Discussiecollege 'Commons initiatieven en praktijken' (UA)
wlinnigstraat.jpg

Momenteel lopen er voor Masterstudenten Sociologie aan de UA binnen hun opleiding een aantal seminaries ‘Grondige studie van de sociologie en van het beleid van ruimte en milieu; stad en wonen’. In dat kader werd gisteren een discussiecollege georganiseerd over 'Commons initiatieven en praktijken' . De organisatie is in handen van prof. Stijn Oosterlynck, prof. Ann Crabbé en prof. Frederic Vandermoere. De studenten zullen later even kunnen meewerken aan enkele opstartende commonsexperimenten van Commons Lab Antwerpen (‘Community service learning').

In deze sessie lag de focus op de wetenschappelijke literatuur over de commons. Er werden een aantal theoretische teksten bediscussieerd om de gangbare analytische kaders en concepten rond de commons onder de knie te krijgen en anderzijds een empirische analyse over commons initiatieven in België om zicht te krijgen op de huidige stand van zaken. 

Op vraag van een aantal mensen delen we hier de literatuur. Uiteraard is dit maar een heel beperkte selectie, voldoende om de diverse commons kaders te kunnen begrijpen. Binnen de commonswereld lopen er heel wat debatten; over de rol van en de relatie met de overheid bijvoorbeeld, over opschaalbaarheid van commonsinitiatieven, inclusiviteit,… Commonsinitiatieven ontstaan vaak in heel uiteenlopende contexten, met heel uiteenlopende motieven. Er zijn bijvoorbeeld culturele verschillen tussen Noord- en Zuid-Europa. We gaan er hier niet dieper op in. Lees de teksten en ontdek zelf de verschillende benaderingen.

Commons Lab zelf is voorlopig vooral bezig met een verkenning van het commons gedachtegoed, verzamelen van kennis, interviews en met het opzetten van commonsgerichte experimenten.

Literatuur:

Koen Wynants
Voorbereiding vormingsdag 'Inspraak - Samenspraak: democratie als dagelijkse kost' (12/01)
Democratie als dagelijkse kost.jpg

Met veel enthousiasme nodigt Hart boven hard Antwerpen u uit om zaterdag 12 januari van 14u t.e.m. 17u mee de vormingsdag:  'Inspraak - Samenspraak: democratie als dagelijkse kost' voor te bereiden. 

 Het initiatief voor deze vormingsdag kwam oorspronkelijk van enkele burgers die elkaar ontmoetten via Hart boven Hard Antwerpen. Het was echter vanaf het begin het opzet om een breed gedragen dag voor actief burgerschap, inspraak en samenspraak te organiseren. Daarom willen wij jullie op deze namiddag samenbrengen om deze dag mee voor te bereiden. Zo hopen we samen die brede gedragenheid te bekomen. Het zou daarom fijn zijn als jullie met een delegatie (of individueel) aanwezig kunnen zijn op 12 januari. (zie agenda onderaan)

 Volgende organisaties zetten alvast mee de schouders onder dit initiatief: Elcker-ik, Plan A, Antwerpen aan 't Woord, Hart boven Hard Antwerpen en Commons Lab Antwerpen.

Vele andere burgers en organisaties toonden reeds interesse.

 

Waar, Wanneer, Hoe laat is de vormingsdag zelf?

'Inspraak - Samenspraak' gaat door op 16 maart (11u -- 19u) in Elcker-ik, Antwerpen.

 

Waarom een voorbereidingsdag:

We willen dat 16 maart een dag wordt voor en door burgerorganisaties, burger initiatieven en alternatieve vormen van in-en samenspraak. Het wordt een dag van ontmoeting, uitwisseling, wederzijds leren en debatteren. De dag wordt gevuld met een vijftal lezingen, een aantal dubbelgesprekken en heel wat interactieve workshops met veel samenspraak. We plannen doorheen de dag een volkskeuken met Syrische koks, een animatie-moment met comedy en muziek, kinderanimatie en een pittig en interactief slotdebat. 

 Het doel is mensen uit verschillende hoek samen te brengen en een soort laboratorium voor samenspraak en inspraak te creëren. We hopen dus op een gevarieerd publiek. We willen naast een wat ouder, eerder blank middenklasse publiek, ook jonge mensen trekken, jongeren, ouders met kinderen en mensen met verschillende achtergronden. En daarin kan jouw organisatie of jouw voorstel voor een workshop cruciaal zijn. 

 De rode draad is de vraag hoe democratie kan bijdragen tot een eerlijkere herverdeling van middelen in onze samenleving. Hoe kom je tot meer gelijkheid en welke (alternatieve) instrumenten kunnen daartoe bijdragen. Dit kan gaan over elk niveau in de samenleving (werk, gezin, beleid, zorg, cultuur, school etc.). En daarvoor is het belangrijk om zo veel mogelijk mensen mee te betrekken en de 'tamtams' hun werk te laten doen.

 

Agenda 12 januari:

  • 14u 00 Verwelkoming

  • 14u15  Voorstelling Inspraak Samenspraak

  • 14u45  Overlopen geplande workshops -- lezingen

  • 15u00  Per workshop - voorbereiden

  • 16u00  PAUZE

  • 16u15  Uitkomst brainstorm -- elke workshop voorstellen

  • 16u45  Recapitulatie dag -- afsluiter

  • 17u00  Einde

Opmerking: de digitale flyer zal nog herwerkt worden met logo's van alle medeorganisatoren.

 Locatie 12 januari:

Elcker-Ik, Breughelstraat 31, 2018 Antwerpen

Koen Wynants
Word coöperant bij Give a Day
give a day crowdfund.jpg

Op zoek naar deel uit te maken van een positief project? Word coöperant bij Give a Day en laten we samen het verschil maken.

Give a Day CVBA met sociaal oogmerk is een coöperatieve die goesting geeft om te vrijwilligen door een handig platform aan te bieden waar vrijwilligers en organisaties mekaar makkelijk kunnen vinden. Give a Day wil zo een beweging starten van vrijwilligers die komen uit alle sectoren van de maatschappij: organisaties en particulieren, maar ook bedrijven, steden en gemeenten en het onderwijs. Door de samenwerking tussen deze groepen kan de impact op de maatschappij groter, positiever en duurzamer worden. Give a Day ontwikkelt digitale oplossingen en programma's om al die vormen van vrijwilligerswerk samen te brengen en makkelijker te maken: eerst lokaal, dan ook internationaal.

Uitdagingen

Organisaties in België zijn steeds op zoek naar vrijwilligers en tegelijkertijd zijn er veel mensen die wel eens de handen uit de mouwen willen steken maar niet goed weten waar ze terecht kunnen. Een studie uit 2016 toont aan dat meer dan 80% van de actieve bevolking aangeeft graag vrijwilligerswerk te willen doen maar dat slechts 12% van hen het ook echt doet omdat de rest niet goed weet hoe ze eraan zouden moeten beginnen. Door een actieve levensstijl, de verhoogde stress en het groeiende individualisme in onze Westerse samenleving stijgt voor veel mensen de druk op hun vrije tijd en hebben ze gewoon al minder tijd om zich te sociaal te engageren. Hierdoor raken meer mensen sociaal geïsoleerd en gaat ook het welzijn van kwetsbare mensen achteruit. De balans raakt zo zoek tussen de stijgende noden van de sociale organisaties en de mogelijkheden en verwachtingen van nieuwe vrijwilligers. 

Oplossingen

Met haar online platform zorgt Give a Day ervoor dat organisaties en vrijwilligers die in aanmerking zouden komen elkaar makkelijker kunnen vinden. Door een ecosysteem van vrijwilligerswerk uit te bouwen wil Give a Day mensen enthousiasmeren om zich te engageren voor sociale activiteiten die passen bij hun interesses, beschikbare tijd en locatie. Bovendien is het mogelijk om samen met anderen aan de slag te gaan - met vrienden, collega's of klasgenootjes. Als er een match gevonden wordt kan er via het platform verder gecommuniceerd en afgesproken worden en kunnen mogelijkheden opduiken voor nieuwe gezamelijke projecten. Er komt ook een vergelijkbaar matchingplatform waar bedrijven sociale teambuildingactiviteiten kunnen zoeken en nog meer digitale tools waarmee steden en gemeenten maar ook organisaties en scholen hun werk met vrijwilligers kunnen organiseren. Naast allerlei online tools geeft Give a Day ook vorming over succesvol werken met vrijwilligers en kaderen ze hun activiteiten in de Sustainable Development Goals van de Verenige Naties.

Economisch model

Het kernproduct van Give a Day is het online matching platform dat organisaties in contact brengt met vrijwilligers. Vrijwilligers kunnen op het platform gratis vrijwilligerswerk zoeken en plannen en contact onderhouden met organisaties waarin ze geïnteresseerd zijn. De organisaties kunnen zich gratis inschrijven op het platform en vacatures publiceren voor de sociale projecten en activiteiten waar ze vrijwilligers voor zoeken. De basisfunctionaliteit van het platform is dus gratis ter beschikking van organisaties en particulieren maar wordt met extra mogelijkheden en opties in een betalend software-as-a-service model aangeboden aan organisaties en steden en gemeenten. Ook bedrijven kunnen beroep doen op Give a Day om sociale teambuildings te vinden en zelfs te organiseren en betalen voor de uitvoering hiervan. Er is ook een online en offline programma specifiek voor het onderwijs. Verder komt er ook een burenhulpplatform aan en breidt Give a Day haar diensten zowel online als offline steeds verder uit om vrijwilligerswerk makkelijk, aantrekkelijk en bereikbaar te maken voor al de actoren in onze samenleving.

Impact op lange termijn

Give a Day promoot en faciliteert samenwerking tussen de verschillende actoren in de samenleving door vrijwilligerswerk aantrekkelijk en makkelijk bereikbaar te maken via haar online en offline diensten. Op de langere termijn helpt Give a Day organisaties om hun werking te versterken en bieden we de vrijwilligers de kans om zich positief te engageren, vaardigheden te leren en mensen te ontmoeten die ze spontaan niet zouden tegenkomen. Via de scholenwerking wil Give a Day verder ook jongeren inspireren en enthousiasmeren om deel te nemen aan de samenleving en ervaringen op te doen voor een boeiend leven.

Zie https://be.lita.co/nl/projects/655-give-a-day

Koen Wynants
Samen bouwen aan de grote verbinding - Wat denkt de Antwerpenaar van nieuw bestuursakkoord
Coalitie Antwerpen.jpeg

De nieuwe coalitie van de stad Antwerpen heeft op 21 december haar ontwerp bestuursakkoord voorgesteld onder de titel 'De grote verbinding'. In de media geven politici, experten...  hun mening over dit nieuwe bestuursakkoord. In januari wordt het ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 Maar wat denkt de Antwerpenaar nu van dit nieuw bestuursakkoord? Antwerpen aan't woord wil graag aan elke Antwerpenaar een stem geven. Want de sinjoor weet wat zijn stad het meest nodig heeft! Wat zegt de stem van A over dit nieuwe bestuursakkoord? En waarover wil de sinjoor zijn stem in de toekomst laten horen? 

 Wij roepen u via deze weg op om het bestuursakkoord door te nemen en zelf de bevraging in te vullen. Daarnaast willen wij u ook vragen om deze oproep te verspreiden naar familie, vrienden, collega's, ... 

 Het invullen van de bevraging  kost maar 10 minuten.   

 Het ontwerp bestuursakkoord kunt u nalezen op de website van de stad Antwerpen.

 De bevraging loopt tot 22 januari 2019. De resultaten willen we presenteren op de eerste gemeenteraad eind januari, zodat het bestuur het ontwerpakkoord nog kan aanpassen  aan de stem van A. In een verbonden stad, is er verbinding en dialoog tussen bestuur en burger. 

 Laat dus A stem horen!  

Koen Wynants
OPROEP PROEFTUINEN BUURTGERICHTE NETWERKEN (VOORZIENINGEN MINDERJARIGEN)

Minister Vandeurzen lanceert een oproep om lokale besturen te stimuleren en ondersteunen aan de slag te gaan met het referentiekader buurtgerichte netwerken. Zes buurtgerichte netwerken zullen worden geselecteerd om als proeftuin met het kader aan de slag te gaan. Inschrijven kan tot eind januari 2019.

In 2016 werden op de conferentie ‘De toekomst is jong’ de buurtgerichte netwerken als één van de centrale aanbevelingen gelanceerd. Het doel was het uitbouwen van buurgerichte netwerken waarin verschillende actoren elk vanuit hun deskundigheid er samen voor zorgen dat alle belangrijke functies voor kinderen en gezinnen worden opgenomen. Het gaat om domeinen zoals (preventieve) gezondheidszorg, gezinsondersteuning, kinderopvang, kleuterschool, buurtwerk, cultuur, … . Deze netwerken zijn een basisvoorziening voor kinderen en gezinnen, die vertrekken vanuit een rechtenbenadering.

In 2017 werd samen met 10 pioniers bottom-up een ‘referentiekader buurgerichte netwerken voor kinderen en gezinnen’ ontwikkeld. Hierin werden kernprincipes, bouwstenen en concrete praktijken opgenomen. Het referentiekader werd voorgesteld op de opvolgconferentie ‘Jong in de buurt’ in april 2018. Deze tool heeft als doel de netwerken te ondersteunen bij het vertalen van het lokaal geïntegreerd gezinsbeleid naar het buurtniveau.

Met de oproep die minister Vandeurzen nu lanceert, wil men de lokale besturen stimuleren en ondersteunen aan de slag te gaan met dit nieuwe uitgewerkte referentiekader. Zes buurtgerichte netwerken zullen als proeftuin kunnen experimenteren met het aangereikte kader. Op deze manier wil men goede praktijken en expertise uitbouwen, die later kan worden meegenomen bij verdere beleidsmatige en regelgevende initiatieven.

Alle proeftuinen engageren zich om alle kernprincipes uit het referentiekader te onderschrijven en aan de slag te gaan met de bouwstenen om hierin een praktijk uit te bouwen.

Om te kunnen intekenen dient het buurtgericht netwerk gelegen te zijn in een deelgemeente of district (met uitzondering van Brussel) waar het gemiddelde geboortecijfer, berekend over 2015, 2016 en 2017 minstens 40 bedraagt én de kansarmoede-index voor 2017 20% of meer bedraagt. Een reeds bestaande nauwe samenwerking op buurniveau is vereist. Meer concrete voorwaarden om in aanmerking te komen en verwachtingen naar de proeftuinen zijn terug te vinden in de oproep.

Er wordt per project een subsidie van €25 000 op jaarbasis uitgetrokken. Deze subsidie kan besteed worden aan personeels- en/of werkingskosten. De afspraken rond uitbetalen van de subsidieschijven is opgenomen in de oproep. De projecthouders bezorgen jaarlijks schriftelijk een inhoudelijk en financieel verslag. Naast de subsidie, is ook voor elke geselecteerde proeftuin een verplicht begeleidingstraject voorzien, onder de vorm van een lerend netwerk.

Aanvragen kunnen worden ingediend tot uiterlijk 31 januari voor 8u30. Dit gebeurt elektronisch via buurgerichtenetwerken@kindengezin.be. De geselecteerde proeftuinen lopen een traject van 3 jaar, vermoedelijk in de periode van 1 juli 2019 tot en met 30 juni 2022. De geselecteerde projecten worden ten laatste 30 april ingelicht over de beslissing.

Meer informatie is terug te vinden op volgende site:

https://www.kindengezin.be/detoekomstisjong/proeftuinen-buurtgerichte-netwerken/.

Koen Wynants
PROJECTOPROEP: Be Planet en de Stad Antwerpen gaan voor een duurzame stad
Visual Oproep Energie A'pen (002).jpg

Dankzij haar samenwerking met Elia, geeft Be Planet een extra boost aan het projectenfonds

Duurzame stad Antwerpen door innovatieve oplossingen van burgerorganisaties rond het thema Energie te ondersteunen. We zien namelijk vandaag heel wat innovatieve toepassingen of werkwijzen opgang maken zoals het slim meten van verbruik, thuisaccu’s, blockchain toepassingen of Internet of Thingsoplossingen.

Ben je actief in een burgervereniging en werk je aan een innovatief project rond het besparen, opwekken en/of opslaan van (hernieuwbare) energie op lokale schaal? Of heb je een project in gedachten waarbij je de vraag naar elektriciteit beter afstemt op de productie? Dien dan jouw dossier voor 1 februari in via het Projectenfonds Duurzame stad en vermeld dat je indient in het kader van deze oproep rond Energie.

Tip! Raadpleeg het reglement vooraleer jouw dossier in te dienen.

Deze thematische oproep is een uitbreiding van het Projectenfonds Duurzame stad van februari 2019. Werk je op een project rond een ander transitiethema, dan kan je jouw dossier ook via de reguliere weg van het Projectenfonds Duurzame stad indienen.

Voor wie ?

Deze oproep is gericht tot burgers die in Antwerpen actief zijn in een vzw, een burgercollectief binnen een feitelijke vereniging of een CVBA met sociaal oogmerk.

Een vraag ?

Contacteer Katrien Desrumaux via 02 880 59 48 of katrien.desrumaux@beplanet.be

Link: https://stadslab2050.be/projectenfonds/projectenfonds-duurzame-stad/stadslab2050-en-be-planet-zijn-op-zoek-naar-jouw

Koen Wynants
PROJECTOPROEP: 2019 European Solidarity Corps call for project proposals

Deadline

05 februari 2019

Inleiding

Op maandag 10 december publiceerde de Europese Commissie een nieuwe oproep tot het indienen van voorstellen onder het European Solidarity Corps, waarbij € 96 miljoen beschikbaar wordt gesteld ter ondersteuning van projecten in 2019. Dit omvat vrijwilligersprojecten en de implementatie van professionele projecten die onder een arbeidsovereenkomst vallen. De deadlines voor indienen van projecten zijn 5 februari en 1 oktober, afhankelijk van het type project. 90.000 jonge mensen hebben al belangstelling getoond om deel te nemen in het programma.

Doelstellingen

Deze oproep tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op de volgende acties van het Europees Solidariteitskorps:

projecten voor vrijwilligerswerk;

partnerschappen voor vrijwilligerswerk (specifieke overeenkomsten voor 2019 in het kader van de KPO 2018-2020);

vrijwilligersteams in gebieden met een hoge prioriteit;

stages en banen;

solidariteitsprojecten;

kwaliteitslabel.

Budget

Deze oproep tot het indienen van voorstellen kan alleen worden uitgevoerd, als de in de ontwerpbegroting voor 2019 opgenomen kredieten beschikbaar zijn na de goedkeuring van de begroting voor 2019 door de begrotingsautoriteit of, indien de begroting niet is vastgesteld, volgens de regeling van de voorlopige twaalfden.

Het totale budget voor deze oproep tot het indienen van voorstellen wordt geraamd op 96 322 671 EUR en is gebaseerd op het jaarlijks werkprogramma 2019 van het Europees Solidariteitskorps.

Het totale budget voor de oproep tot het indienen van voorstellen en de verdeling ervan zijn indicatief en kunnen worden gewijzigd na een wijziging van het jaarlijks werkprogramma 2019 van het Europees Solidariteitskorps. Potentiële aanvragers wordt verzocht om regelmatig het jaarlijks werkprogramma 2019 van het Europees Solidariteitskorps en de wijzigingen daarvan te raadplegen op:

https://ec.europa.eu/youth/annual-work-programmes_en met betrekking tot het budget voor elke actie in het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen.

De toegekende financiële steun en de duur van de projecten variëren, afhankelijk van bijvoorbeeld het type project en het aantal betrokken partners.

Begunstigden

Publieke of particuliere organisaties kunnen financiële steun aanvragen in het kader van het Europees Solidariteitskorps. Voorts kunnen ook groepen jongeren die zijn geregistreerd op de portaalsite van het Europees Solidariteitskorps financiële steun aanvragen voor solidariteitsprojecten.

Het Europees Solidariteitskorps staat open voor deelname van de volgende landen:

de 28 lidstaten van de Europese Unie kunnen volledig deelnemen aan alle acties van het Europees Solidariteitskorps.

Voorts staan bepaalde acties van het Europees Solidariteitskorps open voor organisaties uit:

EVA/EER-landen: IJsland, Liechtenstein en Noorwegen;

de kandidaat-lidstaten van de EU: Turkije, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië;

partnerlanden.

Info & contact

Meer informatie.

Lees de subsidieoproep.

Lees de European Solidarity Corps Guide.

Vragen? Contacteer Jint vzwMandy.Trappeniers@jint.be

Koen Wynants
Wedstrijd vernieuwende, alternatieve woonvormen (2de editie))
Collectief Noord Architecten

Collectief Noord Architecten

Wil u een alternatief woonproject in Antwerpen realiseren? Dan kan u deelnemen aan de tweede editie van de wedstrijd rond vernieuwende en alternatieve woonvormen. Als uw project wordt geselecteerd, krijgt u financiële ondersteuning. De stad wil zo vernieuwende en alternatieve woonvormen stimuleren en beter inspelen op de nood aan een divers en betaalbaar stedelijk woningaanbod.

Wat zijn vernieuwende, alternatieve woonvormen?

Dit zijn woonvormen die verder gaan dan de bestaande klassieke woonvormen. Het gaat om woonvormen:

  • waarbij ruimtes worden gedeeld tussen bewoners,

  • waar er uiteenlopende functies of activiteiten plaatsvinden,

  • waar verschillende doelgroepen of gezinnen wonen,

  • waarbij wordt gewerkt met alternatieve betalingsvormen,

  • die streven naar duurzaam, betaalbaar en buurtgericht wonen.

Wedstrijdprijs

De geselecteerde woonprojecten krijgen financiële ondersteuning van de stad. Projecten met  50 of meer wooneenheden, kunnen 500.000 euro krijgen. Kleinere projecten, met 4 tot 49 wooneenheden, kunnen 100.000 euro krijgen

Wie kan deelnemen?

Elk individu, organisatie, vereniging of bedrijf die een alternatief woonproject wil realiseren in Antwerpen kan deelnemen.

  • U kan als individuele (rechts)persoon of in samenwerkingsverband deelnemen. 

  • U vindt de specifieke voorwaarden om deel te nemen in het wedstrijdreglement.

Hoe deelnemen?

  1. Lees het wedstrijdreglement.

  2. Vul het wedstrijdformulier in. 

  3. Stuur het ingevulde formulier en eventuele bijlagen (zie wedstrijdreglement) ten laatste op 24 mei 2019, 13 uur naar woonregie@stad.antwerpen.be.

    De stad kan u op elk moment in de procedure extra informatie of documenten vragen.

Meer info

Dienst Zelfstandig Wonen - Woonregie
Den Bell, Francis Wellesplein 1, 2018 Antwerpen
tel. 03 338 51 14
woonregie@stad.antwerpen.be

Link: https://www.antwerpen.be/nl/info/58d38c2fb85c8da8dc47ee7c/wedstrijd-vernieuwende-alternatieve-woonvormen-2de-editie

Koen Wynants
Coöperatieve woonvormen, een eigen huis in de stad in vraag gesteld
wooncoop hoi.jpg

Elke Belg wordt geboren met een baksteen in zijn maag maar niet iedereen heeft gelijke kansen en middelen voor het verwerven van kwalitatieve woning. Dit weekend lazen we in de standaard nog over de verdoken armoede van Millenials

Mensen die zich verenigen in een coöperatie zijn samen robuuster en kunnen ervoor zorgen dat ze als aandeelhouder van de coöperatie kwalitatief, betaalbaar en levenslang kunnen wonen. Op Donderdag 13 december gaf WoonCoop.be een presentatie van hun coöperatie in The House of Innovation in Antwerpen. Een 35-tal geïnteresseerden kwamen opdagen. Het idee is ambitieus maar realistisch. Mensen engageren zich naar eigen vermogen om deel te worden van coöperatie, in ruil krijgen ze een gelijkwaardige stem in de jaarlijkse algemene vergadering, en hebben ze recht om huurder te worden in een woning van de coöperatie die ze zelf ook mee te bezitten. Het aantal aandelen dat een persoon (en zijn kennissenkring) in bezit heeft, bepaalt de korting op de maandelijkse huurprijs die zal moeten betaald worden. Alle gebouwen in bezit worden beheerd en onderhouden door de coöperatie. Dit systeem zorgt ervoor dat je met een relatief lage instapkost levenslang kan huren aan een betaalbare prijs en kan wonen in een goed onderhouden en kwalitatieve woning. Heb je in de loop van je leven meer of minder middelen ter beschikking, wil je in een andere stad op wijk gaan wonen of wordt je gezin groter of kleiner biedt deze woonvorm heel wat extra mogelijkheden.

Een bijdrage door Stijn Wens

 

 

Koen Wynants
Van wie wordt het Stuivenbergziekenhuis in Antwerpen-Noord?
Stuivenbergsite 2.png

De site van het Stuivenbergziekenhuis ligt in Antwerpen-Noord, tussen de Lange Beeldekensstraat, Pothoekstraat, Boerhaavestraat en Pesthofstraat en is ongeveer 5 hectare groot. De gedeeltelijke verhuis van het ziekenhuis in 2020 geeft de kans om de site te herontwikkelen tot een plek met een mix van woningen, (zorg)voorzieningen, werkplekken en groene open ruimte. Zo kan het project mee zorgen voor de heropwaardering van heel Antwerpen-Noord.

Waarom dit project?

In 2016 besliste het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) om het Stuivenbergziekenhuis in 2020 te verhuizen naar het nieuwe ZNA Cadix op Kop Spoor Noord. Het psychiatrisch ziekenhuis en de polikliniek blijven op de Stuivenbergsite.

De verhuis van het ziekenhuis biedt een unieke kans om de site te herontwikkelen als een strategisch en duurzaam stadsvernieuwingsproject en een hefboom voor de wijk Antwerpen-Noord.

Antwerpen-Noord is een ‘aankomstgebied’ met verouderde woningen en een tekort aan groene open ruimte. De wijk kent een groot verloop van bewoners: ‘sociale stijgers’ verhuizen uit de wijk zodra ze voldoende financiële middelen hebben en vooral zwakke sociale groepen en recente nieuwkomers blijven in de wijk wonen.

De Stuivenbergsite biedt een unieke kans om de ruimtelijke en socio-economische opwaardering in de wijk te ondersteunen. De historische functie als ziekenhuis zal een nieuwe en hedendaagse vertaling moeten krijgen als ‘verzorger voor de wijk’ en een nieuwe eigenheid van de site helpen bepalen.

Wat gebeurt er?

De stad wil een totaalvisie voor de volledige site die inzet op :

  • de kwalitatieve integratie van het psychiatrisch ziekenhuis en de polikliniek in de site en een meervoudig en gedeeld ruimtegebruik dat ook ten goede komt aan de buurt en het psychiatrisch ziekenhuis

  • het maximale behoud van het waardevolle historische ziekenhuiscomplex met een belangrijke rol voor de samenhang tussen de bebouwing en de omliggende open ruimte en een evenwicht tussen de monumentale bebouwing en nieuwe toevoegingen

  • groene publieke open ruimte die minimaal 50% van de site moet uitmaken en die een meerwaarde is voor de gebruikers, (toekomstige) bewoners van de site en de omliggende buurt

  • de realisatie van een nieuw maatschappelijk programma dat bijdraagt aan de buurt

  • een vernieuwend en gemengd aanbod van woningen en werkplekken voor verschillende doelgroepen, onder andere voor sociale stijgers die overwegen uit de wijk te verhuizen

Herbestemmingsonderzoek

Het ontwerpteam Stramien & Partners voert een herbestemmingsonderzoek, dat mee mogelijk wordt gemaakt door een conceptsubsidie van het Vlaams Stadsvernieuwingsfonds. Het team van Stramien koos als werktitel ‘Stuivenberg KuurNoord’ waarbij het de ‘zorg in de brede zin’ onderstreept en met die missie aan de slag gaat. Het ontwerpteam zal samen met de stad zoeken naar manieren om buurtbewoners, het middenveld en andere mogelijke partijen te betrekken zodat ook van onderuit wordt bijgedragen aan het herbestemmingsonderzoek.

Het eindresultaat van het onderzoek volgt in 2019 en zal bestaan uit een haalbaar gemengd stedelijk programma waarin ook de mogelijkheden voor een tijdelijke herbestemming zijn onderzocht. Een belangrijke deeldoelstelling is immers om de periode van leegstand of onderbenutting van de gebouwen zo kort mogelijk te houden.

Projectdefinitie

Na het herbestemmingsonderzoek volgt de daarop gebaseerde projectdefinitie, waarin AG VESPA samen met de stad, OCMW Antwerpen en ZNA de richting aangeeft voor het verdere project.

Wie werkt eraan mee?

AG VESPA coördineert de herontwikkeling van de Stuivenbergsite voor de stad en het OCMW Antwerpen die eigenaar zijn van de site. Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) is erfpachthouder en gebruiker van de site en wordt ook actief betrokken.

Stramien werkt voor het herbestemmingsonderzoek samen met de partners Vic Mees, Filip Lagiewka, Samenlevingsopbouw Antwerpen, Toestand, Value Partners en Koen Wynants.

Koen Wynants
Antwerpse bewoners vangen samen 3.000 liter regenwater op in de straat
Copyright: Comité Bump

Copyright: Comité Bump

copyright Rita Rae Mertens

copyright Rita Rae Mertens

De bewoners van de Pieter Génardstraat op het Kiel en de Houtenbrug in het Schipperskwartier knutselen zelf maatregelen voor regenwateropvang in elkaar.

 Meer en meer groen wordt aangelegd in het openbaar domein door het district en buurtbewoners. Maar groen vraagt ook water(gieten), zeker op plaatsen waar de ondergrond maar een beperkte hoeveelheid water kan vasthouden zoals in boomspiegels, geveltuintjes, groene plantenbakken... Het begieten van dit groen in het publiek domein gebeurt veelal met drinkwater terwijl het water van daken, verharde oppervlakten... verdwijnt in de riool.

Voor sommige mensen blijkt de kostprijs van dit begieten een drempel om effectief te vergroenen. Voor anderen, die bv. in een appartementsgebouw wonen, is het vaak technisch lastig. Als op straatniveau tot groenaanleg is overgegaan van boomspiegels…, is, zeker in de zomermaanden, het beheer van dit groen een aandachtspunt.

 

Antwerpen aan ‘t Woord kreeg in 2018 de kans om, via een project van de burgerbegroting van district Antwerpen, samen met experts en bewoners van 2 Antwerpse straten, Houten Brug en Pieter Génardstraat, kleinschalige en goedkope maatregelen te ontwikkelen op straatniveau die gebruikt kunnen worden voor het begieten van lokaal groen. De buren werkten samen aan het ontwerp van deze maatregelen (regentonnen met houten bekisting en plantenbak, waterbanken, plantenbakken met regenwateropslag) en realiseerden ze zelf. Dankzij het project wordt het mogelijk om het onderhoud van het groen en blauw in de straten gemeenschappelijk te realiseren. En de bewoners werken ook aan een gestandaardiseerde handleiding van de maatregelen, zodat iedereen die zelf aan de slag wil gaan in eigen straat, ze zelf kan maken.

 Het proces van ‘Water voor Groen’ is voor de bewoners even belangrijk als het resultaat. Het kadert perfect in hun doelstellingen: een betere leefbaarheid, recuperatie van natuurlijke hulpbronnen en ontmoeting in een superdiverse straat en buurt. Vergroenen en verblauwen creëert daarnaast ook bewustwording over een gezondere buurt en een duurzame mobiliteit.

 

Voor meer informatie: Sarie van der Aa - 0489 30 54 08

Koen Wynants
Boekrecensie - Commons als politiek-realistische utopie (Walter Lotens)
op grond van samenwerking.jpg

Deze boekrecensie verscheen eerder op http://www.uitpers.be

Een goede titel die de volledige lading dekt, maakt een publicatie daarom nog niet tot een goed boek, maar in dit geval doen de 423 bladzijden van ‘Op grond van samenwerking’ dat wel. Daarom: laat je niet afschrikken door de omvang – voor mij had er best nog wat bij gekund! – want met dit werk krijgt de lezer een standaardwerk voor Vlaanderen in handen over de herwaardering en installering van commons. Die tegendraadse beweging van onderuit die in de kieren van de neoliberale maatschappij met vallen en opstaan op zoek gaat naar broedplaatsen van een sociaalecologische transitie steekt niet alleen bij ons de kop op, maar resoneert wereldwijd.

INDIGO = actie-onderzoek

Vanwaar nu die titel? In de commons-logica staat samenwerking centraal – convivialiteit noemde de cultuur- en maatschappijcriticus Iwan Illich het – of het zorgzaam omspringen met wat mensen gemeenschappelijk hebben en dat gaat regelrecht in tegen de dominante logica van economische meerwaarde in de vrije markt met daarin de eenzame consument. Bovendien richt het boek zich in het bijzonder op grondgebonden of landed commons omdat grond eindig en schaars en duur is. Die benadering klinkt ook door in de letterafkorting INDIGO-project (Innovation spatial development planning by differentiation land ownership and governance), dat uitgevoerd werd door onderzoekers van de KU Leuven, de Universiteit Antwerpen, Harokopio University en Omgeving cvba.

Hoe stuurt het eigendomsprincipe de aanhoudende grondinname in Vlaanderen aan en kan gedeeld grondgebruik- en beheer via commonsinitiatieven oplossingen daarvoor aandragen? Dat was de onderzoeksvraag waarmee de wetenschappers verschillende initiatieven gingen bevragen in de hoop daarmee een steuntje te geven om dat terrein te kunnen uitbreiden (p. 407). Met die voorzichtig geformuleerde ambitie geven de onderzoekers ook aan dat onderzoek en actie samen kunnen lopen. Dat het INDIGO-project geen waardenvrij onderzoek is bewijzen ze trouwens met dit boek en dat is er dan ook een van de grote verdiensten van. Met dit onderzoek schenken zij aandacht aan een belangrijk maatschappelijk tegen-hegemonisch discours, wat aansluit bij de benadering van Frank Moulaert, emeritus professor Ruimtelijke Planning, die in zijn werk voortdurend de band tussen lokale ontwikkeling en sociale innovatie vooropstelt.

De zeer talrijke medewerkers aan dit boek – onderzoekers maar ook praktijkmensen – illustreren mooi wat met actie-onderzoek bedoeld wordt. In dat kader passen trouwens ook de bijdragen van Dirk Holemans van de denktank Oikos en Michel Bauwens van de p2p-foundation. Theorie en praktijk houden elkaar in evenwicht en ondersteunen elkaar. Ook dát is een grote verdienste van dit boek dat zich door zijn omvang moeilijk laat samenvatten.

Huisvesting, trage wegen, voedsel

‘Op grond van samenwerking’ bestaat, buiten een uitstekende inleiding als entrée en matière op het commonsverhaal, uit vier forse delen. De eerste drie vertrekken van drie commonsgerichte casestudies die door het INDIGO-project werden geanalyseerd, met de focus op respectievelijk betaalbare huisvesting, toegankelijkheid van open ruimte door trage wegen en gezond voedsel door duurzame landbouw.

In het eerste hoofdstuk wordt het mooie verhaal gebracht van de Antwerpse woningcoöperatie ‘Collectief Goed’ dat een goed voorbeeld is van hoe in een (groot)stedelijke context commonsgerichte activiteiten kunnen worden ontwikkeld. Collectief Goed is een experimentele huurderscoöperatie voor grote kansarme gezinnen, opgezet door Samenlevingsopbouw Antwerpen Stad, een groep gezinnen verenigd in Arm in Arm vzw en de sociale huisvestingsmaatschappij De Ideale Woning. Het coöperatieve woonmodel wordt in een apart hoofdstuk behandeld door te verwijzen naar een redelijk grootschalige wooncoöperatie Kalkbreite in het Zwitserse Zürich dat als een van de succesvolste uitvoeringen van dat model in Europa wordt genoemd. Door enkele goed gekozen verwijzingen naar internationale voorbeelden overschrijdt INDIGO het plaatselijke karakter van het onderzoek en koppelt het aan bij de wereldwijde tendens tot commoning. In dat kader past ook het Community Land Trust-model (CLT), dat ontstaan is in de USA (met name in Burlington onder burgemeester Bernie Sanders) en waarmee in het Brusselse al enkele jaren gewerkt wordt. CLT’s zijn door de gemeenschap bestuurde organisaties zonder winstoogmerk die betaalbare woningen voor mensen met een laag of bescheiden en andere faciliteiten die de lokale gemeenschap ten goede komen creëren en beheren op gemeenschapsgrond. In al deze hoofdstukken, geschreven deels door ‘veldmensen’ deels door onderzoekers die meer op het globale plaatje inzoomen, werd een goede balans tussen theorie en praktijk gehanteerd. Die werkwijze is ook aangehouden voor het thema ‘Commons en trage wegen’, waarbij o.a. verwezen wordt naar een netwerk van trage wegen in het Landschapspark Zuidrand. Voor het derde thema ‘Commons en voedsel’ zoomen de auteurs grondig in op het alsmaar uitbreidende fenomeen van CSA-boerderijen (Community Supported Agriculture) – intussen al veertig in Vlaanderen ! – , maar ook op de stichting en coöperatie De Landgenoten, gebaseerd op het Franse Terre de Liens, waarbij landbouwgronden coöperatief verworven worden om bioboeren aan het werk te zetten en dan is er ook nog een bijzonder interessante bijdrage – maar zo zijn er wel meer – over agro-ecologische stedenbouw.

Commons als politiek-realistische utopie

Commons is intussen een buzzwoord geworden en vraagt enige verduidelijking. Commons zijn voor de westerse mens een begrip uit lang vervlogen tijden dat ineens terug de volle aandacht krijgt, maar dat ook voor heel wat begripsverwarring zorgt. Meestal wordt de ruime definitie gevolgd die Nobelprijswinnares economie Elinor Ostrom (maar eigenlijk bedreef zij een vorm van economische antropologie) eraan gaf: ‘Commons zijn gedeelde hulpbronnen (of platforms) die worden gecreëerd en verzorgd door een gebruikersgemeenschap, volgens haar eigen afspraken, regels en normen. Dit betekent dat commonsworden gedefinieerd door drie aspecten: ten eerste een gedeelde hulpbron (of platform), ten tweede is er sprake van een commoning-activiteit en ten derde wordt ze beheerd op basis van afspraken, regels en waarden die op z’n minst gedeeltelijk onafhankelijk zijn van de overheid of de markt.

In ‘Op grond van samenwerking’ zien de auteurs commons breder als ‘alles wat niet (of niet zuiver) privaat en niet publiek is’ en zij belichten ook initiatieven die door zelforganisatie ruimten creëren en in maatschappelijke behoeften voorzien op niet-marktgerichte manieren. ‘De commons zijn steeds vorm (zelforganisatie) en inhoud (vermeenschappelijking) tegelijk. Commoning, elke praktijk van vermeenschappelijking, is steeds middel én doel.’ (p. 27) Commoning wordt daardoor een werkwoord: het is de activiteit die kan leiden tot nieuwe commons – denk aan De Landgenoten en aan Trage Wegen – of tot recommoning, tot het heroveren van de commons, want door de opkomst van het handelskapitalisme ontstond er vanaf het einde van de 15de eeuw een enclosure-beweging, wat inhield dat gemeenschapsgronden almaar meer geprivatiseerd werden. Gemeenschappelijke gronden werden omheind en hele dorpen werden vernietigd om schapen te weiden nodig voor de textielnijverheid. Deze enclosure-trend blijft zich in de huidige neoliberale epoque onverminderd voortzetten.

Volgens de auteurs van ‘Op grond van samenwerking’ ‘kan/moet de herontdekking van de commons de neoliberale fusie van staat en markt mee helpen ongedaan maken.’ (p. 409) Het concept ‘commons’ waaiert op dit ogenblik uit in verschillende betekenissen en wordt doorgaans in het perspectief van ‘revolutionaire’ veranderingen geplaatst, die naargelang van de ambities van de gebruiker met een kleine of met een hoofdletter ‘r’ wordt geschreven. Waar plaatsen de auteurs van ‘Op grond van samenwerking’ zich? ‘Het boek ziet commons als een politiek-realistische utopie, die tot uiting komt in een beweging van allerlei commonsinitiatieven hier en nu, als kleine revoluties, of kleine utopieën, die meewerken aan een rechtvaardige herverdeling, wederzijdsheid en vermeenschappelijking.’ (p. 408). Het is dus zeker niet toevallig dat er verwezen wordt naar boeken als ‘Kleine revoluties’ van Rik Pinxten en ‘Het klein verzet’ van Tine Hens.

Heel het boek is doordrongen van dat nieuwe commons-vocabularium dat gevoed en gedragen wordt vanuit die politiek-realistische utopie. Commons zijn dus geen utopisch ideaal maar een reële mogelijkheid voor een grondige correctie van het huidige marktsysteem en ten aanzien van de rol die de overheid daarin heeft of neemt.

Hybride vormgeving

De auteurs zijn echter ook kritisch ten aanzien van wat zij noemen ‘de anarcho-utopische aanhangers van commons, die een sterk ideologische lezing van Marx hanteren en een samenzwering zien in de praktijken van de huidige politieke en economische elite’. (p. 29)
Zij zien concrete commons als hybride mengsels van diverse beheersvormen tussen markt en staat. Dirk Holemans van Oikos gebruikte bij de boekpresentatie een driehoek waarbij de twee hoekpunten aan de basis van de driehoek staat voor de organisatievormen staat en markt, en het derde hoekpunt de commonsvertegenwoordigen. Ontmarkting (decommodificatie) en vermarkting (commodificatie) ontmoeten elkaar ergens in die driehoek en moeten uitmonden in commons in de brede zin. Die triadische opvatting is merkbaar in de concrete voorbeelden rond huisvesting, voedsel en trage wegen en leidt meestal tot een ingewikkelde en langdurig traject van onderhandelde vermeenschappelijking.

Commons en grijze zones

In deel vier ‘De commons als governance-model’ wordt uitvoerig ingegaan op hoe de ruimte tussen private en publieke eigendom kan worden ingevuld met commonsinitiatieven en daarvoor kijken juristen vanuit het commons-vocabularium naar de juridische aspecten van landed commons en daaraan hebben ze, dat is merkbaar, een héél vette kluif. Dit is een zeer belangrijke, maar eerder technische oefening die echter zeer noodzakelijk is om op een creatieve manier en met enig resultaat de politiek-realistische utopie van morgen al een concrete, kleinschalige vorm te geven binnen de kieren van de wetgeving van vandaag. Het ‘collectieve’ is als organisatievorm en rechtsfiguur bij het begin van de 19de eeuw grotendeels afgeschaft geworden. De auteurs pleiten dan ook zeer terecht om commons opnieuw een formele plaats te verlenen in het rechtssysteem om daardoor de complexe realiteit van ‘gedeeld’ eigenaarschap beter te ondersteunen. Het verkennen van die grijze zones en het instellen van ‘regelluwe proefomgevingen’ kunnen een boost geven aan alternatieve samenlevingsvormen.

Een tiende Antwerps district?

En er is meer, want alle onderzoek werd blijkbaar nog niet opgenomen in dit boek. Ik was enkele maanden geleden aanwezig op een bijeenkomst van Ringland waar Annette Kuhk en Pieter Van den Broeck, twee onderzoekers achter het INDIGO-project, de vraag stelden of er door de Ringlandgroep al was nagedacht over landed commons. Dat leek me een heel relevante vraagstelling. Met het megaproject voor de overkapping van de zogenaamde ringweg die helemaal door het centrum van Antwerpen loopt, zou er immers een nieuwe singel en een ‘tiende district’ kunnen ontstaan ter grootte van 800 voetbalvelden. Tachtig hectare extra ruimte voor de stad en voor haar burgers, want die nieuw gecreëerde grond zou Antwerpse commons kunnen worden, maar dan zal er nog behoorlijk wat water door de Schelde en … door de wetgeving én de politiek moeten lopen. Ook die oefening zal moeten worden gemaakt en liefst snel, want als de neoliberale logica gehandhaafd blijft, zullen projectontwikkelaars hun beste beentje voorzetten om snel hun slag thuis te halen.

Commons en municipalisme

En er is nog meer. De commonsbeweging kan ook in verband gebracht worden met wat tegenwoordig ‘municipalisme’ genoemd wordt, maar ook dat laatste begrip dreigt een buzzwoord te worden en dan nog een dat moeilijk uit te spreken valt, zeker dan als er nog de ‘re’ van ‘remunicipalisme’ voor komt. Municipalisme is, eenvoudig gezegd, zowel de praktijk van zelfbestuur door steden, maar ook kleinere entiteiten als elk politiek streven dat deze bestuursvorm bepleit.

Municipalisme, ook vaak aangeduid als communalisme, draagt een lange geschiedenis met zich mee. Daarnaar refereert onder meer de Amerikaan David Harvey naar wie ook in het boek verwezen wordt. Dit boegbeeld van de zogenaamde radicale geografie beschrijft in zijn boek Rebel Cities de opkomst van sociaal verweer in rebelse steden, zowel vroeger als nu. Harvey is van oordeel dat de weder toe-eigening van de stedelijke ruimte, anders gezegd de herovering van urbane commons, niet enkel een afzonderlijke of bijkomende vorm van klassenstrijd is – zoals dat meestal in marxistische traditie gesteld wordt – maar het fundament van de antikapitalistische strijd. De leefruimte is óók inzet van de sociale strijd. Dirk Holemans en Michel Bauwens hanteren in hun boeiende bijdrage ‘Gent: van een stad vol commons naar een commonsstad’ niet dat marxistisch taalgebruik, maar zij gaan ook op zoek naar municipalistische uitgangspunten. Zij pleiten onder meer voor een nieuw governance-model, gebaseerd op publiek-civiele samenwerking waarbij commoners een samenwerkingsverband aangaan met een partner overheid.

Commons en coöperaties

Uit het boek blijkt dat ook commons en coöperaties heel wat raakvlakken vertonen. Het is zeker niet toevallig dat in de aangehaalde voorbeelden van commoning de cvba-structuur vaak opduikt als een manier om een stukje van de economie terug in eigen handen te krijgen. Zowel ‘De Landgenoten’ als ‘Collectief Goed’ maken gebruik van deze juridische verankering om tot commoning te komen. Dat illustreert Jef Peeters voortreffelijk in zijn bijdrage ‘Commons en coöperaties in een transitieperspectief’ en dat deed ik ook in mijn boek ‘De nieuwe coöperatie, tussen realiteit en utopie’. Coöperaties behoren tot de zwaardere instrumenten in het mondiale ‘orkest van onderaf’. Zij kunnen een behoorlijk partijtje meeblazen en daardoor andere tonen laten horen dan de dominante mantra’s van de hyper vrijemarkteconomie. Een coöperatie is een zeer hybride ondernemingsvorm. Wat doe je immers met een economische constructie, die een intermediaire maatschappelijke ruimte probeert in te nemen en die zich op het kruispunt van verschillende relaties bevindt: tussen staat en burgers, tussen de lokale gemeenschap en de nationale staat, tussen het economische en het sociale? Coöperaties bewegen zich niet buiten, maar in de marge van de vrijemarkteconomie. Ze zijn een verrassende combinatie van concreet utopisch denken en het noodzakelijke dagelijkse realisme om een onderneming te laten overleven die niet alleen winstmaximalisatie vooropstelt. Een versmelting dus van utopie en realisme, van radicalisme en pragmatisme. De Italiaanse onderzoekers Stefano en Vera Zamagni maken een eerder ongewone vergelijking om het optreden van een coöperatie te beschrijven. Zij vertrekken van de moeizame vliegoefeningen van een hommel. Volgens de wetten van de newtoniaanse fysica zou de hommel niet kunnen vliegen, want haar vleugelwijdte zou niet voldoende zijn om haar gewicht te kunnen dragen. En toch vliegen ze, de hommels.

Volgens de klassieke economische theorieën zou een coöperatie in de long run niet kunnen functioneren omdat haar niet-economische doelstellingen een struikelblok vormen voor het realiseren van haar economische doelstellingen. En toch ‘vliegen’ ze rustig verder met hun te korte vleugelwijdte, als het tenminste om coöperaties gaat die de balans gevonden hebben tussen business as usual en hun sociale en ethische corebusiness. Dan is het nieuwe evenwicht tussen vleugelwijdte en lichaamsgewicht gevonden. Misschien zit in dat moeilijk classificeerbare wel de grote waarde van het coöperatieve verhaal.

Toch moeten we opletten er geen hoera-verhaal van te maken en dat doet ook Jef Peeters. De zeven ICA-principes, vastgelegd door de Internationale Coöperatieve Alliantie, werden overgenomen door de Nationale Raad voor de Coöperatie maar van de 26000 coöperatieve vennootschappen in België zijn er maar een vijfhonderdtal die zich op de ICA-principes oriënteren. Dat kan en moet veel beter.

Een inspirerend boek

Ik zei het al: ‘Op grond van samenwerking’ is een belangrijk boek dat op een hybride manier (via voorbeeldcases maar ook door conceptueel-theoretische en maatschappijkritische reflecties) het hybride en langdurige proces van onderhandelde vergemeenschappelijking in beeld probeert te brengen. Het boek inspireert daardoor en richt zich naar een zeer diverse groep gebruikers, niet alleen van commoners die van onderuit aan het wrikken zijn, maar ook naar partner-overheden, middenveldorganisaties en privé-initiatieven die hun steentje willen bijdragen in de weg naar een lokale en bovenlokale, sociaalecologische transitie.

‘Op grond van samenwerking’ is voor mij een naslagwerk en krijgt een ereplaats in mijn bibliotheek. Ik hoop dat met deze publicatie het INDIGO-project niet is afgesloten, want zeker ook internationaal valt er nog heel wat inspiratie op te doen niet alleen over landed commons, maar ook over urban commons die vaak van niet-materiële aard zijn.

Solidariteit en wederkerigheid maken mensen sterker, weerbaarder ook. Deze principes zijn zo oud als de straat en moeten niet telkens opnieuw uitgevonden worden. Integendeel, in nogal wat gevallen kunnen voorbeelden uit het Zuiden een spiegel zijn voor het Noorden. Het is de Luikse onderzoeker Jacques Defourny die in de meeste van zijn werken de link legt tussen Noord en Zuid. Over lands- maar ook over taalgrenzen heen kijken opent zeker nieuwe, inspirerende perspectieven op het terrein van de commons.

Jawel, er is nog veel boeiend werk aan de winkel.

Titel: Op grond van samenwerking, woningen, voedsel en trage wegen als heruitgevonden commons 
Auteur: Annette Kuhk, Dirk Holemans, Pieter Van den Broeck (red.) 
Uitgever: EPO Berchem 
Uitgave datum: 2018 
Pagina's: 423, 26,50 € 
ISBN-nummer: 9789462671508 

Walter Lotens

Borgerhoutenaar Walter Lotens (°1942) noemt zich een glokale burger. Deze gepensioneerde leraar, mede-oprichter van de Actiegroep Kritisch Onderwijs (AKO), moraalwetenschapper, publicist en Latijns-Amerikawatcher schreef voor LA Chispa, een Nederlandstalig magazine over Latijns-Amerika en de Cariben, het Belgische De Reiskrant en voor de Surinaamse krant “De Ware Tijd” en nu voornamelijk voor de webzine voor internationale politiek uitpers.be, waarin hij niet alleen uitvoerig aandacht besteed aan Latijns-Amerika, maar ook aan het Antwerpse mobiliteitsdossier.

Koen Wynants