-2018-Global-Cities-Report---Learning-from-the-East,-Insights-from-Chinas-Urban-Success-01.png

Een ander idee waar we mee spelen is om een zogenaamde 'Co(mmons)-city index' op te stellen. Via bepaalde parameters kunnen we gaan meten in welke mate een stad als een 'Co(mmons)-city' beschouwd kan worden. Er bestaan dergelijke indices voor 'Global cities', fietsvriendelijkheid 'Copenhagenize index', ... Het kan een ideale basis zijn om met diverse partijen te gaan reflecteren, analyseren, plannen te evalueren, op te bouwen, ... Je zou ook een ranking kunnen gaan maken, al lijkt ons dat idee van wedijveren en competitie niet echt in de geest van de commons. 

Grote vraag is wie deze index opstelt, meet, evalueert. Volgens ons is dat een oefening voor alle actoren in een stad.

Koen Wynants
Commons Project leerfiche
Project leerfiche.png

Commoners bouwen, vaak onbewust, heel veel kennis, ervaring, netwerken uit. Om die te kunnen delen, moet die eerst gedocumenteerd worden. Wij documenteerden diverse commonsgerichte initiatieven ikv de Commons Assembly ‘Antwerpen Tuinstad’ (Burgerbegroting district Antwerpen). Hiervoor stelden we een soort fiche samen om gericht vragen te stellen. Achteraf schreven we beknopte verhalen uit op basis van die leerfiche. Heel handig als je P2P uitwisseling gaat organiseren. Heel handig instrument ook om commoners bewust te maken van hun ‘waarde’ (kennis, ervaring, netwerken, …).

Je kan die hier downloaden: https://drive.google.com/file/d/14EFfHoVk3njDZXqtmjVe4iNauWSCHPcW/view?usp=sharing


Koen Wynants
Commons designprincipes Elinor Ostrom

Een common of gemeengoed samen beheren is niet evident. We merken dat alle dagen adhv van de vragen die we krijgen vanuit gans Vlaanderen. Zowel van heel diverse (burger)initiatieven.  Maar ook van ambtenaren, politici, ondernemers. Heel veel initiatieven en samenwerkingsverbanden vliegen uit de startblokken maar lopen vaak toch uit op een 'tragedie'. Zo is de idee gegroeid om een canvas (cf. Business Model Canvas) te gaan ontwikkelen dat commoners kunnen gebruiken als zelfevaluatie instrument.

We hebben snel een ruwe 1.0 versie gemaakt. Wie zin en tijd heeft om de 2.0 versie te maken, laat ons iets weten! Je kan meewerken via deze link; https://drive.google.com/open?id=1Cjw4IxMgeLvHTeGcAayeulspcqgqTr43

Commons model canvas versie 1.0

Het Commons Model Canvas is gebaseerd op de 8 design principes van Elinor Ostrom:

  1. Clearly defined boundaries (DP1) meant that members knew they were part of a group and what the group was about (e.g., fisherman with access to a bay or farmers managing an irrigation system).

  2. Proportional equivalence of costs and benefits (DP2) meant that members had to earn their benefits and couldn’t just appropriate them.

  3. Collective choice arrangements (DP3) meant that group members had to agree upon decisions so nobody could be bossed around.

  4. Monitoring (DP4) and

  5. graduated sanctions (DP5) meant that disruptive self-serving behaviors could be detected and punished.

  6. Fast and fair conflict resolution (DP6) meant that the group would not be torn apart by internal conflicts of interest.

  7. Local autonomy (DP7) meant that the group had the elbow room to manage its own affairs.

  8. Appropriate relations with other tiers of rule making authority (DP8) meant that everything regulating the conduct of individuals within a given group also was needed to regulate conduct among groups in a multi group population.

Commons model canvas.jpg
Koen Wynants